Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Plaats hier uw reisverslagen...
Plaats reactie
VstromPowerrr

Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

Aloha mede-forumleden!

Afgelopen zomer heb ik in 4 weken exact een reis gemaakt naar en door Noorwegen om geld in te zamelen voor Fonds Gezond Geboren.
5 Mei 2015 is mijn achternichtje Fay helaas op het allerlaatste moment dood geboren waarna ik besloten heb om geld in te zamelen voor dit fonds, wat zich inzet tegen perinatale sterfte en ziekte.

Hieronder staan al mijn BLOGS op chronologische volgorde en op onderstaande link vind je de film die hiervan gemaakt is. Let op: alleen op desktop of laptop beschikbaar.

Kijk voor alle foto's op mijn Facebook-Pagina:

https://www.facebook.com/ride4fay" onclick="window.open(this.href);return false;

Kijk voor de film (37 minuten HD) op:

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=tzwDgAuu-aA[/youtube]

Veel plezier! :duim:
IVM GROOTTE PLAATS IK IN DE REACTIES DE BLOGS VAN DE 5 DAGEN ERNA.


De eerste dag zit erop!!!!! Wat een dag, nog nooit zoveel emoties in 24 uur gehad. Wat een prachtig vertrek.

Vrienden, familie, kennissen en onbekenden zijn van heinde en verre gekomen om mij uit te komen zwaaien. Na een minuut stilte en een minuut herrie (die mij en meerderen bijzonder hard raakte) zijn we op pad gegaan. De toppers van Meet My Bike hebben weer en wind doorstaan om mij uit te zwaaien op de grens. Halverwege de A1 stonden op de fly-over Peter en Ellen met dit geweldige spandoek!! Ik wist niet wat ik zag, mijn nekharen gingen weer omhoog…

Eenmaal bij grens aangekomen stonden daar de vertegenwoordigers van Fonds Gezond Geboren ons al op te wachten! Zij hebben een prachtige speech gegeven die mij diep raakte en een hoop foto’s gemaakt! Toen kwam het moment………….

Het moment dat het dan toch echt ging gebeuren. Een knuffel en gaan! De bikers hebben een erehaag gemaakt waar ik tussendoor Duitsland in gereden ben! Ik geloof dat ze bij Berlijn wisten dat er iets gaande was, afgaande van de herrie!! Het meest bizarre was nog, de hele dag was het grijs en grauw. Totdat we kwamen aanrijden, het zonnetje liet zich heel voorzichtig even zien!!
Na nog even peukje opgestoken te hebben en een traantje te hebben weggepinkt draaide ik de A1 op richting noorden!
Onderweg wat motregen gehad en een hoop vervelende medeweggebruikers die de motor zo interessant vonden dat ze ‘m maar eens van een meter afstand gingen bekijken (met dik 130).

Toen was het opeens donker……. Ik heb nog nooit, maar dan ook NOG NOOIT zo’n zware bui over me heen gehad……… Ik heb samen met vele anderen het voertuig aan de kant van de weg gezet, alle lichten aangezet die ik kon vinden en ben de vangrail over gedoken. NIET NORMAAL! Binnen 3 minuten stroomde het water als een stroomversnelling over de weg, sommige plekken lagen plassen van dik 25cm diep. Heel blij dat het snel voorbij was en dat alle spullen droog zijn gebleven in de koffers en tassen! Weten we dat ook weer!

500 kilometer later.
Na iedere keer maar te zeggen: “Oke, nu maar eens een hotel zoeken.” mocht het maar eens tijd worden dit ook daadwerkelijk te doen. 1 hotel gesproken, vol. 2, ook vol. 3, 4, 5, allemaal vol….. shit. Uiteindelijk na 2 uur zoeken en 31 (!!!!!!!!) hotels, campings en hostels te hebben gecontact, toch maar even naar huis gebeld.
Uhm, ik denk dat ik een nachtje doortrek. Nou niet dus! 20 minuten later werd er gebeld vanaf het thuisfront dat het hotel gereserveerd was, ongeveer 20km bij me vandaan.
Godzijdank, hemel zij geprezen! Ondertussen had ik dus al 800 kilometer gereden en was dus ook op…..

Zojuist om 21:55 uur ingecheckt in het hotel, nu lekker even de pootjes omhoog en nog twee dagen genieten van de luxe! Morgen nog maar 300km tot aan Frederikshavn dus dat scheelt weer!
Vanuit hotel Comwell in Kolding, Denemarken:
Voor iedereen die er vandaag bij was, hulp heeft geboden, gesteund heeft en aan mij en de reis gedacht heeft,
DANK, echt waar!
Wat een opluchting dat er nog zulke mensen als jullie allemaal bestaand op aarde! Veel liefde en welterusten!



BLOG dag 2:
15-07-’15:
Dag 2 is een feit! De eerste volle dag solo! Vanochtend vlot wakker en klaar om te gaan! Lekker een verfrissende douche genomen en een cola’tje gepikt uit de minibar. Kort daarna uitgecheckt en de motor beklommen die braaf op het baasje stond te wachten.
Na wat gepruts aan de 12-volt verbinding ben ik opgestapt en is het gas open gegaan! Vandaag viel het allemaal wel mee omdat ik gisteren flink doorgetrokken heb. Dus na een uurtje al de eerste tussenstop. Hier bleek mijn headset bijna leeg te zijn dus die maar aan de 12-volt gelegd. Had me nog niet omgedraaid of ik hoor een enorme klets en zie mijn helm inclusief headset en kabel ter aarde storten.

Uit schrik gingen mijn ogen dicht en ik hoorde het al….. losse onderdelen. Ik kijk en zie de helm in 4 delen liggen. De pot, het vizier en 2 kleine pietepeuterige dingetjes die er vast en zeker ook wel ergens in hoorden. Gelukkig waren deze niet van belang en zijn die gedoneerd aan de lieftallige prullenbak die mij gezelschap hield. Het vizier klikte gelukkig snel terug, maar toen…….
Toen kwam ik erachter dat de oh zo fijne headset van Interphone het er niet zonder kleerscheuren vanaf had gebracht. De kabel was in orde alleen bleek dat er iets op het uiteinde van de kabel te zitten wat er niet op hoorde….
Het laadgedeelte van de headset dus…. F*ck, wat nu! Gepoogd het dingetje terug te steken wat natuurlijk niet werkte, vervolgens tot de ontdekking gekomen dat de set nog wel op laadt! Maar alleen als ik hem vasthoud en het kabeltje erin druk. Lekker dan, mag ik iedere 2 dagen minimaal een uur een kabeltje in een helm gaan steken.

Nou ja, jammer dan. Doortrappen maar! Na heeeeeeeel veel windstoten (die na een tijdje toch echt gaan irriteren) maar even gestopt bij een benzinepomp waar ik heel stiekem 2 hotdogs naar binnen heb staan stouwen. Ssssshhht! Hierna mijn weg vervolgd naar Frederikshavn waar ik vrolijk aangemoedigd werd door ongeveer 40 geiten en schapen. Na even een selfie incl. geiten te hebben genomen en ze te hebben bedankt mijn weg vervolgd naar het hotel. Dacht ik….. Welk hotel was het nu ook alweer? Uhm ja mijn hotel zie ik nergens…. Even naar huis gebeld hoe of wat en ook daar geen resultaat. Dan maar gewoon naar binnen stappen en die hollandse mond gebruiken.
Oh, dìt is mijn hotel? Ahhh, jullie hebben gewoon de naam veranderd. Logisch!! Stond dus een uur voor nop op 2 meter van de ingang…. Maargoed.

Gezien het feit dat het pas 14:30 uur was ingecheckt en weer op de motor gejumpt! Even sightsee-en! Wat prachtige plekken (incl. bunkermuseum en oorlogsschepen) gezien en beleefd. En als klap op de vuurpijl kwam daar ineens een bekend bootje aanvaren!
Nu lekker het gigantische bad induiken (serieus denk ik 1.40 lang HOOGUIT) en straks is even kijken bij het restaurant. Het was wederom een enerverende dag! Morgen 06:00 uur eruit om de boot te veroveren!
Mensen, voor straks alvast slaaplekker! Enne, blijf delen en doneren hè!!
Toppers!





YES!!!!!!!!! Wat een ontzettend goed gevoel! Aangekomen in Noorwegen! Afgelopen avond omstreeks 18:30 uur zijn we na maanden ‘uitkijken naar’ gearriveerd in het land waar ik al heel m’n leven wil zijn. Na nog wat ontzettend gezellige gesprekken op de boot met de Noorse biker (die mij overigens heeft uitgenodigd om bij hem thuis te komen eten) heb ik de spullen uit de cabin gegrepen en ben ik richting dek 3ø gegaan waar de trouwe Strom geparkeerd stond.
Na 20 minuten gebrabbeld te hebben met een noors kind (of deens, of zweeds, of duits, of zwitsers, I don’t know) gingen eindelijk de deuren open! Snel de motor van z’n tuigje ontdaan en veel te enthousiast opgestapt. Na 2 minuten kwam de Noorse biker vrolijk verkondigen dat de boot pas over 10 minuten zou arriveren en dat het onverstandig zou zijn te blijven zitten (ik zou niet de eerste zijn die bij het aanmeren door de dreun, faliekant op het kantje zou liggen). Dus maar weer afgestapt en de biker met de Goldwing gepoogd een handje te helpen.
Toen was het moment eindelijk daar! Ik zag daglicht wat alleen maar kon betekenen dat de deuren waren geopend! Yes, eindelijk voet op Noorse grond!!! Niet dus……. Eerst alle auto’s, daarna alle trailers en vrachtwagens, daarna de fietsers en als lullig aanhangseltje de motoren (waren er overigens maar 5).
Maargoed, eindelijk! Het moment waar ik zo naar uit keek! Voet op Noorse grond! Met een triomfantelijke glimlach naar alle chagrijnige blikkers die stonden te wachten om de boot op te mogen (automobilisten in de volksmond) even naar het thuisfront gebeld.
Snel de E6 opgedraaid en richting Noorden it is! Na 23 kilometer was ik de snelweg alweer zat en ben ik de eerste de beste afslag eraf gegaan. Hier kort gestopt voor een hele trotse peuk, een lekker croissantje (uit Frederikshavn) en om even een jas aan te trekken, want dat Noorwegen is frisser dan verwacht!
Met het aantrekken van de motorjas besefte ik dat de mouw niet lekker zat. Uitgetrokken en met verbazing tot de ontdekking gekomen dat mijn elbowprotector in 2e lag. Lekker dan, nu al zoveel defecten! A la, mag de pret niet drukken… Dus met wat gemopper de protector zoveel mogelijk goed geplaatst en de stalen ros weer beklommen. Route…… Route? Nehhh eerst maar eens even van de befaamde wegen hier genieten. Routepunt: ergens op de kaart waar het groen was en water in de buurt. 57 kilometer, 1.07 uur. Prima, let’s gooooo!
Onderweg minimaal een massagraf aan vliegjes en muggen ingeslikt, omdat ik continue met m’n mond open reed. Waarom? Omdat die befaamde wegen waar ik het eerder over had, zo belachelijk gaaf zijn, dat je bij iedere bocht van verbazing de smoel open zet. Mijn hemel, wat een land…. NU AL!
Na een uurtje enthousiast de bochtjes te hebben ingestuurd, toch maar een plekje vinden voor de tent. Beentjes beginnen moe te worden en het ruggetje ook. Na een klein kwartier zoeken een heeeel smal bospaadje voorbij gereden, waar ik na 1 minuut al twijfelloos voor omdraaide. Iets aan dat paadje trok mijn aandacht. Of het nu de bosjes waren, de geweldige dennen, of de onderbroek die halverwege over een struik hing, ik weet het niet.
Na 5 minuutjes ploeteren, en dan bedoel ik ook echt, PLOETEREN, viel mijn oog op een vlak stukje grond langs het paadje (wat ondertussen trouwens geen paadje meer was). Motor uitgezet en alsof er van boven tegen me werd gezegd: “Hèhè, mocht eens tijd worden!” besefte ik me dat dit DE plek is voor mijn allereerste kampeerovernachting. De stilte, met op de achtergrond het gekabbel van het meer wat maximaal 50 meter verderop ligt, de pracht van de natuur en de allesoverheersende kalmte. Er is hier niemand, dat voel je gewoon.
Oké, back to reality! Motor heel wankel neergezet waarna ik direct besloot haar te verplaatsen (goede beslissing overigens). Plat plekje nog platter gemaakt. En dan komt het:
De eerste spanbanden losmaken! Wat een eitje, dacht ik…… Ik denk dat ik ietwat enthousiast geweest ben met het inpakken thuis. Na een half uur klooien met spanbanden, elastiekspinnen en bagagenetjes was het eindelijk gelukt! Alles was eraf en ik was klaar om te beginnen.
Eerst maar de tent! Nope, eerst de pet met het muggennet vinden, want holy crap, wat een hoop muggen…..
Pet opgezet en tent uitgerold. Stokjes in elkaar gestoken en tentje opgezet. 8 harinkjes later was het hele feest alweer voorbij. Blij dat ik uiteindelijk toch maar een makkelijk opzetbare tent heb aangeschaft! Snel het luchtbed opgepompt en alles in de tent gekledderd. Nu eerst een lekkere RedBull (sorry, was taxfree, kon het niet laten liggen) en een peukie!!
Zo maar eens wat sprokkelhout zoeken om een (VEILIG) vuurtje te maken. Daarna rustig omkleden en hopen dat ik wat nachtrust kan vinden. Morgen weer een lange dag voor de boeg.
Lieve mensen, bedankt voor alle support! Blijf je vrienden, vriendinnen, familie, collega’s en vijanden mijn verhaal vertellen! Laten we hier met z’n allen een groot succes van maken. Voor Fay, en alle andere lotgenoten.
Lieve Fay, wederom: Deze is voor jou.



























BLOG dag 4:
17-07-2015:
Goeeeeedeavond Facebook vrienden en vriendinnen! Nieuwe dag, nieuwe kansen. Vanmorgen sla ik even over, omdat deze er al op staat. Succes, het is een flinke vandaag!
Vanochtend om 10:00 uur vertrokken vanaf mijn oh zo mooie plekje in de bosjes. Met voor mij een geweldig kleurenpallet van alle gevleugelde insecten die ik zonder voorbedachte rade van het leven heb beroofd, zette ik koers. Met opgeheven hoofd (incl. Helm) en glinsterende ogen begon ik aan dag 4 van de ‪#‎Ride4Fay‬‬. Na 5 kilometer nutteloos rond te hebben gereden heb ik de TomTom aangezet en gekeken op de kaart.
Waar was het meeste groen en het meeste blauw? Daar gaan we naartoe! Laat ik als eerst het volgende even verklaren: Ik had voorafgaand aan de #Ride4Fay een route geschreven. Deze plande ik ook aan te houden, zodat ook de mensen thuis wellicht ideeën of inspiratie op zouden kunnen doen. Tevens is het voor de sponsoren en donateurs prettig om te zien wat er gaat gebeuren en waarom zij doneren.
Echter blijkt mijn TomTom hele andere plannen te hebben… Zodra ik deze aanzet en de route aanklik, wordt ik met een monotone vrouwenstem rechtstreeks naar Oslo geleid. Dat is niet de bedoeling hoor ik U denken, dat klopt! De TomTom vertikt het om in een route ergens op te pikken, ondanks dat ik de voorgaande punten al gehad heb. Erg vervelend, maar misschien ook wel weer een geluk bij een ongeluk? Nu zie ik tenminste het échte Noorwegen! Daarnaast kan ik jullie verzekeren, indien er geen tegenslagen van universum-proporties voordoen, dat ik de 7500 kilometer weg vreet als een hongerige eland!
Ik probeerde vandaag zoveel mogelijk te oriënteren met het Noorse verkeer, de regeltjes en uiteraard mijn eigen kunnen. Want wat kan ik nou op deze wegen op een dag rijden? Waar moet ik in het verkeer mijn aandacht meer op vestigen? Hoe rijdt de rest van het Noorse verkeer? Op al deze vragen en meer, had ik al snel antwoord. Het Noorse volk is zo “verfrissend” als je het tegenover het Nederlandse volk zet (NO OFFENSE, men zegt dat ik ook Nederlander ben). Iedereen is relaxed, rijdt rustig en houdt rekening met een ander. Men geeft elkaar de ruimte en heeft goed contact met elkaar. Alwaar je op de Nederlandse snelwegen menig mede-Hollander met de neus op het scherm van de Iphone 7s of de Samsung Galaxy s6 ziet sturen, is hier iedereen ook daadwerkelijk actief bezig met het verkeer. Ondanks dat er bijna geen overig verkeer is op de wegen waar ik nu rijd……..
Zo, genoeg Noren geprezen. Na zo’n 20 kilometer begon ik last te krijgen van mijn ogen, waarop ik besloot even een pitstop te houden. Toen ik mijn bril afzette was de rede mij spontaan duidelijk. De binnenkant van mijn bril was afgelopen nacht vermoedelijk op één van de jerrycans op de motor terecht gekomen. Hierdoor was het minimale beetje residu wat misschien nog aan de dop zat, vrolijk mijn bril op gedruppeld. Dit doet goed zeer kan ik je vertellen, alsof je met windkracht 436 met satéprikkers onder je oogleden paprikapoeder voor je uit strooit. Erg fijn en dus ook maar even uitgespoeld met water. Helaas was mijn geluk nog niet op! Het “water” was vruchtwater met mango en guave. Moet zeggen, het verlicht even maar dan komt het gewoon net zo hard terug…..
Na wat peukjes en een babbeltje met een bijzonder klein Noors vrouwtje, waren de oogjes weer als vanouds en sprong ik veeeeel te enthousiast op de motor, waardoor eerst 1 handschoen viel (ik als luie donder die niet meer wil klauteren, probeert al zittend en van de standaard af, een handschoen van de grond te rapen.), toen de zonnebril en toen de tweede handschoen. Aldus drie maal achtereen als een debiel op de motor zitten, terwijl je tegelijk ook nog eens een (gok ik) 350 kilo probeerd te balanceren met je bovenbenen, om twee handschoenen en een bril te grijpen.
Eindelijk alles klaar, gassen maarrrrr! Wat een wegen. Nee echt, WAT een wegen! Neem nou bijvoorbeeld de bochtigste achtbaan die je je kan bedenken, zet er 800 bochten extra in, leg er een laag asfalt op, dan kom je in de buurt van wat Noorwegen tot zoverre te bieden heeft aan teer! Zo strak als een biljartlaken, zo gripperig als schuurpapier en tegelijkertijd zo goed onderhouden! Alle bochten draaien zo verschrikkelijk mooi in, de hellingshoek beweegt met de bergen mee, echt ge-we-ldig! Niet alles natuurlijk, zo’n 20% is minder goed onderhouden. Hier zitten flinke kuilen en gaten in het wegdek, die overigens heel netjes worden aangegeven met pilonnen aan de kant van de weg.
Ik vraag me echt af hoe ze zulke mooie natuur zo perfect hebben weten te combineren met zo’n mooi wegennet. De snelwegen (E6) en dergelijke zijn niet zo bijzonder, maar zodra je hiervan afwijkt en je hart de route laat maken, sla je steil achterover.
Al snel merkte ik dat het groen, minder groen werd en dat de bossen steeds minder dichtbegroeid werden. De wegen werden beter, de lucht werd ijler en de medeweggebruikers werden schaarser. Als snel draaide ik een heerlijke doordraaier door en werd ik overdonderd bij het vergezicht. Wat een landschap, wat een plaatje! Alsof ik in een ansichtkaart rond reed. Snel de trouwe Strom aan de kant gezet en plaatjes geschoten!
Al snel reden we weer onderaan de berg, waar de pittoreske dorpjes en kleine industriegebiedjes de overhand hadden. Al snel naderde mijn bestemmingspunt, en het was pas 12:45 uur! Die 159 kilometer zijn vlotter voorbij gegaan als verwacht op deze wegen. Hmm wat nu? Veeeeel te vroeg om een kampeerplekje te zoeken, geen zin om te vissen en om van cultuursnuiven nog niet eens te spreken. Nog maar een keer dan!!
TomTom aangezet en wederom een leuk blauw/groen plekje uitgekozen en voor de optie “kronkelroute” gegaan. Kijken tot in hoeverre dat van de normale routeoptie afwijkt hier. Ik heb het eigenlijk niet gemerkt. (Zal er misschien mee te maken kunnen hebben dat je hier helemaal geen rechte wegen hebt?).
Onderweg weinig motorrijders gezien, overheersend hier zijn de Duitse 65plussers die er met hun camper op uit trekken om in de laatste jaren nog eens wat van de wereld te zien. De motorrijders die je trouwens tegenkomt, geven eigenlijk nooit een handje of vingertje als groet. De Noorse rijders vinden het klaarblijkelijk nodig om, als je elkaar tegemoet rijdt met dik 180kmu verschil, je zowat een highfive te geven! De armen vliegen om je heen en als het maar even kan springen ze bij je achterop om je een knuffel te geven! Van stoere Vikingen niet gesproken uiteraard, maar die hebben het veel te druk met hun baard uit de ogen te houden.
De rijder die er vandaag uit sprong was een BMW R1200RT rijder die ik in een dorpje voorbij reed toen hij aan het opzadelen was. Ik schonk er niet zo bijzonder veel aandacht aan en een vrolijke hand in de lucht vond ik voldoende. Na een kwartiertje te hebben doorgebuffeld zag ik echter iets in de spiegel wat verdacht veel leek op de koplamp partij van een RT. (Die je hier zelden ziet omdat alle voertuigen ACHTERLIJK duur zijn. Wij hebben niks te zeiken met 21% BTW, hier hebben ze 180% belasting op voertuigen. Koop een motor van 10.000 en je bent 28.000 kwijt.)
Na een paar kilometer kroop de motor achter me steeds dichterbij, waarna ik deze dus inderdaad herkende als een RT. De rijder reed een tijdje achter me, totdat hij me ging inhalen. Dacht ik…..
Hij ging (op 1 smalle rijbaan) naast me rijden en begon te zwaaien met zowel arm als been. Ik dacht dat er iets van mijn motor afgelazerd was of dat ik een halve eland tussen mijn tanden had, maar nee. Hij zakte weer af en dat was het.
Ik vond het apart en besloot de standaard afschudmethode te gebruiken (4x rechts afslaan) om te kijken of mijn vermoedens klopten. En jahoor, daar kwam die, als wormvormig aanhangsel achter me aan dartelen. Nog achterdochtiger als eerst vond ik dat het maar eens tijd werd voor een peuk. Ik draai een drukke parkeerplaats op en stop falikant in het midden. Mocht er iets geks gebeuren, ben je in ieder geval niet alleen! De rijders gaat schuin achter me stil staan en zet zijn motor uit. Hij stapt af en loopt met dichte helm naar me toe. Ik natuurlijk al direct in de startpositie met hand dichtbij de jaszak waar mijn mes in zat (you never know). Hij doet zijn helm af en wat komt eronder vandaan? Een glimlachende 85-jarige die zonder pardon door zou kunnen als Kerstman! Hij begint keihard te lachen en geef me een klap op de schouder. Hij stelt zich voor en we hebben nog een kleine drie kwartier staan kleppen voordat we beide besloten dat het tijd was verder te gaan. Zo zie je maar, onder iedere helm komt een andere ziel vandaan.
Nog nagenietend van het gesprek met de gepensioneerde, naderde ik alweer mijn eindpunt. Hoe kan dat nou? Alweer 221 kilometer gereden? Het is pas half 5! NOG EEN KEER!
Weer een routepunt ingesteld en besloten dat dit de laatste zou zijn van vandaag en met 120 kilometer ook de kortste. Een klein half uur in de route nader ik een dorp waar ik het verassend druk vond qua verkeer en activiteit. Ik rijd het dorp nog niet in of ik word door een verkeersregelaar van de weg geplukt. Ga jij daar maar parkeren. Parkeren? Waarom?
Meneer sprak gelukkig geen woord engels (de eerste) dus met handen, voeten en Jip- en Janneke- taal kwamen we er na een kwartier achter dat ik helemaal niet voor het houthakkersfestival kwam. Nog net niet op z’n knieën bezweek hij onder het schuldgevoel dat hij iemand voor niets had laten wachten. Ik zou hem bijna een ijsje en een aai over de bol geven, zo zielig dat ik het vond. Maarja, laten we dat maar niet doen bij een houthakker van 2 bij 2.
Even verderop ging de weg weer enorm omhoog waar ik mij bij elke bocht zat te verheugen op het landschap. Het kwam maar niet, en het kwam maar niet. Totdat de heuvel kwam. De klim van 22%, de lucht die snel ijler werd en de motor die het er steeds moeilijker mee had. Gelukkig heeft ze het volgehouden zodat we getrakteerd konden worden op een 360 graden vergezicht! We are on top of the world!!!! Schitterende witte bergtoppen aan alle kanten en fjorden waar je U tegen zegt. Wauw.
Helaas moesten we ook weer naar beneden wat een aanslag was op de remmen. Ze werden goed warm en begonnen lekker te suizen. Na twee keer terugschakelen en wat te remmen op de motor hadden de remmen er weer iets meer zin in. Eenmaal beneden gestopt bij een tankstation (wat dus een micro Makro leek te zijn) om bij te tanken. Loop naar binnen en zie een collectie aan artikelen waar menig Decathlon, Ikea, Makro of Albert Heijn jaloers op zou worden. Van oplaadspulletjes, tot waadpakken, tot pizza’s, tot tabak, tot alcohol, tot hotdogs. Voor een zaak ter grootte van een gemiddelde Nederlandse achtertuin was het bijzonder uitgebreid. Na een hotdog naar binnen te hebben geslobberd weer naar binne gelopen om de eigenaar te bedanken en te complimenteren op zowel de zaak als de hotdog.
Snel weer verder gegaan. Op het laatste stuk door een schitterend fjord gereden. Vraag me alsjeblieft niet waar ik ben en waar dat was, want ik heb geen flauw benul. Kijk maar op de link op de website hahaha.
Bij het eindpunt rustig op zoek gegaan naar een slaapplek. Na meerdere “private property” bordjes over het hoofd te hebben gezien en dus ook meerdere malen heel raar te zijn aangekeken door de landeigenaar die topless in z’n schommelstoel op de veranda van het zonnetje te genieten, eindelijk een plekje gevonden. En wat voor plek!
Het is hier werkelijk prachtig! Snel de tent opgezet en spullen uitgepakt. Hengeltje helaas zonder resultaat nog even in het water gehad en vervolgens maar op het gemakje de benzinebrander in elkaar gezet. Na een flinke steekvlam werkte het eindelijk en heb ik de steelpan erop gezet. Hier 4 eitjes in geklutst die ik bij het tankstation gekocht had. Lekker hoor, als je nog niets gegeten hebt!!
Na een aantal flinke scheldpartijen vanwege de muggen, maar besloten de blog in de tent te schrijven. Mijn god, wat zijn de muggen verschrikkelijk. De grootste zijn niet het ergst, het zijn de kleintjes. Die kruipen overal tussendoor en zijn met minimaal 150 miljard tegelijk. Oh well, blij met het muggennet van mijn tent.
Lieve mensen, ik ben gesloopt. Oogjes dicht, en snaveltjes toe.

Lieve Fay, deze is voor jou!








































BLOG dag 5:
18-07-2015:
Ik heb vals gespeeld…… Lees verder waarom. Ga maar vast zitten, dit wordt een lange!
Vandaag was me een dag om nooit meer te vergeten. Vanochtend schrok ik om een uur of 9 wakker vanwege een flinke plensbui. De regen kletterde op m’n tentje, wat nog best wel een aardig geluid produceert. Ik besloot nog maar even te blijven liggen om te kijken of het zou stoppen. Na anderhalf uur was ik het volledig zat en ritste ik de buitentent open.
Eenmaal buiten besefte ik me dat het allemaal best mee viel. Alleen zo te zien aan het waterpeil van het meer voor me regende het al wat langer. Ik gok dat het water toch zo’n 20cm was gestegen!
Aan de wolken te zien, die gracieus doch agressief als golven over de bergen heen rolden zou het nog wel even blijven regenen. De lucht presenteerde zijn eigen feilloze versie van “Fifty Shades of Grey”. Desalniettemin moest er vandaag toch gereden worden. Zoveel mogelijk spullen in de tent opgeruimd en ingepakt (wat best een uitdaging is met een kleine 2 meter, een pijnlijke rug en slechte knieën). Vervolgens de motor gepoogd terug te zetten op hardere ondergrond. Helaas moest ik hiervoor door een kuil met daarna direct een flinke heuvel van zo’n 2 meter hoog (was gisteren makkelijker, naar beneden toe). Dit bleek nog een flinke uitdaging, want waar ik gisteren rustig doorheen reed, was veranderd in een snelstromende wildwaterbaan van zo’n 35cm diep.
Daar zit je dan, met een zware motor, met nòg zwaardere bagage op een eiland (ik zat op een soort van verhoogd schiereiland-platform-idee-dingetje). Wat nu? Met de inspiratie uit de dierenwereld besloot ik wat stenen te zoeken en de wildwaterbaan tot stoppen te dwingen. Na een half uur klooien met zware stenen en takken had ik eindelijk een prachtige dam gebouwd (waar ik helaas geen foto van heb, telefoon was leeg). Echter bleek de ondergrond natuurlijk ook één grote drassige moerasmeuk te zijn geworden. Van de laatste stenen die ik vond maar een soort bruggetje gemaakt van 40cm breed. I love a challenge!
Vol goede moed (en ook flink wat gezonde spanning) zette ik in the middle of nowhere het contact aan om vervolgens het gebrul van de Strom te ontketenen. Nog net niet met de ogen dicht nam ik een aanloop en knalde met mach 6 over het zelf-gefabriceerde bruggetje om vervolgens met veel te veel moeite een helling van 30 graden te beklimmen. Eenmaal veilig aan de top zette ik trots de motor uit en hevelde deze vakkundig op de bok.
Nu snel alle spullen naar de motor sjouwen voordat letterlijk en figuurlijk de dam breekt. Ik met een bloedgang alle meuk over het bruggetje en de helling gesleept om vervolgens weer heerlijk met spanbanden en bagagenetten aan de slag te gaan.
Na dik een uur bakkeleien met de gewichtsverdeling besloot ik met mijn slimme kop even de motor zelf te controleren (tip aan zelf: doe dat de volgende keer voordat je deze opzadelt). Alle lampjes en overige elektronica gecheckt, de vloeistofjes gecontroleerd en de staat van de banden, remmen en ketting eens stevig aan de tand gevoeld. Tot mijn schrik besefte ik mij opeens dat sinds ik deze ketting en tandwielen heb laten vervangen (zo’n grove 2500 kilometer geleden), ik deze werkelijk nog nooit heb gesmeerd. Oeps……
Dus weer fijn de roltas van de koffer af, koffer open, S100 kettingzooi eruit. Nu het leukste, het achterwiel draait uiteraard niet vrij rond in verband met het vele gewicht achterop. Op de knietjes, met het achterhoofd de motor aan de achterzijde omhoog duwen (en mensen maar afvragen waar ik die stierennek vandaan heb), met de rechterhand de ketting inspuiten en met de linkerhand het wiel draaien.
Gelukkig verliep het volgens plan en konden we ertegenaan. In verband met de regen en lage temperatuur (om en nabij de 12 C°) flink ingepakt (a la Michelin mannetje) en om 11:07 uur in het zadel gaan zitten.
Wie maakt hem af? HOP HOP…………
De eerste 30 kilometer viel het nog mee met de regen. En toen reed yours truely het dal uit. Mijn god, wat een verschrikking. De hele godganse dag regen, regen, regen. En dan niet de Nederlandse miezer, nee, REGEN!
Ik probeerde mijzelf nog zoveel mogelijk wijs te maken dat de meeste regen naast me valt, maar zodra je begint te voelen hoe de kleding in de buurt van het klokkenspel zijn waterdichtheid begint te verliezen, vervliegt al gauw alle hoop op herstel van het klimaat.
Tot overmaat van ramp begon ik in de tanktas wat bekende pieptonen te horen. In samenspel met rugpijn en behoefte aan nicotine maar even gestopt bij een tankstation waar ik tot de ontdekking kwam dat de GoPro actiecamera, bezeten was of spontaan zijn eigen leven ging leiden. Het beeld deed nogal raar en opladen ho maar. Na de accu verwisseld te hebben bleef deze het doen en heb ik in frustratie de camera in de tas gesodemieterd en heb ik de tank volgegooid.
Hierna even naar binnen gelopen om te betalen. Het lijkt alsof ieder tankstation in Noorwegen is ingericht als winkelcentrum. Wederom van alles wat! Van sokken, tot vleeswaren, tot bouwmaterialen, tot keukenkastjes. Heel bijzonder, een Zeeman, Ikea, Mediamarkt, Sligro, Gamma, Ici Paris en Lidl in 1! De lokale tankstations proppen alles in een ruimte waar een gemiddelde Nederlandse BP net een schap met kauwgum kwijt kan. Holland, eat your heart out! Werkelijk bizar!
Na wat kauwgum en twee zakken kaneel/vanillebroodjes te hebben gekocht ben ik vrolijk weer naar de Strom gehuppeld, die wonder boven wonder, vrijwel opgedroogd op me stond te wachten aan de pomp.
Snel een zak kaneelzooi naar binnen
gepropt en het zadel weer bestegen.
Ik besloot, omdat met dit weer zoveel bochten te rijden niet heel handig is, om de E6 weer op te draaien en het kompas op Noord te houden. Na een paar kilometer begon ik me langzaam te realiseren dat het wegdek, dat ik gisteren nog zo prijsde, veranderd was in één grote beek. De afwatering is, ondanks alle hellingen, zeer slecht te noemen. In iedere bocht lag een flinke plas water, die rustig door de ingesleten sporen over de weg kabbelde. Elke bocht bleek een uitdaging, want ondanks de splinternieuwe banden (met nog net geen traktorprofiel) merkte je al snel dat het asfalt glad werd met flinke regen. Overal rustig aan doen was het advies, en dat advies volgde ik met alle liefde op.
De snelheid ging er, samen met de zichtbaarheid, steeds meer uit. Want water blijft namelijk heel vaak plakken op het vizier van je helm, waardoor je geen drol ziet. Tevens gebeurt het bij nat weer al snel dat het aan de binnenkant gaat beslaan. Na 15 kilometer regen (op de 60km wegen) zag ik dusdanig weinig dat het een zeer verstandige beslissing was om maar even een rustpuntje uit te kiezen.
Hier even het vizier schoongemaakt, binnenkant ontwasemd, nicotine en cafeïne (cola) aangevuld en weer verder gegaan.
Het viel mij in Oslo al op, maar nu al helemaal. De Hotrod scene in Noorwegen is best wel groot! Overal (in weer en wind) komen de gechopte Model t’s en verlaagde Bel-Airs je in alle kalmte voorbij zoefen. Erg gaaf om te zien, en nog vetter om te horen. Want een hotrod is en hotrod niet, als die minimaal een v8 heeft en een flinke brulpijp. Gelukkig weten onze noordelijke vrienden van wanten, want geen hotrod die je niet hoort aankomen hier! Helemaal gaaf!!
Ondertussen begon ik het kouder en kouder te krijgen. Tevens begon ik steeds meer verkrampt te rijden, wat hier niet handig is! Toen kwam de geniale ingeving dat ik handvatverwarming heb!! Snel via het paneeltje de verwarming op 100% gezet en al snel kwam het lekkerste gevoel ooit! WARMTE! Ik ben er ooit voor gewaarschuwd, maar heb er nooit zo’n rekening mee gehouden. Handvatverwarming kan dusdanig heet worden dat je je handen verbrandt. Oh, dat zal mij toch niet gebeuren?!
Wel dus…. Het werd drukker op de E6 en ik was flink ge-preoccupeerd met het verkeer. Ik merkte op een rustig moment op dat mijn (winter)handschoen flink aan het handvat plakte. Deze stonden ondertussen ook op standje ‘hel’. Ik liet het handvat los en merkte direct al dat ik wat zenuwen heb verpest… De rode vlekken/halve brandblaartjes staan op m’n handpalmen. Lekker dan.
Ik stopte voor een sigaretje en om de route eens nader te bekijken, want dit werd wel heel saai. Ik besloot hem iets aan te passen waardoor ik spontaan op een heerlijke weg met goede afwatering terecht kwam. Toen ik al even geen instructies kreeg, keek ik in een oogwenk naar het scherm van de TomTom waarop ik zag dat ik pas over 267 kilometer (!!) rechtsaf bij de rotonde moest gaan. Wauw, 267 kilometer op 1 kronkelweg!
Na een hoop regen en tussenstops leek het me leuk om mezelf eens voor een flinke uitdaging te zetten. Geen voet aan de grond tot aan de rotonde!
Pfffffff en wat een uitdaging ook! Ik mezelf kennende vergeef ik het me nooit meer als ik deze uitdaging niet haal. Maargoed, niet geschoten is altijd mis zullen we maar zeggen!
De eerste 150 kilometers waren slopend. Ook voor de motor, die begon tekenen van dorst te vertonen. Shit, nu moet het wel. Snel gestopt bij de pomp om haar even te vertroetelen met wat ’95. Peukje opgestoken en verder gegaan. Na 30 kilometer achter de meest verschrikkelijke franse camper te hebben gezeten (oude Citroën die bij ieder heuveltje van meer als 3% niet meer boven de 25km uit kwam), kon ik er eindelijk veilig voorbij! Ik seinde de bestuurder even te stoppen, omdat er een rij van denk ik dik 50 auto’s zeer geagiteerd achter hem reden. SPIEGELEN OUWE!
De dennen en sparren maakten al gauw plaats voor loofbossen en open vlaktes. De vergezichten maakten plaats voor wolkendekken en mistbanken. En de lol van het rijden, maakte al snel plaats voor de haat aan regen. Alles, letterlijk alles was nat. Dan kan je nog zulke goede kleding, incl regenkleding, hebben. Je wordt gewoon nat! Alsof Noorwegen haar regen heeft getraind om alleen in de meest onmogelijke plaatsen naar binnen te sijpelen, droop ik een parkeerplaats op.
Hier kwam de beslissing waar ik flink wat kilometers over twijfelde. Ga ik de komende weken strontziek op de motor zitten om mijn eigen doel “back to basics” te halen of doe ik er verstandig aan om een nachtje goede rust te pakken en alles uit te kunnen hangen?
Mijn beslissing viel op het laatste. Ik drukte op het knopje “nuttige plaatsen” om vervolgens “hotels/motels” aan te klikken. Hierna koos ik het dichtsbijzijnde hotel. In Mosjøen bleek dit hotel zich te bevinden. In de bittere regen en gure wind jakkerde ik over de bochtige wegen door naar Mosjøen waar ik eindigde bij een hotel. Hier gevraagd om een kamer voor 1 nacht.
Gelukkig was het antwoord “yiesch” of zoiets maar ik kon er ‘ja’ uithalen. Gelukkig…. ik was het helemaal zat. Motor gestald voor de nacht, kamer 360 opgezocht en de douche aangezet.
Ik dacht dat handvatverwarming met koude handen lekker is, maar dit. Alsof de engeltjes over me heen straalden, stroomde de warme harde stralen over m’n haar. Oeps, iets te erotisch? Heb “50 shades of grey” nog in m’n hoofd.
De beste douche die ik ooit heb gehad draaide lekker door naar de 40° wat ietsjes te heet was.
Na de douche nog even lekker aan de wandel gegaan, want nu kan het! Het meest pittoreske dorpje wat ik ooit heb gezien, in het mooiste fjord waar ik tot nu toe ben geweest, lag aan mijn voeten. De foto’s zeggen niets over de sfeer die hier hangt! Je ruikt de houtkacheltjes bij iedereen branden, je voelt de kille noorse wind op je huid en je ziet de kleine (schotse en scheve) houten huisjes met daarachter een bergwand waar je U tegen zegt!!
818 meter hoog zijn de bergen waar we tussen zitten! Dat ik ruim 409 keer ik! De bomen maken halverwege plaats voor enorme rotspartijen en mini gletsjers die uitmonden is geweldige watervallen! Echt prachtig!
Al met al was het een zware etappe vandaag, die met een rustig en warm slot tot zijn einde komt. Gisteren heb ik in totaal 509 kilometer gereden! Vandaag was dat om en nabij de 400 a 450. Ik vind het allemaal prima, helemaal gescheten!
Morgen weer een dag, met vermoedelijk hetzelfde weersvooruitzicht. Gelukkig kan ik me nu, met de kennis van vandaag, iets beter voorbereiden. Hopelijk blijft alles waterdicht!!
Lieve mensen, slaap lekker. Blijf liken en delen, zodat Fonds Gezond Geboren zo groot wordt als dat het verdient te worden! Close the curtains and go to bed!!
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

BLOG dag 6:
19-07-2015:
Wat kan eens mens zich vergissen…..
Vandaag was een bijzondere dag! Verder in het verhaal zal je zien waarom. Vanochtend werd ik uitgerust wakker in het hotelbedje, waarna ik, na een lekkere douche i.c.m. gebitschrobsessie, een klein ontbijtje heb genoten.
Om strak 10:00 uur was ik wederom opgezadeld en klaar voor dag 6 van de ‪#‎Ride4Fay‬‬. Vandaag stond de TomTom ingesteld op een stadscentrum, maar welk stadscentrum? Jaja, het noordelijkste punt in mijn route, Bjerkvik!! 545 kilometers gaf hij aan. Nou, een dagje flink knallen zou moeten kunnen resulteren in het halen van het eindpunt.
Na de eerste paar kilometers wonderbaarlijk droog te hebben gereden, begon ik de spetters op m’n gezicht welliswaar te missen! En uiteraard, na de eerste de beste tunnel (8.7 kilometer lang!) was het weerpatroon omgeslagen. Dikke druppels vielen als genadeslagen uit de voluptueuze antraciete wolkenpartijen.
De weg was vergelijkbaar met gisteren. Logisch, want het was dezelfde weg met hetzelfde weer…..
Alleen verdween het asfalt steeds vaker de bergen in. Na iedere halve kilometer was het weer 2 kilometer in de ijskoude, donkere en natte tunnels vertoeven. Desondanks hadden deze een heel merkwaardig sfeertje. Niet zoals de tunnels in Nederland, waar de betonplaten naadloos in elkaar overlopen, waren de slagen van de pikhouweel nog goed zichtbaar in de wanden en het plafond. Deze tunnels zijn ooit volledig met de hand uitgechizzled en zo gelaten. Heel gaaf maar aan de keerzijde ook wel best creepy… Op sommige plekken in de tunnels kwam het water harder uit het plafond storten dan dat het buiten regende… Dikke klodders kristalhelder water stroomden langs de wanden naar beneden, waar ze in protest het wegdek op sijpelden. Diepe plassen waren het resultaat, waar je denk ik met een traktor nog zou gaan aquaplanen.
Maargoed, genoeg geluld over de tunnels. Ik reed merkwaardig genoeg grotendeels solo over de E6 (dat overigens geen saaie snelweg meer is, maar een erg leuke bergroute!) totdat ik een klein groen Toyota Yarisje naderde. Deze reed niet erg hard, eerder zacht te noemen. De dame achter het stuur had het te druk met haar make-up om te bedenken dat het lange pedaal bij haar rechtervoet is om sneller te gaan. Helaas was er voor mij de komende paar kilometer geen veilige plek om te passeren… Ondertussen reed het vrouwtje hooguit 40, op een 90-weg. Gezien het feit dat ik er direct achter zit en compleet gesandwicht wordt mocht een vrachtwagen beslissen om een duwtje in de rug te geven, besloot ik maar te gaan toeteren. In de binnenspiegel zag ik geïrriteerde ogen mijn richting op gluren terwijl ze onveranderd verder ging met haar lipstick. Eindelijk (na 7 kilometer!) Kon ik erlangs en heb ik met een welbekend internationaal handgebaar laten weten wat ik er eigenlijk van vond. Goed, 1 simpele ziel verder naar het Noorden!
Sinds ik mijn vizier schoongemaakt heb en behandeld met speciale meuk, wat ik standaard bij heb, gaat het vele malen beter met het zicht. De druppels gleden zonder tegenstribbelen de grond tegemoet terwijl ik vrolijk fluitend en zingend genoot van een droog gezicht!
Afijn, wederom een grijze en natte dag. Het enige blauw wat ik de afgelopen twee dagen heb gezien zijn de kappen van mijn motor, het lampje van de handvatverwarming en de blauwe energiezooi wat ik drink om me “beter te kunnen concentreren” (tussen haakjes omdat die troep toch nooit werkt). Verder is alles grijs, groen of geel (wegmarkeringen). Ohja en het oranje van mijn dashboard gelukkig! Anders zou het helemaal saai worden.
Ik ben trots op de Strom! Ze houdt het geweldig vol en geeft geen kick ondanks het zware gewicht op het zadel en in de koffers. Ze heeft het zo nu en dan natuurlijk wel zwaar maar dat is makkelijk op te lossen door de versnellingsbak in z’n 4 te trappen en met 6000 toeren de berg op te keilen.
Helaas houden de vlaggetjes achterop het wat minder goed vol. Als een echt piratenschip befaamd, scheuren ze aan alle kanten in. Erg vind ik het niet, laat de kilometers maar zien!
Na het zoveelste kleine dorpje te hebben wakker geschud werd ik plots finaal afgesneden door een levenmoeie tr*t in haar gifgroene kia picanto. Ze vond het nodig om (terwijl ik met dik 90 aan kwam) zo’n 50 meter voor me, vanuit stilstand de weg op te draaien. Nadat ik vol in de ankers ging, de tegengestelde rijbaan opsjeesde en mezelf bijna als een dooie mug tegen de voorruit van een vrachtwagen plette, heb ik de vriendelijke Oost-Europeaanse (Czechië of weet ik veel hoe je het schrijft) even flink laten schrikken door met een dichte helm (met daaronder de pretbek van mezelf, omdat ik weet hoe mensen schrikken van motorrijders) naast haar te gaan rijden. Als een bange puppy staarde ze recht vooruit en ik wist dat mijn taak volbracht was. Die let vanaf nu wel even iets beter op.
Even later kwam ik (nog steeds op de E6) achter een zwarte Ford Mondeo station te rijden die lekker het tempo erin had. Yes, dacht ik. Eindelijk iemand die een beetje door rijdt.
Helaas kwam ik erachter dat de roetfilter zijn werk niet meer deed en ik de heerlijke zwarte dieselwolken mocht inhaleren. Afzakken ging ook wat lastig in verband met de Tesla die de letters op mijn banden wilde lezen ofzo, zo dicht dat hij op me zat. Dan maar een paar kilometer kuchen. Na 14 km vond ik het welletjes en kon ik eindelijk een veilige inhaalmaneuvre uithalen. Heerlijk, de weg weer voor mezelf!
Ik reed ondertussen in een landschap waar je op ieder moment zou verwachten, dat er een paarse Milka-koe uit de bosjes zou springen en dat het chocoladerepen zou gaan regenen. De vele campers maakten plaats voor rust en lege wegen. De koeien en schapen stonden als standbeelden langs de weg te grazen, terwijl ik voorbij kwam. Totdat ik even behoorlijk in de ankers mocht vanwege een “gate-malfunction”. De schapen en koeien stonden nu ineens óp de weg, in plaats van ernaast. Na een aantal keer met de scheepshoorn te hebben gewaarschuwd, besloten de beestjes toch maar even terug naar het weiland te banjeren.
Hoe verder ik ging, hoe extremer de omgeving werd. Steeds meer gletsjers sierden de bergentoppen en steeds meer watervallen kletterden langs de weg naar beneden. Gek dat ik ben op watervallen, ben ik even gestopt voor wat kiekjes. Even later was het weer tijd om te tanken, dus koos ik een knusse Statoil langs de weg. Hier is bijna alles pinnen aan de pomp, dus vol goede moed stak ik het pasje in het apparaat. “DECLINED” las ik op het scherm. Huh?! Nu al het spaargeld op? Neh, dat kan toch niet! Na even naar het winkeltje te zijn gelopen om het verhaal uit te leggen, stapte de medewerker met een chagrijnige blik naar buiten om het eens van dichterbij te bekijken. Wederom, Declined. De medewerker gaf een fikse klap op de machine waarop ze het weer probeerde. “ENTER PIN NUMBER”…….
Oké, alles hier is dus op te lossen met een flinke tik haha.
Na de Strom te hebben afgetankt, ging het gas er weer op! De mooie, schone motor was ontertussen ten prooi gevallen aan de vele liters regenwater, modder, roet en andere troep. Want oh, wat is ze smerig! Hoort erbij!! Lekker laten zitten, gebruik de motor maar eens waar ze voor gebouwd is!
In 1 lange doordraaier veranderde opeens alles! In 1 klap was het bos verdwenen, zag je alleen nog maar rotspartijen en mos, was de weg 10 keer beter onderhouden en stond er spontaan een straffe noordenwind die gepaard ging met ijzige mist. Na meerdere malen mijn oren te hebben ‘geplopt’ besefte ik me dat het hoogteverschil de grote boosdoener was!
We reden bovenop een bergpas, met links uitzicht op verre besneeuwde pieken en rechts uitzicht op een enorm diep dal met daarin een schitterend meer. Voor me werd het steeds platter en platter. De sneeuwplakken die eerder nog zo ver weg leken, kwamen steeds dichterbij en ik kreeg het gevoel dat ik op het dak van de wereld reed. Na een korte tunnel zag ik niets dan wit! Bij de eerste de beste parkeerplaats ben ik dan ook gestopt en heb ik een levenslange droom in vervulling gebracht! Voor het eerst in mijn 21-jarige bestaan sta ik dan eindelijk in de eeuwige sneeuw!! Wauw!
Een mengelmoes van opluchting, euforie en energie overkwam me en ik besloot een uurtje te gaan klimmen rn klauteren! Na de eerste stappen in het ijs bevond ik me ineens alleen op de wereld. Niets deed er meer toe, ik hoorde even helemaal niets meer. Na wat te hebben rondgeschuifeld in de sneeuw heb ik wat tijd genomen foto’s en video’s te maken die ik er vanmiddag op heb gezet. Hier de foto’s!
Hierna ben ik verder gereden waarop ik nog geen kilometer verder weer aan de kant van de weg stond. Waarom? Kijk goed op de ingezoomde foto’s, hier zie je een klein deel van een kudde van dik 30 elanden!! Geweldig om te zien! De enorme geweien die overduidelijk in de weg zaten met grazen en de kalfjes die zonder besef van de omgeving achter pa en ma aan renden. Wat een gaaf moment!
En dan nu…….. Waar ik al mijn hele leven naar uit keek! DE POOLCIRKEL! Ik zag de bordjes aan de kant van de weg staan en ik geloofde mijn ogen niet! Het zal toch niet? Oh jawel! Aan de horizon doemde ineens een groot aantal monumenten op die mij direct duidelijk maakten dat dit het moment was. Snel reed ik de parkeerplaats op de poolcirkel op om wat kiekjes te schieten en de symbolische “1 voet aan de ene kant, 1 voet aan de andere kant” actie uit te voeren…
De euforie die zojuist bij de sneeuwbank over me heen kwam, liep nu de spuigaten uit! Wat een fantastisch gevoel om over de poolcirkel te zijn. Snel belde ik naar het thuisfront om trots en opgelaten mijn verhaal te doen! Verrast door de goede ontvangst reed ik verder om zo’n 10 minuten met paps en mams te hebben gebabbeld.
Al snel werd de zichtbaarheid slechter en slechter en dacht ik een simpele mistbank in te rijden. Ik keek naar links en besefte me dat dit geen mistbank, maar een wolk was. Het “in de wolken” gevoel was nu, letterlijk en figuurlijk, compleet! Wat gaaf om op 692 meter hoogte, op je eigen motor, boven de poolcirkel, door een wolk te rijden! Helaas bedacht ik me al gauw dat deze hoogte niet zou aanhouden en dat ik ooit weer onder de wolk terecht zou komen, de kant waar de regen uit komt……
En jahoor, een kleine 3 kilometer hierna voelde ik de eerste druppels alweer mijn wang over glijden. Helmpje dicht en gaan… De gletsjers naast me veranderen al gauw weer in ontzettende watervallen en wild kolkende rivieren die naast de weg, het dal in donderden! Verstand op nul, blik op oneindig, en door rijden maar!
Na een kleine 100 kilometer had de Strom alweer dorst. De ijle lucht heeft weinig voordelen voor de motor… Bij de eerste de beste Statoil eraf gegaan om aan de pomp weer een “declined” melding te krijgen. Even rondkijken, onopvallend een deuntje fluiten en terwijl je de lucht inkijkt en flinke dreun geven op het apparaat. Helaas zag de eigenaar dit en kwam even verhaal halen. Na mijn actie nederig te hebben verklaard aan de pisnijdige kerel, stonden we gelukkig samen te lachen. Hij bood me wat drinken aan en samen hebben we even rond de tafel genoten van een frisje en hotdog on the house! De eigenaar (knotsgekke kerel) vertelde mij over z’n trip naar Amsterdam waar hij het woord “Nouiken” had geleerd. Een lege blik van mijn kant verder legde hij uit dat hij op de RedLightDistrict rondliep totdat een schaars-geklede dame achter een winkelraam dit naar hem riep. Na hem al gierend te hebben uitgelegd wat dit betekende, rolden we beide bijna van het lachen door de winkel. Na een half uurtje lachen, gieren, brullen vond ik het tijd om weer op te stappen. Na de knaap bedankt te hebben stapte ik op en reed ik, onder wild gezwaai van Bjørn, de regen tegemoet.
Na een paar minuten rijden ging het dusdanig hard regenen dat ik er even klaar mee was. Ik heb gedurende een uur een bushokje bezet en heb in de tussentijd, na wat peukjes, de regen zien verminderen. Bij het opstappen schoot het helaas gigantisch in m’n rug… Ik heb al een niet zo sterke rug, dus dit heeft lang op zich laten wachten. Verkrampt van de pijn probeerde ik de motor weer op de jiffy te krijgen. Met hulp van een ingeseinde trucker hebben we de motor gelukkig veilig op de jiffy gezet waarna ik uit de topkoffer, mijn rugbrace heb gepakt. Als een vrouw uit 1920, stapte ik inclusief corset, stijf maar pijnloos de motor weer op.
Vandaag had ik als grote doel, Bjerkvik. Uiteraard redde ik dit vandaag niet. Niet op deze manier. Ik heb mijn doel voor vandaag aangepast en deze heb ik gelukkig gehaald! WE ZIJN OP ÉÉN DERDE!! Zojuist ben ik de 2500 kilometer gepasseerd!!!! YES! Nu weer verder, nog een klein stukje.
Tijdens de rit voelde ik me steeds slechter en verkrampter. Ik besloot dat ik ook deze nacht niet zou kamperen. Rijden met rugpijn is al geen pretje, maar een tent opzetten en daar een thuisje van maken, is helemaal niet te doen! In de laatste tunnel in de route begon ook de kou parten te spelen voor mijn extremiteiten. Mijn vingers werden, ondanks winterhandschoenen, plastic zakjes en handvatverwarming, compleet gevoelloos. Mijn benen begonnen pijn te doen, dus als een heer heb ik toegegeven aan mijn verslagenheid. Ik heb dit overschat. Ik heb me vergist in deze reis.
Uiteraard gaan we gewoon door, want de schitterende natuur en heerlijke wegen maken alles weer goed, maar het kamperen zit er voor nu even niet in. Kamperen, goed te doen! Motorrijden, goed te doen! De combinatie, onder de huidige omstandigheden, is gewoon te veel voor mij. Ik heb vakantie, ik ga mezelf niet kapotmaken omdat ik een doel wil halen. Het grootste doel, 7500 kilometer en een mooie inzameling voor Fonds Gezond Geboren gaat natuurlijk gewoon door! Alleen heb ‘back to basics’ gaat me voor nu even te ver.
Ik heb me zojuist ingecheckt in een rustig klein hotel, waar ik na een hele lange, hete douche mijn lichaam even de broodnodige rust kan bieden na twee zware dagen.
Beste mensen, jullie schrijven zulke lieve reacties en bieden mij zoveel steun! Helaas kan ik door de beperkingen van het interweb, niet alles beantwoorden. Weet wel, dat iedere reactie of steunbetuiging, rechtstreeks mijn hart in gaat. Bij deze nogmaals, ontzettend bedankt voor de support!
Morgen ga ik 100% Bjerkvik halen, waarna we bij goed weer, gewoon doorkachelen de Lofoten op!
Ahwyeaaahhhhh! For you Fay





BLOG dag 7:
20-07-2015:
Wat een dag……… Ik ben compleet bekaf.
Vanochtend vroeg wakker geworden door het gekrijs van de zeemeeuwen die mij leken te volgen. Snel het bed uit gejumpt en de spullen gepakt. Ontbijt volledig uitgebuit omdat het hotel veeeeeel te veel vroeg voor veeeeeel te weinig. Revenge is sweet!
Na het ontbijt wat leuke souvenirtjes gekocht en een mooie sticker voor op de topkoffer. Na te hebben beseft dat een sticker plakken bij drijfnat weer niet werkt, heb ik de sticker maar weggestopt. Exact om 09:00 uur zijn we wederom in de stromende regen. gaan rijden met als doel: BJERKVIK!
Slechts een aantal kilometer na het hotel begon de weg steeds meer en meer te kronkelen. De eerste haarspeldbochten waren dan ook al snel een feit! Heerlijke korte doordraaiers waar Valentino Rossi van zou gaan kwijlen. Als een waar MotoGP-coureur crosste ik met een flinke gang over de brede bergweg.
Al vlot kwam ik natuurlijk achter het trage vakantieverkeer terecht… Oude duitse dieselcampertjes met twee 65+’ers die niet harder durfden dan 40 a 50. Normaal gesproken erger ik me hier niet zo aan, die mensen genieten gewoon lekker van het ritje. Maar vandaag trok ik me dit om één of andere duistere reden behoorlijk aan. Ongeduldig zwaaide ik na iedere heuvel of bocht de motor schuin achter de voertuigen om een gaatje tot inhalen te zoeken. Na wat (na afloop DOMME) inhaalacties te hebben uitgevoerd had ik de weg gelukkig weer even voor mezelf.
Hoe noordelijker ik ging, hoe extremer de omgeving werd. De steile bergwanden werden nu verticaal en de diepe fjorden werden, voor mijn gevoel, kilometers diepe gaten in de grond waarvan ik de bodem niet eens kon zien. De weg werd steeds steiler en de auto’s gingen steeds langzamer. Ik vond het natuurlijk geweldig en wilde alleen maar harder en harder en harder.
Totdat ik een kruisje aan de kant van de weg zag staan. Dit deed mij even kort beseffen hoe link het hier eigenlijk is. Hierna gedraagde ik me iets hoffelijker en nam wat snelheid terug. Alsnog moest ik de motor behoorlijk laten janken wilde ze vlekkeloos de top bereiken. Hoofdschuddende oma’tjes stonden op de veranda te kijken hoe ik met 6000 toeren langs kwam zeilen en bij elk weiland zag ik de koeien en schapen wegrennen.
Na een (GELUKKIG) droge periode stopte ik voor een snack. Hier ook maar gelijk de sticker geplakt die nu pontificaal, midden op de topkoffer zit. Even later kreeg ik van de TomTom een bijzondere melding. “Houdt verderop links aan en neem de veerboot.” Veerboot? Moet ik met een veerboot? Dat wil ik helemaal niet. Na de TomTom te hebben heringesteld op het vermijden van veerboten was de route spontaan 1200 kilometer geworden….. Oké, dit is dus de enige manier om (zonder Zweden te hoeven betreden) bij mijn bestemming te komen.
Why not! In de rij gaan staan voor de pont en de motor zorgvuldig op de bok gezet. Onder het genot van een peukje zitten koekeloeren naar de uitgestrekte fjorden en kinderen die nog in de pyjama, rondliepen over de verzamelplaats. Even een wandeltje gemaakt en tot de ontdekking gekomen dat er verderop nòg een pont was. Uhm, TomTom, welke moet ik hebben? Truus (koosnaampje) wees me vakbekwaam dat ik in de verkeerde rij stond en de andere pont moest hebben. Die pont daar ja, die al bijna vertrekt. Moet een bloedgang racete ik naar de andere pont om, onder enorm gewuif van de medewerkers, als laatste de pont op te knallen.
Nog geen halve seconde nadat ik het metaal van het dek raakte, zag ik in mijn spiegel de neus van de pont al zakken. ‘Yes, net aan!’. Van de dekknecht moest ik mijn motor snel neerzetten en van het dek afgaan. Ben je niet goed, metaal op metaal schuift snapje! Na kort heen en weer gekibbel kreeg ik dan toch toestemming om bij de motor te blijven om te zorgen dat deze niet van de standaard af zou glijden.
Zo’n 25 minuten later waren we over en mochten we (na een harde dreun van de kadewand) weer verder. Met een kinderachtige glimlach naar de chagrijnige dekknecht reed ik de regen wederom tegemoet.
De rotswanden leken wel direct uit een vulkaan te zijn gekomen, zo mooie gewelfd zijn ze. Binnen de kortste keren spotte ik de eerste berggeiten, die gracieus over de rotsen dartelden. Als een waar toerist glunderde ik met open mond de berg op. Bovenop reed ik uiteraard weer een tunnel in die met een kleine 18% steil naar beneden ging. In een donkere, smalle en ijskoude tunnel is dit behoorlijk angstaanjagend. Ondanks de kou brak het zweet me uit toen een tegemoetkomende VW kever besloot om via mijn rijbaan op het laatste moment een auto in te halen. Onder wild getoeter van mij schoof de beetle gelukkig net op tijd terug zijn eigen baan op. Droeftoeter…………..
Eenmaal uit de tunnel verslechterde wederom het weer. De regen veranderde in extreem dichte miezer. Als er iets vervelender is als regen, is het dichte miezer. Met een halfopen vizier en dichtgeknepen oogjes reed ik voorzichtig achter de achterlichten van de trailer voor me aan.
Een half uur later was ik het even helemaal zat en zat ik er mentaal even doorheen. Truus gevraagd te hebben mij richting een tankstation te dirigeren die mij vrolijk over een steil grindpaadje naar een weggestopte Shell stuurde. Na een tankstop waar ik ook gelijk wat geknabbeld heb en het vizier opnieuw had behandeld, ging ik uit wanhoop op zoek naar een hotel. Na 7 hotels en campings met cabins geprobeerd te hebben gaf ik het op. Alles zit vol en ik heb het steenkoud. Drijfnat droop ik het tankstation weer binnen waar ik op de kruk ben gaan zitten. Na kort wat bijgekomen te zijn begon ik me af te vragen waarom ik me zo uit het veld laat slaan door wat water. We gaan door!
Na een aantal kilometers achter een Nederlandse caravan geplakt te hebben, die ik overdreven vrolijk zwaaiend passeerde, reed ik langs een schitterend fjord waar het kristalheldere water me als een zeemeermin lokte. Ik ben gestopt en heb direct mijn hengel van de motor af gesloopt en ben naar het water geschuifeld. Een paar minuten het water in staren resulteerde in het besef dat hier geen enkel levend organisme lijkt te zitten. Geen krabbetje, kreeft of visje kon ik spotten, dus had het weinig zin de hengel te prepareren. Ik besloot dan maar op schelpen jacht te gaan. Al van jongs af aan heb ik een aparte interesse in schelpen en overal waar ik bijzondere tegenkom, blijf ik even plakken. Na 2 mooie gevonden te hebben en terugliep, zag ik dat de steen waar ik mijn handschoenen, sigaretten en hengel op had gelegd, al drie meter van het strandje, in het water lag. Ik had blijkbaar door mijn zoektocht niet door , dat binnen een half uur het tij ruim 30cm was gestegen! Met tegenzin hinkelde ik het koude zeewater in om mijn spullen te redden van een zeemansgraf. Wat ben ik blij dat ik goede motorlaarzen heb gekocht!! Kurkdroge voetjes én mijn spulletjes veilig aan de kant. Carry on!
Om exact 13:00 uur kwam ik dan eindelijk aan in het noordelijkste punt van de ‪#‎Ride4Fay‬‬! BJERKVIK, EINDELIJK! Zo spectaculair vond ik het eigenlijk niet… Een parkeerplaats met drie gesloten winkeltjes en een stuk of 300 huisjes, thats it. Na een overwinningspeukje en een telefoontje van het thuisfront ben ik gaan bedenken wat nu….. Er restte me eigenlijk naar 1 ding….. Dan nu de beslissing.
Het was pas 13:00 uur en ik wilde door! Waar gaan we naartoe, wat is het doel? Zullen we het op een wedje leggen? (Na ongeveer 6 dagen solo ga je met jezelf babbelen, zingen en wedden). We gaan het gewoon proberen, Å. Å is het uiterste puntje van de Lofoten.
Bizar veel regen, onweer en scheldpartijen later reed ik een tunnel uit en keek ik (gelukkig) even naar rechts. Hier zag ik één van de mooiste uitzichten tot nu toe! Een prachtige rotswand, omhuld in een knappe wolk, met op de achtergrond een zonnig (jawel, zon!) luchtje en op de voorgrond een helderblauwe oceaan en pittoresk dorpje in de schaduw! Wauw!! De motor heb ik snel aan de kant van de weg gegooid en ik ben kiekjes gaan maken.
Hierna lekker dooregereden en tot mijn grote verbazing het uithoudingsvermogen kunnen tonen om gewoon een enorm doel te halen! Om 21:00 uur kwam ik dan eindelijk aan in Å! Voor mij een grote overwinning en toch wel emotioneel moment. Uiteraard direct met een twinkeltje in het oog naar huis gebeld om te vertellen hoe of wat. Maarja dan moet je toch een slaapplek gaan zoeken. Kamperen is niet erg, maar als al je spullen (roltassen hebben helaas hun waterdichtheid verloren) drijf- en drijfnat zijn is het geen pretje om ‘s morgens een schone onderbroek aan te trekken.
Hopeloos op zoek gegaan naar camping of hotel die gelukkig al snel op m’n pad kwam. Nu fingers crossed dat ze nog iets hebben. Een vrolijke receptioniste vertelde mij dat ze nog 1 cabin over had vannacht! YES!
Vandaag was een ware uitputtingsslag. Dik 500 kilometer door weer en wind en ruim 12 uur rijden.
Ik ben er even klaar mee. Ik ga de cabin vol hangen met kleding, de douche aanzettend en ga even genieten van de warmte. Beste facebook vriendjes en vriendinnetjes, het was me weer een dagje wel, wel te rusten en tot morgen! Dank voor alle support en blijf delen, liken en doneren hè!
For you Fay

















BLOG dag 8:
21-07-2015:
Vanochtend werd ik wederom door de meeuwen vroeg wakker. Ik vond het wel even best dus ik bleef lekker liggen. Tot het besef kwam dat ik om 11:00 uur uitgecheckt moest zijn en ik nog van alles moest doen. Kleding uit de cabin plukken (die gelukkig nu grotendeels droog zijn), douchen, alles opnieuw inpakken en ontbijten. Ik besloot te beginnen met een peuk. Zodra ik de deur van de cabin open zwaaide dreef een weerzinwekkende lucht van dode vis mijn reukorgaan in. Wat een lekker wakker worden…..
Na het sigaretje ben ik de douche ondergesprongen. Ik schrok me kapot van de waterdruk, want voor mijn gevoel was deze minimaal 12 bar. De douchekophouder kon de druk niet aan en binnen de kortste keren was de volledige badkamer drijfnat, exclusief mijzelf…. Snel zachter gezet en een half uurtje van de heerlijk masserende stralen water genoten. Hierna vlot de spullen ingepakt (onder het genot van een laag plafond, waardoor ik dus nu een schedel als maanoppervlak heb) en naar buiten gelopen voor wederom een nicotientje. Nog geen drie minuten nadat ik buiten stond zwelde er achter de cabin een gigantisch lawaai op. Op de blote voetjes ben ik, zeer nieuwsgierig, gaan kijken wat er aan de hand was.
Eenmaal achter de cabin stond er een man of 12 in een cirkeltje naar de grond te staren waar flinke stofwolken van opwaaiden. Kort hierna stegen vanuit de cirkel drie grote drones op die sierlijk in de lucht zweefden. Na met gebrekkig ochtend-engels te hebben gevraagd wat zij hier deden was het antwoord kort en krachtig. “Spelen” kwam er uit de mond van één van de brokkenpiloten. Okay, dus je bent momenteel iedereen in de wijde omtrek aan het wakker maken om te spelen… Snugger. Lichtelijk geagiteerd ging ik terug de cabin in waarna ik alle spullen weer op de Strom plakte. Met de sleutel van de cabin in de mond reed ik rustig richting Resepsjon waar ik de sleutel gracieus in de brievenbus mikte om hierna tot het besef te komen dat ik te laat was voor het ontbijt… Sh*t, was het tot 10:00 uur, ik dacht tot 11:00 uur… Met een hongerig buikje en een teleurgesteld gezicht terug gewaggeld naar de Strom.
Gassen maar! Mezelf klaargemaakt en op het welliswaar droge zadel gesprongen. Met een domme blik in de ogen bedacht ik me dat ik nog geen bestemming had uitgekozen. Even op de kaart gekeken en een rustig meertje uitgekozen waar ik een hengeltje kon uitgooien.
20 kilometer verder kwam ik bij het meertje aan (dat overigens een gigantisch fjord bleek te zijn) en kwam tot de onfortuinlijke ontdekking dat dit niet goed begaanbaar was. Hengeltje uitgooien werd ‘m dus niet, maar ik kon wel mijn behoefte tot klauteren even stillen. Na een uurtje flink geklauterd te hebben over de mossige rotswanden en ongeveer 50 keer mijn enkels te hebben verbrijzeld was ik weer terug bij de motor. Paranoide van het aantal spinnen wat ik tegen was gekomen en al druipend van het zweet want ik was uiteraard zo snugger om dit in motorkleding met wintervoering te doen. Domdomdom…
Maargoed, even checken hoelaat de boot naar Bodø vertrekt. Uurtje, toppie! Op het dooie akkertje ben ik richting ligplaats getuft waar het hele terrein al vol stond met campers en caravans. Zeer egoïstisch besloot ik om me zo onopvallend mogelijk bij het groepje Zwitserse motorrijders te voegen die vooraan stonden te wachten. Met smerige blikken van de vakantiegangers sloop ik naar voren. Hier keken de motorrijders met een sneaky blik naar me hoe ik me bij hun voegde. Ze begonnen te lachen en vertelden dat zij 10 minuten daarvoor hetzelfde trucje flikten. Een uurtje stond ik met de Zwitserse rijders te kwebbelen toen vanuit het niks een grote ferry de haven binnen kwam drijven. De neus van het schip ging de lucht in en daarachter stonden tientallen ongeduldige automobilisten te wachten om van boord te mogen. De boot was snel leeg en toen was het aan ons om de schuit te vullen.
Als eerste reed ik de boot op met achter mij zo’n 10 andere motoren. De steward die onder zijn takenpakket de taak had de mensen een plekje aan te wijzen, stond vrolijk naar me te wijzen dat ik het leukste plekje van de boot zou krijgen. En ja hoor, volledig weggestauwd in het uiterste hoekje van het autodek mocht ik het bakbeest op haar plekje manouvreren. Na dik 5 minuten te hebben staan klooien vond de steward het in orde en beval me de motor vast te zetten. Met een nijdige blik in m’n ogen pakte ik een spanband en tijgerde ik over het smerige dek om de spanband aan de haak in de grond te krijgen. Onder luid gejuig van de Zwitserse bikers kroop ik drijfnat van het zweet weer onder de motor vandaan. Na nog wat anderen een handje geholpen te hebben zijn we gezamenlijk naar het passagiersdek gelopen waar we een tafeltje uitkozen.
Om 14:00 uur begon er eindelijk beweging te komen in het drijvende gevaarte en kabbelden we rustig de haven uit. Na een vlot sigaretje heb ik met een hele hongerige pens gevraagd naar een snackbar ofzo… De ferrymedewerkster vertelde me vrolijk dat de keuken zo open zou gaan.
Ongeduldig stond ik aan het rolhek van de catering te kwijlen. Godsgratie ging deze omhoog en heb ik m’n dienblad vol gegooid met yoghurt en broodjes. Na een hamburger te hebben bijbesteld heb ik veel te snel mijn dienblad leeggewerkt. Toen het “je voer is klaar” apparaatje ging piepen ben ik met een bloedgang naar de catering gesprint om mijn hamburger op te pikken. 5 minuten later had ik ook deze opgepeuzeld en zat ik met een voldaan gevoel voor me uit te staren.
Terwijl ik het buitendek op liep voor een peukje ging mijn telefoon. Met op het scherm een onbekend nummer nam ik op. Aan de andere kant een vriendelijke Nederlandse vrouw die mij vertelde dat ze voor Radio2 werkte. Ze vroeg mij of ik met een live interview in de uitzending wilde! Uiteraard zei ik per direct nee en gooide ik de hoorn op de haak! *ik hoop dat jullie het sarcasme kunnen proeven aan de laatste zin* Enthousiast riep ik ‘JA NATUURLIJK!’ en we gingen verder met het gesprek.
MORGEN (22-07-2015) KOM IK (met dank aan Nelly, dankjewel topper!!!) TUSSEN 20:00 UUR EN 22:00 UUR LIVE OP RADIO 2! LUISTEREN DUS!!!
Na vol extase en verbazing mijn peukje opgeslobberd te hebben ging ik weer naar binnen waar de huilende kindertjes de overhand hadden. Al snel werd ik met de striemen op mijn gezicht wakker. Had ik geslapen?! Blijkbaar was ik met zonnebril op, telefoon in de hand, midden in een drukke zaal in slaap gedonderd. De Zwitser keek me lachend aan en zei “Good morning sunshine.”. Slaapdronken begon ik te lachen. Na een babbeltje met het stel kwam eindelijk de oproep dat de autodekken zo zouden open gaan! 3.5 uur verder mochten we eindelijk van dit metalen monster af. Met de spulletjes zijn we naar beneden gegaan waar de deuren met een enorme windvlaag open schoven. Snel de zooi een plekje gegeven op de Strom en opgestapt. Uiteraard weer veel te vroeg want na 10 minuten te hebben gezeten gingen eindelijk pas de deuren open.
Als laatste mochten we eraf en met kleine oogjes reed ik het dek af. Na wat bijzonder ogende capriolen uit te hebben gehaald om mijn zonnebril (die van de motor af viel, tijdens het rijden) te redden stak ik een nicotientje op en jakkerde ik gauw Bodø uit met in beide spiegels trots wapperend, de Nederlandse vlag.
Zonder overdrijven 12 keer (!!) passeerde ik hetzelfde stel motorrijders. Na iedere keer vrolijk naar elkaar gezwaaid te hebben denderde ik een supermarkt voorbij waar ik bedacht om wat avondeten aan te schaffen. Met een tasje etenswaren wandelde ik de supermarkt weer uit waar ik met verbazing keek naar een groep van dik 80 motoren. Een grote Noorse MC had denk ik een Ride-out want iedereen had dezelfde vestjes aan. Behoorlijk onder de indruk van de brute Harley’s en glimmende Hayabusa’s stapte ik m’n werkpaard weer op. Enge biker of niet, elke rijder uit de groep zwaaide lachend toen ik voorbij kwam keilen.
Ondanks het weinig aantal kilometers en de vele rustmomenten was ik moe en besloot ik om op het gemakje een slaapplek te zoeken. Aangezien het financieel niet haalbaar is om met regelmaat een hotel of cabin uit te zoeken ging ik op zoek naar een mooi plekje on te kamperen. Al snel kwam ik langs een bordje met een P en een symbool van een vis met een lijntje uit de bek. Hmm, interessant, een vislocatie! Eenmaal gestopt lag een mooi meer voor me te glinsteren. “Het zou helemaal mooi zijn als hier een slaapplek zou zijn.”, dacht ik bij mezelf. Ik ging dus op onderzoek uit.
De motor achtergelaten te hebben wandelde ik een vlonder op langs het kalme meertje. Aan het einde van dit vlonder lag een heel klein plat stukje grond en mijn gebeden werden verhoord! Ik controleerde de locatie op verboden, de hoeveelheid muggen en het omgevingsgeluid. Geen van allen waren dusdanig van belang dat deze invloed konden hebben op mijn beslissing, dus ik keerde al gauw de motor om de eerste tassen te verwijderen. Alles naar het einde van de vlonder te hebben gesjouwd bekeek ik waar ik de motor zou parkeren. Met twijfel of de vlonder het zou houden, reed ik voorzichtig achteruit de Strom de houten plankjes op. Zonder piepen of kraken kon ik haar de steiger oprollen. Halverwege werd het te smal dus besloot ik haar maar neer te zetten.
Nu voor het echte werk. Het platte stukje grond bleek helaas niet zo plat te zijn als ik dacht dus ik poogde met m’n meegebrachte pioniersschop de plek wat platter te maken. Na de tweede dikke boomwortel gaf ik het op en besloot ik uit frustratie maar eerst een hengeltje uit te werpen. Na 40 keer uitgooien niks te hebben gevoeld pakte ik de eerste tassen uit en rolde ik de tent uit.
De stokken in elkaar geklikt schoof ik deze zorgvuldig de kanaaltjes in. Na gemerkt te hebben dat de plek werkelijk schots en scheef was, stond ik minstens een kwartier te bakkeleien met de tent. Zo stond ie scheef, zo op een bergje, zo op de vlonder (waar ik geen haringen in kan schuiven) en zo half om een boom heen. Eindelijk had ik de beste positie voor elkaar en prikte ik de haringen de grond in. Helaas bleek alsnog één van de haringen de vlonder in te moeten wat dus niet gaat. Na wat gerommeld te hebben met wat waslijn kreeg ik het voor elkaar om de haring te vervangen met de waslijn die ik om het hout van de steiger bond. De tent stond gelukkig!
Wat nu? Het kristalheldere blauwe water van het meertje lokte me en ik ontdeed me van de kleding om in een vleug van overenthousiasme in korte broek het water in te springen. NOOIT, maar dan ook nooit zal ik vergeten, hoe belachelijk koud het water was. Na de eerste schrikreactie te hebben overkomen, begonnen binnen luttele seconden de vingers en voeten gevoelloos te worden. Snel kroop ik het water uit om me af te drogen met de speciale, sneldrogende mircovezelhanddoeken. Gelukkig warmde ik snel op en begon mijn lege maag steeds meer te knorren.
Een stukje verderop zette ik het gasstelletje op en brak ik 4 eieren in het steelpannetje. Tijdens het bakken smeerde ik wat boterhammen met pindakaas en banaan om een bodem te leggen voor de eitjes. De eieren waren naar 15 minuten nog steeds niet aan het bakken dus zette ik het aluminium windschermpje om het kookstelletje. Dit maakte al wat verschil maar alsnog werden de eitjes niet wit (het eiwit i.i.g.). Geïrriteerd rammelde ik aan het apparaat waarna deze spontaan een stuk harder ging! Blijkt dat hij gewoon op kwart vermogen stond….. Goed bezig, Jeroen, klopje op de schouder! Nu het ommeletje vlot gaar was schraapte ik beetje bij beetje alles uit de pan om in 5 minuten alles op te hebben.
Met een volle maag keerde ik terug naar de tent waar ik nogmaals een vispoging deed. Tijdens het gooien zag ik langzaam een donker wolkje over het meer trekken. Op een dusdanig lage hoogte dat het geen wolk kon zijn… Als een nachtmerrie zoemden in 1 tel miljoenen muggen om me heen en werd ik tientallen keren lekgeprikt. Snel dook ik de tent in waar ik gelukkig alles buiten had kunnen houden! Na 3 minuten was de hel weer voorbij en ritste ik voorzichtig mijn tentje open. Gelukkig waren ze zo snel als de kwamen, ook weer verdwenen. Desondanks ga ik van die 10 seconden nog veel last krijgen. De kleinste mugjes veroorzaken de grootste bulten en een jeuk waar je u tegen zegt!
Oh well, dat is de magie van het wildkamperen zullen we maar zeggen.
Ik vind het genoeg geweest voor vandaag. Mensen slaap lekker en keep it safe!
For you lovely Fay




































BLOG dag 9 + 10:
(23-07-2015):
Goeedesmorgens! Wat een nacht zeg! Veel wakker geweest vannacht. Om 01:00 uur schrok ik van wat gesnuffel en geschuifel rond m’n tentje, die zo mooi aan de waterkant stond. In een waas van onverschrokkenheid besloot ik een kijkje te gaan nemen. Als een ware Rambo pakte ik m’n mes en deed stilletjes m’n slippers aan. Met het mes tussen de tanden kroop ik zachtjes naar buiten waar ik tot de ontdekking kwam dat het enge beest waar ik met koud zweet op stond te wachten, daadwerkelijk een berggeit was, die al mekkerend de tas met eten probeerde open te knagen. Op klaarlichte dag, zo leek het, begon ik te lachen.
Lachend om m’n eigen reactie liep ik zo stil mogelijk richting het beest, wat overigens max. heuphoogte was. Na tot besef gekomen te zijn dat de hoorns nog best wel eens schade aan konden richten (en ik nou toevallig net niet m’n toque bij had) besloot ik met wat herrie het dier weg te jagen zodat ik mijn voedsel kon behouden. Stampvoetend en klappend liep ik als een imbeciele zeehond richting de geit, die onverstoord doorging met het knabbelen op de plastic tas. De tas vocht moedig terug maar moest het toch afleggen tegen de sterke kaken van de dief. Gelukkig schrok het beest uiteindelijk (2 meter ervandaan) wel van mij, of het nou van de herrie was, of m’n slaapdronken gezicht, en sprintte als een medaillewinnaar de bergen in. Gelukkig had het beest geen plastic afgeknaagd en opgegeten want ik had weinig zin om midden in de nacht, de Noorse dierenambulance te bellen dat er ergens in de buurt van geen idee, een berggeit rondliep met een vierkante centimeter plastic in de maag.
Met een glimlach op mijn gezicht kroop ik weer terug mijn tent in die welliswaar warm was! Met een voldaan gevoel en warme tenen viel ik eindelijk lekker in slaap.
Om 06:15 uur ben ik nog een keer wakker geweest, zonder reden. Gelukkig snel weer ingesukkkeld. Om 09:15 uur ben ik voor het “echie” wakker geworden. Nat van het zweet want de tent was bloedverziekend heet geworden. De zon had de hele nacht om de tent heen gedraaid, waardoor deze flink opgewarmd was. Ik dook in mijn oh zo charmante thermobroekje de tent uit waar miljoenen muggen met het bestek in de hand al zaten te wachten tot het feestmaal uit z’n fort zou komen. Als een prikkende eenheid viel ik ten prooie aan de monsters. Met de hengel, die nog buiten lag, heb ik velen van het leven beroofd maar helaas was ik tegen de tijd dat ik de tent weer in salto’de volledig leeggezogen. Tientallen grote bulten, sieren nu mijn huid. Als één grote lopende bochel begon ik mijn zooi in te pakken en naar de motor te brengen. Totdat ik er even geen zin meer in had.
Met de hengel onder de arm klauterde ik naar een dichtbij gelegen rots, waar ik een paar keer uitgooide. Na een half uur vissen en geen activiteit te hebben gezien op het water, ging ik maar verder met inpakken. Met een andere route als heen, banjerde ik door de struiken. Al vluchtend van de gigantische vliegende rode bijtmieren. Tijdens het lopen hoorde ik bij iedere stap een soppend geluid en begonnen mijn voeten nat te worden. Bleek dat het smeltwater van het stuk ijs boven mij, een heerlijk modderbad had gecreëerd. Met walgelijke slippers en sokken glibberde ik terug naar de tent waar ik op het stoeltje ben gaan zitten met een sigaretje en de telefoon, waar ik tot een uur of 12 op heb zitten klooien.
Toen ik zag dat het al 12 uur was, ging ik maar verder met inpakken. Tot mijn schrik besefte ik mij dat mijn mes niet op zijn standaard plekje lag! Al tierend trok ik het halve meer overhoop om er 10 minuten later, beschaamd, achter te komen dat het al die tijd op mijn zadel had gelegen. Nog in m’n charmante thermobroekje liep ik heen en weer naar de motor, die ik al op de parkeerplaats had gezet. In de verte hoorde ik een bekend geroffel. Niet veel later stopten er vier motoren en stapten er 6 man af. Stomverbaasd over de mafketel die in een veel te strak thermobroekje, dikke trui en motorlaarzen een motor stond op te tuigen alsof ‘ t een kerstboom was. Ik voelde zes paar ogen branden toen ik ongestoord met de laatste spandband bezig was.
Toen ik eenmaal klaar was en de motorkleding had aangetrokken, vonden de heren en dames het ineens niet meer zo eng, om me aan te spreken ( wat overigens heel goed begrijpelijk is ). Na een korte babbel over bestemmingen en motoren, rondde ik het gesprek af en besteeg ik met een sierlijke zwaai, mijn Strom. Onder overdreven gezwaai van de bikers, reed ik de weg op.
Na zo’n 20 kilometer begon het lampje op mijn dashboard, erg opzichtig, aandacht te vragen. De benzine was bijna op. Met nog 1 knipperende streep kan ik nog wel 40km pakken hoor! Ja, niet als je met 80kg bagage bergopwaarts rijdt…. Binnen no time ging ik al sputterend richting de kant. Gelukkig kon ik op een veilige plek stoppen waar als aasgieren, de eerste bewoners al nieuwsgierig naar me toe kwamen om te doordingend te vragen wat er aan de hand was. Geïrriteerd vertelde ik dat de benzine op was, maar dat het in orde was . Gelukkig was ik zo snugger om twee 5-ltr jerrycans mee te nemen. Binnen enkele minuten waren de jerrycans leeg en de tank halfvol. Een druk op de knop later, draaide het motortje weer heerlijk soepel rond. On we go!
Helaas voor mij was het warme zonnetje van korte duur en begon ik een bekende geur te ruiken. De geur van regen….. En jahoor, een kleine 3 kilometer hierna voelde ik de eerste druppels water. Onvoorbereid op regen ging ik bij het tankstation even aan de kant om wat hoesjes te plaatsen en om alle benzine weer bij te vullen. Ik herkende het tankstation als degene waar ik vorige week, met de eigenaar nog over de grond rolde van het lachen door de sexuele voorlichting, die ik hem gaf. Naarstig op zoek naar de beste kerel, kwam een medewerkster als een vervelende vlieg vragen wat ik zocht. Na drie maal uitleggen wie ik zocht, leek ze het eindelijk te begijpen en liep naar achter. Even later kwam ze tevoorschijn met een volstrekt onbekende man, dus ik bedankte haar en liep pissig weer naar buiten. Buiten heb ik nog even met de TomTom zitten bakkeleien om alle routepunten op volgorde te zetten, want ik heb nog een hoop te zien!
Toen alles klaar was en mijn nicotine-behoefte behoorlijk was aangevuld, stapte ik op en reed ik de weg op. Na een uurtje, kwam ik op een boerenweg waar het bezaaid lag met wildroosters en mest. Niet bedenkende dat deze er met reden lagen, kachelde ik rustig door. Mijn remmen kregen een flinke optater, toen ik midden in de bocht ineens in de ankers mocht vanwege een ploeg schapen die hun eigen demonstratie hadden : Occupy de volledige weg… De wollige mormels, lagen heerlijk te genieten van het warme asfalt. Na een aantal korte stootjes gas, waar ze wel van schrokken, kabbelden ze massaal onder de vangrail, hun weiland weer in.
Na slechts 50km ongeveer, begon de omgeving weer te veranderen. Dit maal herkende ik het als de plek waar de poolcirkel overheen liep! En uiteraard, een kwartiertje later reed ik de parkeerplaats bij de poolcirkel 33°66°N op. Besloten te hebben om even wat te knabbelen te nemen liep ik het restaurantje in. Terwijl ik stond te wachten zag ik een grote groep motorrijders (die er al stonden) vol bewondering kijken naar de belachelijke hoeveelheid spullen die ik bij me had. Met hamburger en al liep ik even naar buiten om “interessant” te doen en alleen even mijn oordopjes uit de jas (die over de motor hing) te pakken. Als een trotse cheerleader liep ik langs de heren, die mij direct vanalles vroegen over de motor en de reis. Na ze het één en ander te hebben uitgelegd, waren ze verzadigd en sprongen massaal op de motoren om onder luid kabaal de cirkel richting noord te verlaten.
Eenmaal binnen (moest toch even de Powerbank opladen) ging ik tegenover een Duitse biker zitten die naar zijn patat zat te staren. Nadat ik vroeg of hij even 5 min op mijn spullen wilde letten, kreeg ik een handgebaartje en een “hmz” als antwoord en ik vond het prima. Na een peukje liep ik weer naar binnen waar hij aan mij vroeg of ik even 5 minuten op zijn spulletjes wilde letten. Lachend begonnen we een gesprek en hebben nog lang staan praten.
Na nog een sigaretje ging ik weer verder. Alleen waar naartoe? Ik was, ondanks de korte dag, moe en had weinig zin om nog veel te rijden. Ik besloot om nog een droom te verwezenlijken. Ik zocht een goede plek, gooide veel te onvoorzichtig mijn spullen van de motor en zette op de poolcirkel mijn tentje op! Met een triomfantelijk gevoel dook ik het doek in en toen was het afwachten geblazen.
Ik zou tussen 21:00 uur en 21:20 uur ongeveer gebeld worden door Radio2. Spannend! Na het verlossende telefoontje van de producer, werd ik snel doorverbonden gaan de studio. In het gesprek met Jeroen zijn een aantal goede dingen aan de orde gekomen!
Uiteraard schieten er na het gesprek tientallen dingen door je hoofd die je nog ter sprake had moeten laten komen. Stomstomstom, maar het maakt niet uit! Het was een leuk gesprek waarin ik nog het één en ander heb kunnen vertellen over de ‪#‎Ride4Fay‬‬! Direct na het verzoeknummer dat ik had ingediend: Isn’t she lovely van Stevie Wonder, stroomden de berichten binnen.
Helaas was door alle gekkigheid mijn telefoon bijna leeg en het inernet was te traag om een blog te plaatsen… dus bij deze! Met dank aan Ralf Gleisberg die het fragment van mijn interview, gemaakt door Steven Dzjunior, geupload heeft zodat ik voor het slapen gaan, nog even mezelf kon horen! Jullie zijn top mannen bedankt! Met grote dank aan Nelly Mol die Radio2 heeft ingeseind!
En uiteraard aan alle mensen die delen, liken, doneren en vertellen! Jullie zijn allemaal geweldig! Klaar voor de BLOG van vandaag? Komt ‘ie!
BLOG dag 10
====================
Aloha lieve mensen! Wat een dag zeg! Giga-etappe afgelegd vandaag.
Vanmorgen werd ik zonder reden bijzonder vroeg wakker. Om 04:45 uur was ik klaarwakker en er was geen mogelijkheid meer de slaapmodus in te gaan. Met het onfortuinlijke besef dat ik gespetter op de tent hoorde bereidde ik me mentaal voor op alweer een natte dag. Om 05:00 uur kwam ik als een zoutzak de tent uit rollen voor een sanitaire break. Al gauw hadden de muggen me gelukkig weer gevonden! Je zou toch maar als mug verhongeren. Na in de twee meter naar m’n tentje terug, dik 10 keer gestoken te zijn, was ik het helemaal zat met die muggen.
Ietwat overagressief liep ik met een angstaanjagende blik in m’n ogen naar buiten met een fles deo in de ene hand en een aansteker in de ander. Als een ouderweste beul stond ik als een malle in het rond te spuiten om vervolgens de straal deo aan te steken. Even de woede jegens de insecten eruit gegooid. Sorry voor de dieren/muggenliefhebbers maar dit werd even te veel.
Na alle boosheid uit het systeem te hebben gekregen begon ik, dit maal ìn de tent, met spullen inruimen. Op het gemakje was ik in een half uurtje klaar waarna ik alles (op een of andere manier, iedere dag nog compacter!) op de motor mikte. Als laatste heb ik in enkele minuutjes (wordt een handigheid) de tent ingepakt en erbij gepropt. Exact om de belachelijk vroege tijd van 06:00 uur ben ik weggereden op de poolcirkel.
Vandaag heb ik mezelf een gigantische uitdaging voorgelegd. Ik wil, in 1 dag 774 kilometer rijden naar de North Atlantic Road (google het, zeer spectaculair!). Got to love a challenge! Nog voor 09:00 uur zat ik al op 230km, dus ik had er redelijk wat tempo in!
Na een uur of 09:15 uur, begonnen de wegen weer vol te stromen met campers. De Bürstners, Aria’s, Hobby’s, Ducato’s en Hymers vlogen me om de haveklap om de oren. Na een week omringd door campers, begin ik onderhand een lichte hekel te ontwikkelen voor deze misbaksels. Begrijp me niet verkeerd, ze zijn geweldig om te hebben denk ik, maar als motorrijders zou je ze het liefst allemaal in een hele diepe kuil gooien en er een Zippo naartoe keilen…
Helaas moet iedereen de weg delen en is de één vlotter als de ander.
Wat ook al even opvalt is dat de plaatselijke bevolking de winter enorm mist. Van 80+’ers tot kinderen, overal zie je ze langlaufen. De meest achterlijke sport ooit uitgevonden, op wielrennen na, in mijn mening. Op iedere hoek van de straat zie je weer zo’n wous in z’n apepakkie trots op ski’s op wieltjes over het asfalt gaan. En alsof je daar een strak pakje voor nodig hebt, net als menig wielrenner in Nederland, is de weg van hun! Maakt niet uit of je motor, tank, limousine, helicopter of vliegtuig bestuurt, zij eerst!
Na meerdere scenario’s door mijn hoofd te hebben laten spelen over het saboteren van één van de ski’s, was er ineens geen meer te vinden… Gelukkig!
Ondertussen was het nog steeds enorm koud! Ik zat al rillend, dik ingepakt, met handvatverwarming aan, te koukleumen achter het windscherm. De wind kwam overal doorheen, alsof alles van kippengaas was gemaakt. Na een aantal korte stopjes om het gevoel weer de vingertoppen in te krijgen, besloot ik een flinke etappe achtereen te rijden.
Eenieder moment ben je bezig om doelen te stellen voor jezelf. Doe je dat niet, wordt je gek! Nog 3 km, dan zit ik op 1/6e van de helft. Maar nu werd het ineens een ander verhaal. 250 kilometer, aan één stuk door! Met een volle tank, een lege blaas en de blik op oneindig ben ik vertrokken naar de Noorderzon. Nou, eigenlijk weinig zon…
Dan kan ik de zithouding hebben aangepast, dan kan ik een rugkussentje hebben, dan kan ik goede kleding hebben… Ik heb nog nooit, zo’n pijn in m’n kont gehad! Een echte stalen billen rit dit! Samenkomend met rugpijn en de vele pijntjes i.v.m. de kou, is het een zware dag vandaag!
En toen kwam ik bij de Helltunnelen bij het plaatsje Hell. Alsof het zo had moeten zijn, reed ik richting dr Helltunnelen. Ik was nog geen 3 meter de tunnel in toen ik het voelde: WARMTE! Om een onbekende reden was het in de Helltunnelen zco’n 16 graden, wat met de temperaturen hier hoog is! Als een oude vent kraakte ik naar een staande positie op de motor om zo zoveel mogelijk warme lucht op te vangen. Gelukkig werkte dit, want na enkele ogenblikken, begonnen mijn spieren zich eindelijk weer eens wat te ontspannen. Bij het einde van de tunnel aangekomen kwam de koude lucht als een stomp op het gezicht aan. De warmte die ik verzameld had, was in 1 klap weer volledig foetsie.
Gelukkig waren mijn spieren nu in een andere positie bevroren, wat toch even een ander gevoel geeft.
Eenmaal uit de tunnel begon ik problemen te krijgen met het 12-volt systeem. Wat toch een probleem is aangezien ik daarmee alles van stroom voorzie. Na 10 min rommelen kwam ik erachter dat het gelukkig een los kabeltje was. Dus na dit gerepareerd te hebben heb ik mijn weg vervolgd. Steeds verder en verder!
3500km
3600km
3700km
3750km!!!! De helft van de reis is een feit!! We zijn halverwege, en ik ben nog niet eens halverwege!
Nog steeds doorgejakkert te hebben ben ik vandaag helemaal gesloopt geëindigd op 756 kilometer! Morgen ga ik op het gemakje de North Atlantic Road bewonderen!
Heden avond heb ik een zeer goedkope kleine cabin genomen omdat mijn lichaam momenteel zo vast zit, dat ik bij een tent opzetten, waarschijnlijk in 8’en breek.
Beste mensen nogmaals enorm bedankt voor alle support! Jullir zijn geweldig!! Slaap lekker.
For you lovely Fay
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

BLOG dag 11:
(24-07-2015):
Hoe een dag zo mooi kan beginnen…
Vanmorgen om 09:00 uur wakker geworden met een stijve rug door het harde matras en de niet werkende verwarming. Op het gemakje ben ik uit bed gegaan om eerst de laatste dingetjes aan de oplader te leggen en vervolgens even te genieten van de fluitende vogeltjes. Na een half uurtje wakker worden op de camping besloot ik de motor maar eens even te bedanken voor het harde werk.
Met een bus kettingspray en jerrycan olie ging stapte ik de veel te kleine cabin uit om bij het uitgaan nog even, met volle kracht, het hoofd te stoten tegen de lage overkapping. Met de hand wrijvend over de pijnlijke bult op m’n knerrit banjerde ik richting Strom.
Nog voordat ik begon maakte ik een beweging als een ervaring turnster om de spinnenwebben, waar ik pontificaal in liep met het gezicht, te ontwijken. Uiteraard faalde dit, dus ging ik met een be-oliede hand over het gezicht om de draadjes te verwijderen. Na eerst even wat olie te hebben bijgevuld begon ik wederom het ritueel van de ketting smeren. Met het hoofd de achterkant omhoog duwend draaide ik met één hand het achterwiel, terwijl de andere bezig was om de ketting in de sprayen.
Vervolgens bedacht ik mij dat de motor gisteravond op de laatste dampjes de camping opgetufd was dus trok ik de jerrycans van de steps. Nadat ik de benzine wederom had overgeheveld de tank in, stond mij de taak te wachten deze weer kundig vast te binden aan de Strom. Na flink klungelen met de spandbandjes, lukte het dan eindelijk deze weer stevig vast te krijgen.
Met het voorzichtige instappen van de cabin stootte ik dit maal, het hoofd tegen de deurpost. Gelukkig op een andere plek als eerst. Nu ben ik weer synchroon, door de bulten die perfect tegenover elkaar hun plekje op de schedel hebben gevonden. Na het opruimen van de troep en het bepakken van de Strom liet ik met een druk op de knop, het geweld weer vrij. De sleutel van de hut netjes te hebben ingeleverd, stak ik een sigaretje op en draaide ik met mooi weer en een teller waarop ik 4050.8 aflas, de rustige landweg op.
Express was ik in de buurt van mijn eindpunt gaan overnachten, zodat ik vandaag alle tijd had om de schitterende plek, in alle glorie, vast te leggen. Na slechts 20 kilometer was het dan eindelijk in zicht! De North Atlantic Road oftewel, AtlanticHavnVägen. Deze schitterende toeristische brug staat al sinds mijn passie voor motoren, op mijn verlanglijstje. Na de Gopro op de Chestmount te hebben geplaatst en deze in een gracieuze zwaai, als een beha te hebben omgedaan, was het eindelijk zo ver! Here we go!
Vier keer ben ik de geweldige brug over geweest. Iedere keer met een glunder op het gezicht waar je U tegen zegt. Na op de parkeerplaats aan de zuidzijde even te hebben staan praten met een Zweedse Harley-rijder (dikke Vrod custom met TURBO, voor de kenners) ging ik wat kiekjes schieten. Aan beide zijden wat prachtige plaatjes kunnen schieten en met een zeer tevreden gevoel het volgende punt ingesteld op de TomTom.
Flink opgewarmd door de brandende zon, stapte ik het zadel in, om na 10 kilometer, ijskoud weer af te stappen. Leuk dat zonnetje, maar de ijzige rijwind overheerst flink. Na het motorjack over de hoodie aangetrokken te hebben was het spontaan een stuk beter uit te houden en kon ik even doortrappen.
Na een kilometer of 50 kreeg ik van Truus (koosnaampje TomTom, voor de nieuwe lezer) de instructie om opnieuw, de veerboot te nemen. Met tegenzin draaide ik de verzamelplaats op, waar het flink vol stond. In de hoop dat ik nog met deze boot mee kon, reed ik rustig naar voren toe waar ik alweer als allerlaatst een klein plekje kreeg toegewezen op het stalen dek. Zonder ruimte om überhaupt af te stappen, nam ik niet eens meer de moeite om foto’s te maken. Na 25 minuutjes was het gelukkig tijd om weer band aan land te zetten. Helaas was het land aan de andere kant van het fjord drijf- en drijfnat.
En uiteraard, na de eerste drie meter, begon het te regenen. Voorbereid en wel, wisselde ik de zomerhandschoenen met de winterversie en deed ik snel het colletje om de nek. Helaas vergat ik de hoes om de tanktas te doen, die niet veel later doorweekt was. Met het gevoel op een eiland te rijden, kwam ik na 20 minuten rijden in de stromende stortregen een benzinepomp tegen waar ik even de nodige vloeistoffen bijvulde. Ijskoud druppelde ik het winkeltje binnen, op zoek naar wat warmte. Mijn oog viel al snel op een menukaart waar een aantal lekkere ontbijtjes stonden. Met een ogenschijnlijk dubbel gevoel vroeg de dame achter de balie half geïnteresseerd naar mijn reden van aanwezigheid. Na zo’n 10 minuten aaneengesloten te hebben gebabbeld over de reis en de inzameling, overhandige de vrouw me, met een dringende blik, een lekker omeletje met kaas. Deze op het dooie akkertje opgepeuzeld te hebben, stapte ik naar buiten, waar gelukkig de regen even met pauze was.
Omgewarmd en met een volle maag kroop ik op de brommert. Na het wegrijden en geïrriteerd ruziën met Truus (die mij zonder logische reden, op de meest ondenkbare plekjes deed rijden) dook ik de verbindingsweg weer op richting mijn volgende doel. Na een aantal kilometer kreeg ik voor de zoveelste keer de melding om de veerboot te nemen en zonder sputteren, draaide ik de lege verzamelplaats op.
Al wuivend, stond de marshall op me te wachten. Als een deja vú, voelde ik, zodra ik het dek raakte, de vingers van de marshall richting controlepaneel gaan. Ik stond nog niet stil of de oprijdplaat schoof omhoog. Na de beste man betaald te hebben bleef ik rustig in mijn hoekje op de motor zitten. Halverwege de tocht tikte iemand op mijn schouder.
Vermoeid keek ik om en zag tot mijn verbazing een motorrijder, met wie ik vanmorgen een stuk mee reed, met een lach op het gezicht achter me staan. Na een heel kort babbeltje meerden we al aan en vroeg ik de Britse rijder om nog even een peukje te roken op het land. Met glinsterende ogen zei hij ja en even later stonden we vrolijk te kleppen. De 75+’er bleek al een aantal weken solo op de motor te zitten. Met hele verhalen over Hoek van Holland (waar de boot van Engeland aankwam) zag ik de beste man opleven.
Met (even op z’n Haagsch) kâhwe klâhwe (koude handen, voor de overige lezers) flapte ik nog een zware Nel toen de Brit zijn helm op deed en zonder enige groet weg reed op zijn Honda CB Sevenfifty. Stomverbaasd keek ik hem, met een shaggie in de mondhoek, na. Na een aantal minuten hoorde ik wederom een bekend gebruk in de verte. Twee BMW F800GS’jes (volledig dezelfde kleurstelling, koffers, rijders zelfde pak, helm en laarzen) kwamen rustig aangekabbeld door de bocht. Toen ze van me wegdraaiden zag ik dat het Nederlanders waren. Wauw! De eerste Nederlandse rijders die ik gezien heb sinds mijn eerste hotel in Denemarken.
Toen zij te druk waren met de ferrymedewerksters besloot ik, na m’n shaggie, weer op te stappen en de laatste 30km tot mijn doel vol te rijden. In de stromende, maar dan bedoel ik ook echt STROMENDE plensregen kwam ik even later aan bij mijn bestemming. Teleurgesteld door het weer, kwam ik aan bij één van de mooiste plekken van de wereld. Trollstigveien, één van de meest bizarre wegen op deze aardkloot.
Met in 10km meer bochtjes als in heel Nederland kronkelt deze bergweg in 10km naar schatting zo’n 500 meter het dal in. Uitkijkend op een adembenemend diep fjord, met heel ver in de diepte een cruiseschip, begon ik aan de vervaarlijke afdaling.
Met ruim 20 tot 30% reed ik voorzichtig in z’n 1 de soppige weg af naar beneden. Het water gutste aan alle kanten langs me heen over de weg, naarstig op zoek naar de eerste de beste plek om de berm in te stromen. Voor me reden de campers met een logische slakkengang naar de volgende bocht, terwijl achter mij een flinke vrachtwagen aan het vechten was met de extreem krappe doordraaiers.
Toen halverwege de afdaling de meute voor me ineens stopte en ik geen mogelijke wijze had om erlangs te kunnen, bidde ik dat de vrachtwagenchauffeur (die ondertussen al een eindje achter me zat) zijn remmen had gecontroleerd. Paranoïde keek ik in m’n spiegels, een grote grill verwachtend, terwijl voor mij een touringcar in een dikke zwarte dieselwolk naar boven denderde. Gelukkig begonnen we weer te rijden want niet veel later zag ik in een onoverzichtelijke bocht, de vrachtwagen naderen.
Na dit enge avontuur was ik dusdanig doorweekt en bevroren dat ik zonder enige twijfel de campings af reed, op zoek naar een cabin. Helaas zat alles vol dus reed ik (met financiële zorgen) verder. Bij een uitzicht plaats stopte ik voor een stresspeukje en genoot ik, onder de droogte van mijn paraplu (die zoveel belachelijk wordt gemaakt… ZIE JE WEL! Je kan het maar nodig hebben) van het bizarre uitzicht.
Kort na mijn aankomst stroomde de plaats vol met toeristen. Met overal om mij heen het geklik van de sluiters en de flitsen van de camera’s voelde ik me een rode loper ster. Niets bleek minder waar en al gauw begonnen mensen aan mij te vragen om foto’s van ze te nemen. Na nietsvermoedend tegen de eerste ‘ja’ te hebben gezegd, stroomden het aantal toeristen als vliegen op een hoopje stront op me af om te vragen of ik hetzelfde wilde doen voor hun. Na zo’n 20.000 euro aan camera’s te hebben vastgehouden vond ik het genoeg en belde ik even naar het thuisfront.
Met de uitleg over de kou en regen kreeg ik al gauw het groene licht om een hotel te gaan zoeken. In de hele reis, ben ik het nog niet zo zat geweest, als op dat moment. Alle hotels zaten uiteraard vol, dus ik besloot rustig door te jakkeren naar een dichtbij gelegen plaatsje. Hier tufte ik een rustige camping op waarna ik de dame achter de receptie vroeg of er nog cabins vrij waren. Gelukkig verhoorde ze mijn gebeden zei ze ja.
Maaaarrr dat is een grote 6 persoons cabin van 1800 NOK per nacht… Oei, dat gaat me erg ver. Tot mijn blijdschap bood ze snel nog een alternatief en loodste ze me naar het huis van de campingeigenaar. Zonder aan te kloppen liepen we naar binnen en liet ze me een kamertje aan het begin van de gang zien. “For a frozen biker, 300 NOK!” Zei ze vrolijk. Dankbaar pakte ik de sleutel aan en gooide ik mijn spullen naar binnen.
Bij een wildvreemde in huis, “uitgenodigd” door de dochter des huizes. Wat wil je nog meer, hahaha.
Nu lekker de deur op slot, gordijnen dicht en een droge nachtrust meepakken. Beste mensen, slaap lekker en een fijne nacht.
Morgen weer een nieuwe dag, morgen weer een nieuwe rit! Aju!






BLOG dag 12:
25-07-2015:
What a day, what a lovely day.
Goeeeeedesmorgens! Vanmorgen om 09:00 uur wakker geworden met opnieuw een stijve rug van het harde bed. Na een korte overweging besloot ik lekker te blijven liggen. Na een geweldige online blog tegen gekomen te zijn (Cel34) ben ik met tegenzin naar de gordijnen gelopen. Regen en donkere wolken verwachtend, was ik blij verrast toen achter de gordijnen, een heerlijk zonnetje en blauwe lucht tevoorschijn kwam. Maar nog niet te vroeg juichen, de afgelopen dagen begonnen mooi en halverwege werd het dramatisch… Maargoed, genieten nu het kan!
Om 10:00 uur rustig naar buiten gesjokt voor een zware Nel. Hierna bij binnenkomst bijna tegen de campingeigenaar opgebotst en een goedemorgen gewenst. Met een vreemd gemompel wuifde hij mijn ochtendgroet weg… Oké, dan toch lekker niet! Direct maar begonnen met inruimen en als eerste de rotte bananen en overig afval (of zoals in het Noors: Avfall) in de container gedeponeerd. Vervolgens relaxed mijn tassen ingepakt en de motor, die beneden braaf op me stond te wachten, bepakt en bezakt.
Met sleutel van de kamer de Resepsjon ingestapt om tot het besef te komen dat ik nog moest betalen. De kronen waren op. Helaas was er nergens een pinapparaat te bekennen en mocht ik van de oh zo chagrijnige dochter niet met euro’s betalen.
Na zuchtend mijn paspoort te hebben neergelegd ben ik op de motor gestapt naar de pinautomaat. In het dorp 3000NOK uit de muur getrokken en mijn weg terug weer gevonden. Na een gedeelte van de kronen weer geruild te hebben voor mijn paspoort stapte ik de deur uit. Motor klaargemaakt en het heerlijke soepele leer van de zomerhandschoentjes over de knuistjes getrokken. Ready to go! Of toch niet…. In mijn enthousiasme om het campingterrein te verlaten vergat ik mijn Gopro klaar te maken voor de Trollstigveien. Snel de camera geplaatst te hebben, pruttelde ik voor de vierde keer het grindpad naar het dorp af. In het dorp nog een aantal keren een doodlopende straat ingereden, waar het door de vele koters en oudere wandelaars, vrijwel onmogelijk was om te keren. Gelukkig lukte dit en had ik de juiste weg te pakken.
Met vlinders in de buik reed ik de “63” af richting de befaamde Trollstigveien. Snel de Gopro aangezet en glimlachend de eerste haarspeldbochten getrotseerd. Voor niet-motorrijders is het wellicht lastig te begrijpen, maar deze weg is de hemel voor veel bikers. Zo ook voor mij, want al gauw was ik aan de top waar ik bij het panoramapunt de motor neerzette en plaatjes ben gaan schieten. Net op tijd voor de geweldige oldtimer die met rokende remmen naar beneden tufte! Geagiteerd door de egoïstische camperbestuurder die midden in de bloedlinke bocht, zijn gevaarte stopzette voor een kiekje, liep ik terug naar de Strom.
Na wat foto’s plaatste ik de Gopro op een andere plek en sjeesde ik met een bloedgang weer naar beneden. Beneden aangekomen zette ik de Gopro uit en vervolgde ik mijn weg de 63 af. Hoe mooi deze weg tot nu toe al was, werd hij alleen maar mooier! Geweldige rotskliffen, enorme watervallen en adembenemend uitzicht kwam mij, al tourend naar boven, tegemoet. Na een aantal kilometer zag ik een bordje met 1100 meter voorbij komen, waarna de eerste sneeuwbanken alweer tevoorschijn kwamen.
Overweldigt door de sneeuw merkte ik het plotse verschil in temperatuur niet eens meer! Die paar meter scheelde gok ik, al ruim 5 C° maar de frisse wind mocht de pret niet drukken. Bij een mooi plekje de motor met het voorwiel in de eeuwige sneeuw gezet en wederom wat plaatjes gaan schieten. Na even lekker in de sneeuw te hebben geravot, glibberde ik terug naar de Strom. Helaas was de sneeuw te zacht om doorheen te rijden, anders had ik het wel geweten! Met uitzicht op een schitterend smeltwatermeer (nog nooit zulk helder water gezien) opgestapt en de motor gestart. Na een paar kilometer de plotselinge realisatie dat het gewoon koud was, ben ik kort gestopt voor een ontbijt en een jas. Na een kort genot van brood met BaconOst (wauw) ben ik dik ingepakt verder gegaan op de uitgestrekte vlakte waarin de bergweg was veranderd.
Hoe meer ik de 63 af reed, hoe meer Nederlanders ik tegen kwam! Zo’n 20% van alle auto’s reed rond met een Nederlands kenteken. Verbaasd over deze snelle verandering was het tijd voor een slokje benzine. Onlogisch dat de pomp was (eerst pinnen, dan knop drukken, dan pompen, dan weer knop drukken) lukte het uiteindelijk om de 20-liter tank vol te krijgen. Met een paar flessen Imsdal (bronwater met een smaakje) stapte ik de Butikk weer uit. Geen opbergmogelijkheid vindend, propte ik de flesjes tussen mij en de bagage en reed ik de weg weer op.
Als plukjes haar op de kin van een puber, begonnen er weer steeds meer bomen te verschijnen en al gauw reed ik weer door de dicht begroeide dennenbossen. Door de saaie dorpjes, met een enorme rij extreem langzaam verkeer voor me, begon ik te ergeren aan de autorijdende medemens. Om te kalmeren ben ik even gestopt aan een prachtig azuurblauw meer waar ik, inclusief hengel, naartoe banjerde.
Na een half uur te hebben staan priegelen met de haak, die met alle drie de weerhaakjes vrolijk in de textiele houder was vastgehaakt, gooide ik in frustratie de hengel op de grond en stak ik een peuk op. Tijdens de peuk kwam ik op het briljante idee om (aangezien de haakjes echt niet los zouden komen) de houder gewoon af te branden! En jahoor, een paar brandende plasticdruppels later had ik de gloeiend hete haak in de hand. Eindelijk, een uur na aankomst, kon ik beginnen met hengelen.
Bij de eerste maal uitwerpen verwachtte ik er niet veel van, maar bij het inhalen spotte ik een geschubde gluiperd, die gecamoufleerd achter de blinker aan ging. In het hoofd door het dolle heen, probeerde ik rustig de vis zover te krijgen om te happen maar helaas mocht het niet baten. Bij het zien van mij zwom de vis ongeïnteresseerd weg. Sh*t!
Nu ik wist dat er actief leven was in het water bleef ik het proberen. 30 maal uitwerpen, 40 maal uitwerpen, 5o maal uitwerpen… Na een dikke 80 keer te hebben gesmeten, was ik het zat en pakte ik de hengel teleurgesteld weer in. Na geschrokken tot de ontdekking gekomen te zijn dat mijn sleutels weg waren, bedacht ik me met het schaamrood op de kaken, dat deze in de motorjas zaten zoals altijd. Deze hing nog rustig in de wind te bungelen aan de punt van het vervallen bootje wat op de kant lag.
Een aantal kilometer hierna, besloot ik mezelf maar eens flink te verwennen en ging ik op het dooie akkertje op zoek naar een hotel. Welliswaar het eerste de beste hotel wat ik probeerde, had nog wel een kamertje over! Na een heerlijke lange douche en wat boterhammetjes met BaconOst schrok ik van de extreem vlotte weersverandering. Binnen minder als 10 minuten was de stralende zon vervangen door een gigantische zwarte wolk waar een stortvloed aan water uit kwam zetten. Blij dat ik warm binnen zit, sloot ik de gordijnen.
Morgen gaan we naar de Vöringfossen, een van de meest geweldige watervallen ter wereld, ik kan niet wachten!! Beste mensen, veel sterkte met de ‪#‎CodeRood‬‬, ik ga de luikjes zometeen sluiten en het bedje klaarmaken. Blijf liken, delen en doneren hè, we zijn er nog niet!!! Bedankt voor alle steun toppers!
Allemaal voor jou, lieve Fay.



BLOG dag 13:
26-07-2015:
Shaken, not stirred! Een zware, heftige, emotionele dag. Afzien!!
Goedemorgen! Vanochtend om een uur of 9 wakker geworden met een flink voorgevoel dat het vandaag weer slecht weer zou worden. Helaas bevestigde het openen van de gordijnen dit vermoeden want het mooie uitzicht van gisteren, was veranderd in een witte waas met zicht van minder als 30 meter. Na een kort opfrismomentje besefte ik me dat het alweer 09:40 uur was en dat het ontbijt tot 10 was. Snel omgekleed en op het nippertje een bordje volgegooid met Wasa, brood, beleg, eitjes en een moot rendiervlees. Het lekkerste voor het laatst bewarend, rolde ik de eitjes naar de zijkant van het bord.
Volledig tegen mijn principes zou ik eens iets nieuws gaan proberen… Normaal gesproken leef ik met het motief “Wat de boer niet kent, dat eet ‘ie niet.” maar voordat ik Scandinavie uit was, wilde ik nog eens rendier proeven. Met een zuur gezicht nam ik een flinke hap uit het gedroogde stuk rendiervlees. Met een pittige, bittere nasmaak was het niet helemaal in mijn straatje. Zonde dat ik het vond om wat te laten liggen, schoof ik de rest naar binnen om het daarna weg te spoelen met was jus d’orange.
Na het ontbijt werd ik aangesproken door één van de koks, die de stickers op de Strom had vergeleken met het logo op de hoodie en in mij de eigenaar van de motor had herkend. Geïnteresseerd vroeg hij naar de reis en het logo. Na alles uitgebreid uitgelegd te hebben, vertelde de kok me emotioneel, dat ook hij een soortgelijke situatie had meegemaakt.
Ik ga hier uit respect niet verder op in, maar we hebben nog bijna drie kwartier staan praten.
Hierna bekwam mij het besef dat de check-out om elf uur was, over 5 minuten! Als een dwaas sportte ik naar boven om al mijn uitgestalde troep te verzamelen. Net op tijd klopte de schoonmaak op de deur en bepakt deed ik de deur open. Na uitgecheckt te hebben behandelde ik in de lobby nog even het vizier van de helm om het vele water goed af te voeren en mijn zicht optimaal te houden.
Tijdens het vragen naar de weersverwachting viel mijn oog op een prachtigde Mechelse herder die in de hoek lag te kwispelen. Met slechts oogcontact sprong het beest op en rende vrolijk naar me toe. Na het deurtje van de receptie kundig opengeklikt te hebben vloog het mormel door de opening richting m’n gezicht. Omgevallen van vreugde sprong de herder tegen me op voor aandacht. En die kreeg hij ook! Na een paar minuutjes spelen en kroelen moest Bobby helaas weer terug de hoek in. Teleurgesteld droop het beestje af en ik ging weer verder.
Na een snel shaggie, klikte ik de tanktas op de tank en begon ik het ritueel van mezelf inpakken. Beginnend met de col en pouch (onder de kleding gedragen zakje waar reservesleutel en paspoort etc. inzitten) kleedde ik me zorgvuldig aan. Nadat ik de dopjes in de oren had en de helm had opgedaan, was het tijd om te gaan! Om 11:15 uur draaide ik het grindpad richting asfalt op.
Na de eerste 60 kilometer in de stromende regen te hebben volbracht, stopte ik voor een tankbeurtje, shaggie en wat warmte. Na even in de Statoil levenloos op de barkruk voor me uit gestaard te hebben, was ik (op de tenen na) enigszins opgewarmd en gingen we weer verder. De trouwe Strom miste geen slag en met af en toe wat moeite, pruttelde ze de bergen op en af.
Onder het enorme genot van de muziek in mijn helm kachelde ik over de uitgestrekte ijsvlaktes en steile bergwanden. Het aantal Nederlandse auto’s verminderde drastisch totdat het verkeer voor 50% uit Noorse auto’s bestond, 30% campers en 20% overige verkeersdeelnemers (uitlopend van paard en wagen tot die malle langlaufers). Het slome vakantieverkeer haalde ik vlot in over de, iets rechtere, wegen om na iedere bocht weer achter een andere sleurhut te komen. De hoop opgegeven, zette ik wat relaxte muziek op en droomde ik weg op de tonen van Andrea Bocelli of Louis Armstrong. De achterlichten van de Knaus voor me sjokte ik achterna, terwijl de temperatuur snel daalde.
Toen de weg gelukkig weer vrij was kon het gas weer even open. Met een kleine 100km/u jakkerde ik door het mooie groene landschap. Na een hele lange doordraaier merkte ik ineens wat lange remsporen en flinke groeven in het asfalt. Anders als normaal, waren deze groeven droog, dus vers. Toen ik zag dat er twee auto’s met alarmlichten aan de kant stonden en de vangrail tot aan het gras toe was dubbelgevouwen, schrok ik en zette ik de Strom aan de kant.
Het gras was volledig platgewalst en omgewoeld, de vangrail was dubbel geklapt, de bomen misten hun schors en onderaan een heuveltje lag, op z’n dak, een totallosse Chevy Silverado. In shok zag ik de automobilisten aan beide zeiden van het wrak eerste hulp verlenen. Met de helm nog op het hoofd haastte ik me naar beneden, waar het verwrongen metaal verspreid over een grote oppervlakte lag te blinken. Zonder enig besef van m’n acties sprak ik één van de te hulp geschoten automobilisten aan waarmee ik kon helpen. Hij vroeg me de reeds gebelde hulpdiensten op te vangen aan de weg en met zware benen rende ik weer naar boven, waar ik godzijdank, de sirenes al hoorde loeien. Na enkele seconden zag ik van twee kanten, een politiewagen en twee ambulances aan komen racen. Druk zwaaiend merkten de broeders en agenten mij snel op en baanden hun weg richting mij. Nadat ze de weg geblokkeerd hadden sprintten de ambulanciers naar de plek des onheils terwijl de politie mij in het Noors begon te ondervragen over het ongeval. Duidelijk te hebben gemaakt dat ik het niet begreep gingen ze in het Engels verder en vertelde ik ze het weinige wat ik wist.
Met knikkende knieën stond ik te kijken hoe het eerste slachtoffer op de brancard werd gehesen. Deze werd naar de ambulance getild terwijl de andere broeders druk bezig waren met het slachtoffer aan de passagierszijde.
Terwijl ik zag hoe het witte laken uit de politiewagen tevoorschijn werd gehaald zette ik, wetend wat er zou gaan komen, mijn helm af. Emotioneel keek ik hulpeloos toe hoe de vrouw van in de 40 bedekt werd door het witte laken. De te hulp geschoten automobilisten werden door de agenten naar de wagen begeleidt en hetzelfde werd aan mij gevraagd. Dit onnodig vindend, sloeg ik het aanbod dankbaar af en bleef ik, emotieloos staren naar het witte laken waaronder een duidelijk silhouet van een mens lag.
Nadat ik ongemerkt een traantje liet, besloot ik voorzichtig weer op te stappen en de laatste rustplaats van de dame te verlaten. Compleet geschockt draaide ik de weg weer op waar de ongeduldige automobilisten, zonder te kijken, keerden. Binnen 10 minuten was mijn dag verschrikkelijk veranderd.
Nog steeds in shok, reed ik het terrein van een opgedoekt tankstation op, waar ik op het bankje ben gaan zitten om bij te komen. Duizenden gedachten sjeesden door mijn gedachten terwijl voor me, de wereld op het gemakje doordraaide. Na een aantak shaggies besloot ik maar door te rijden.
Het asfalt, zo strak als een biljartlaken, maakte plaats voor een smalle strook, zeer slecht onderhouden wegdek. Met grote gaten, diepe kuilen, lange slierten olie en weggezakte gedeeltes kronkelde deze, toch nog druk bereden weg, door plaatjes als Hol, Ål en Geilo (ja, ik verzin ze ook niet). Om iedere bocht, kwamen er weer nieuwe wegwerkzaamheden totdat de weg voornamelijk bestond uit tijdelijke modderpaden, versmallingen en noodstoplichten. Blij van deze laan af te zijn, draaide ik linksaf de “7” op. De weg steeg wederom merkbaar en al gauw reed ik weer op het dak van de aarde.
Een gigantische wind en enorm lage temperatuur lagen mij te wachten. De eerste smeltwatermeren passerend, stak de enorme poolwind van rechts op. Schuin tegenhangend reed ik de rechte weg naar de eerste hutjes af. Hier ben ik kort gestopt om alles even windproof te maken om vervolgens met ijskoude handen en voeten door te knallen. De temperatuur lag ondertussen op 10C° wat met deze wind uitkwam op een gevoelstemperatuur van zo’n min 3.
Als je doorweekt ben is dit geen pretje kan ik je vertellen.
Compleet onderkoeld was ik blij toen de weg begon te dalen. Zwaar onder de indruk van de gitzwarte wolken waar ik recht opaf reed, besloot ik even afwachtend te stoppen voor een peukje. Na met moeite een shaggie gedraaid te hebben was het aansteken nog een grotere uitdaging. Gelukkig lukte dit al gauw en zag ik dat de donkerste wolken die ik serieus ooit gezien heb, kalmpjes boven de weg voor me bleven hangen. Met nog 20 kilometer te gaan, ritste ik alles dicht, sloot ik de helm en gaf ik dapper gas richting de wolk uit de hel.
Werkelijk waar, de regen die ik op de eerste dag meemaakte (waarbij we in Duitsland over de vangrail heen doken) was helemaal niets vergeleken met dit. Alsof ik onder de Vøringfossen door reed, kletterde het water met mach6 op mij en de Strom. Binnen de kortste keren, was de befaamde GoreTex zijn eer kwijt en begon mijn geweldige kledij overal te lekken.
Gelukkig was het zo snel als het kwam, ook weer voorbij en kon ik onder het genot van iets mindere regen, de laatste kilometers doorzetten. Met op de achtergrond het gebulder van de watervallen, draaide ik glunderend de parkeerplaats op waar ik niet wist hoe snel ik van de motor af moest stappen. Binnen seconden hingen alle (op de broek na) doorweekte kledingstukken te drogen op de Strom terwijl ik, met serieuze onderkoelingsverschijnselen, mijn weg baande naar de afgrond.
Met het ongelooflijke uitzicht op de Vøringfossen, de hoogste watervallen van Noorwegen, begon ik wat op te warmen. Alsof het zo had moeten zijn, begon op het uitzichtpunt, waar ik de eerste foto’s maakte, het heerlijke zonnetje te schijnen! Helaas was dit van korte duur, want de hardnekkige zware bewolking had hier al snel weer een stokje voor gestoken.
Trots ging ik kijken hoe dicht ik bij de watervallen kon komen. Na een peukje op de meest uiterlijke rotspunt besloot ik maar op zoek te gaan naar een hotel. Zo koud heb ik het serieus nog nooit gehad.
Godzijdank had het schitterende gebouw boven de watervallen een kamer over en trok ik al snel in. Na eerst een warme douche te hebben genomen en alle zooi uitgehangen te hebben ging ik verder op onderzoek uit. Op 300 meter (!!!!!!!) hoogte keek ik neer op de niet te beschrijven waterpartij. Na een muntje voor geluk in de afgrond te hebben geschoten, keerde ik terug bij het hotel waar ik van een lekker diner genoten heb.
Nadat ik, in de miezer nog even de dag voor mezelf heb samengevat en ik besefte dat voor iemand, vandaag het leven op tragische wijze eindigde, kroop ik wederom emotioneel het bedje in.
Beste mensen, stay safe.
Vandaag heb ik 264km gereden, meer dan genoeg!.
Een hele prettige avond en morgen weer een dag. Hopen op wat goede nachtrust zodat ik morgen door kan kachelen naar de Karmøytunnelen.
All for you, lovely Fay

















































BLOG dag 14:
(27-07-2015):
Eerste dag 100% genieten…..
Vannacht heb ik, ondanks het voorval van gisteren, gelukkig toch nog een redelijke nachtrust kunnen pakken. Vanmorgen schrok ik rond 08:30 uur wakker om vervolgens even een opfrisbeurtje mee te pakken. Hierna heb ik, bang voor wat er komen zou gaan, de gordijnen geopend. Mijn vermoedens werden wederom bevestigd door het vele water wat er van het dak naar beneden stroomde.
Teleurgesteld kleedde ik me aan en strompelde ik de trappen af naar buiten. Onder het genot van de heerlijke ochtendpeuk druppelde het regenwater rechtstreeks m’n nek in. Daar wordt je gauw wakker van kan ik je vertellen… Met de rare “kat-in-het-nauw” beweging haastte ik me naar binnen waar een prima ontbijtje klaar stond. Na wat eitjes, brood, jus d’orange en koekjes naar binnen te hebben geschoven ben ik naar boven gegaan om de laatste elektronica aan de 220 te leggen.
Alles opgeladen en met een gerust hart met zooi en al naar beneden gelopen. Om 11:00 uur draaide ik, onder veel fotograferende Koreanen, de weg op richting Karmøytunnelen.
Na een aantal honderd meter begon de weg alweer gigantisch te kronkelen. De tunnels liepen onder elkaar door omdat je over een afstand van hemelsbreed misschien 1.5 kilometer, zo’n 400 meter moest dalen. Geweldig dat ik het vond, kachelde ik iets te snel door de krappe bochtjes. Na bijna achterop een extreem langzame Ford Focus te zijn geklapt deed ik het iets rustiger aan. De opzwepende klanken van Bon Jovi verving ik door het rustige ritme van Israel Kamakawiwo ‘ole (zoek maar op, bestaat echt). Met de heerlijke Hawaiiaanse muziek kroop ik achter de Focus aan. Toen deze met 30km/u door een overzichtelijke bocht reed, vond ik het welletjes en ging ik hem voorzichtig voorbij. Tot mijn grote blijdschap reden we de laatste van een serie tunnels uit, waar ik met een heerlijke droogte werd onthaald. De regen was gestopt! Yes!
De maximum snelheid in één van de nieuwe serie tunnels werd, tot onbegrip van mij, terug gebracht naar 30. De rede werd mij duidelijk, toen (bestaande uit een dikke pilaar) een ondergronds rotonde’tje opdook. Opgewekt draaide ik een rondje van de zaak, waardoor ik ongelukkig, weer uitkwam achter de Focus. De bestuurder had het door en ging langzaam naar de kant, mij de kans gevende ervoorbij te gaan. Zwaaiend haalde ik hem in om vervolgens achter een traktor te komen…. Nu begreep ik waarom de Focus-bestuurder mij lachend voorbij liet gaan. Touché!
Al snel zat ik op de 80 kilometer en vond ik het tijd voor een pitstop. Na een paar kilometer door de heerlijk ruikende kersenplantages te zijn gecrosst, stopte ik op een grindpad naast de weg waar toevallig een Nederlandse auto stond. Een peukje opgestoken te hebben, raakte ik met de Nederlanders aan de praat. Wat een verademing is het om, na weer een tijdje gebrekkig Engels te hebben aangehoord, een Nederlandse stem te horen. Het gezellige stel en ik hebben even staan kleppen waarna zij weer het ruime sop kozen. Mochten jullie dit lezen, bedankt voor de gezelligheid, het aanbod van een slokje drinken en de interesse in de actie!
Kort later reed ik, met de zonnebril op de neus, verder. Nadat ik in wederom een andere tunnel, de Nederlanders vrolijk zwaaiend voorbij sjeesde kwam ik voorbij het dorpje Sekse (ik verzin ze echt niet hoor…). De smalle bergweg maakte plaats voor een bredere weg met wat overzichtelijkere bochten. Met vrij baan, knalde ik met tè hoge snelheid over de adembenemende weg. Geweldige groene bergwanden staken links en rechts de lucht in en met voor mij, een geweldige lege weg met ernaast een wild stromende rivier, jakkerde ik over het asfalt.
Toen ik in de verte een gigantische mistwolk aan zag komen, ging de snelheid eruit en gluurde ik, heel nieusgierig, het hoekje om. Direct de motor aan de kant gezet, was ik getuige van een geweldige brede waterval die onder de weg doorliep! Na een aantal foto’s en filmpjes stak ik een shaggie op en ging ik weer verder. Doorweekt van de 20 meter brede mistwolk, veroorzaakt door de waterval, genoot ik van de schitterende natuur.
De weg werd wat rechter en de bergen iets platter toen ik besloot een lekker stopje in te lassen om de blaas te legen. Heerlijk in het zonnetje vond ik het tijd om de motorjas uit te trekken en de hoodie aan. Met charmante winterhandschoenen over een dunne trui bleek het de perfecte combinatie te zijn voor deze aangename temperatuur.
Met heerlijke muziek dat door de helm galmde, besefte ik me, dat dit het eerste moment was waarop ik 100% genoot. Geen druk om de kilometers te halen, geen ijskoude wind en regen, geen pijntjes en ergernissen. Nee, gewoon ik, de weg en de prachtige natuur. Glimlachend reed ik, op het gemakje door tot de bestemming dan eindelijk daar was.
De Karmøytunnelen! Een geweldig tunnelstelsel met in het midden een adembenemend verlichte, diep ondergrondse rotonde. Deze rotonde met open mond drie keer te hebben rondgedraaid vond ik het weer genoeg en reed ik de tunnel in dezelfde richting weer uit. Nu alles droog was, ik happy en de omgeving super, besloot ik weer lekker te gaan kamperen. Nog geen drie kilometer na de Karmøytunnelen zag ik langs de weg een volledig dichtgegroeid stenenpad. Overmoedig draaide ik om en dook ik het (eigenlijk onbegaanbare) stenenpad op. Met rotsen ter grootte van een menselijk hoofd, was het enorme uitdaging en uitputtingsslag om de zware Strom hieroverheen te slepen. Met meerdere uitglijdertjes en bijna-valpartijen was ik blij toen ik hét plekje spotte.
Snel de motor neer te hebben gezet ging ik rondkijken voor een plat stukje grond waar de tent op kon. Niet veel later had ik in het koppie alles alweer uitgedacht en begon ik het proces van ont-pakken. De roltassen en losse zooi te hebben verwijderd van de motor ben ik als eerste de tent op gaan zetten. Dit snel gedaan heb ik het luchtbed en de kussentjes opgeblazen.
Snel alle meuk bij de tent gegooid en de hengel klaargemaakt. Met de nieuw aangeschafte blinkers tuigde ik de hengel op om vervolgens, overenthousiast, naar de waterkant te huppelen. Na 30 keer uitwerpen (10 keer zo ver met de nieuwe 18grams blinkers) was ik het alweer zat en legde ik de hengel neer. Gelokt door het heldere water besloot ik wat kleding te gaan wassen. Met de korte broek en waterschoentjes aan (you never know) liep ik met een stapeltje vuile was en bio afbreekbaar wasmiddel richting water. Aftastend met de grote teen, probeerde ik de temperatuur van het water uit. Uiteraard ijskoud dat het water was begon ik op de knietjes de kleding te wassen. Blij verrast door het resultaat van het wasmiddel rondde ik het stapeltje af en hing ik alles te drogen in het zonnetje.
Totdat ik uitgleed en best hard op de stenen terecht kwam… met een klein wondje op en knie en de schrik van het koude water, waar ik ineens totaan de knieën in stond, besloot ik dan maar even af te koelen. Stukje bij beetje gleed ik het vrieskoude water in. Langzaam wennend aan de temperatuur ging ik op een, op de bodem liggende, steen zitten en genoot ik van de warme zomerzon. Een uurtje heb ik zo gezeten voor m’n gevoel, totdat de zon langzaam de kracht begon te verliezen. Hierop stapte ik het water uit en ben ik al drogende wederom gaan vissen. Na een hoop mislukte pogingen had ik eindelijk beet!!!!!! Helaas betrof het het duikplatformpje dat een meter of 20 uit de kant, verlaten lag te dobberen.
Na behoorlijke pogingen het duikplatform binnen te halen, gaf ik de hoop op en met een flinke ruk aan de hengel, brak de lijn en verloor ik wederom een blinker. Teleurgesteld pakte ik de spullen en klom ik het water uit. Toen gebeurde het…….
Een klein slippartijtje en ik zag tot mijn grote schrik, de telefoon, sigaretten, aansteker en het bestek richting wateroppervlak storten. De sigaretten waren direct einde verhaal en met een verontrustend gevoel zag ik de telefoon richting bodem verdwijnen. Als een aap op steroïden klauterde ik zo snel mogelijk de rotsen af om mijn grootste lifeline van een zeemansgraf te redden. Tot mijn verbazing werkte de S5 nog en legde ik ‘m snel te drogen op een stuk toiletpapier. Gelukkig! Helaas was het voor het volle pak sigaretten een ander verhaal. Als lucifers dreven de peukjes alle kanten op. Jammer maar helaas, dag 10 euro…..
Nog nagenietend van de laatste zonnestralen zat ik op de rots een shaggie te draaien toen er plots, vanuit het niets, twee knullen van een jaar of 10 opdoken. Binnen no time hadden ze zich uitgekleed en doken ze spiernaakt het water in zonder ook naar een woord te zeggen. Verbaasd keek ik hoe de jongens ronddobberden toen de oudere zus (of ontiegelijk jonge moeder) aan kwam wandelen met twee meisjes. De meisjes gingen voorzichtig het water in toen ik zag dat de knullen het vlot beklommen. Snel waarschuwde ik de dame dat de haak ergens in het vlot hing en deze riep op haar beurt naar de jongens hoe of wat.
Nadat ik begonnen was met het kookstelletje te prepareren kwamen de heren trots met de blinker aangelopen. Verbaasd bedankte ik ze en ze sprongen weer het water in. Na een heerlijk omeletje met kaas kwamen de badgasten het water uit en droogden zich af. Terwijl mijn eitje stond te pruttelen bood ik de knullen een bus Pringles aan die ze met een grote glimlach aannamen.
Nu lig ik wederom in het koude tentje in de slaapzak te luisteren naar de koeienbellen in de verte. Beste mensen, ik wens jullie een mooie dag morgen, slaap wel en droom zacht. Morgen breekt de dag aan waarop ik een droom ga vervullen. Lysebotn!!!
Goodnight folks!
All for you lovely Fay










BLOG dag 15 en 16 (24HoursForfay):
(28-07-2015 + 29-07-2015):
Afgemat en teleurgesteld………
Good luck, it’s a long one!
Aloha lieve mensen! Vanochtend om 09:00 uur (soort interne wekker ofzo?) wederom stijf wakker geworden. Zonder getik op het tentdoek stak ik met goede moed een lekker Nelletje op. Nadat ik deze met kleine oogjes opgeslobberd had bleef ik nog even lekker liggen. Met veel pijn in de rechterheup (waar ik op gelegen had) draaide ik me op m’n linkerkant waarna de pijn alleen maar erger werd door het bloed wat spontaan weer begon te stromen. Afgeleid door flinke herrie rond m’n tentje kleedde ik me als een oude vent om en ritste ik de tent open. Na, voor mijn gevoel dik een uur, een poging deed tot opstaan stond ik direct met de slippertjes in de blubber… Lekker wakker worden dus!
Toen ik erachter kwam dat de herrie van een stel koters kwam die om half tien ‘s ochtends als in het ijskoude meer lagen te dobberen, was ik redelijk ontwaakt en begon ik met een behoorlijke uitreksessie. Ik besloot met een grijze (gelukkig droge) hemel om demonstratief weer m’n tentje in te duiken. Met wat boekjes en een rolletje Oreo’s vertoefde ik prima op m’n harde matrasje. Na een uur of twee Autoweek doorgespit te hebben ging ik even voor een wandeltje naar buiten.
Na een half uurtje rondgeschuifeld te hebben op het terrein rondom m’n slaapplekje, kwam het besluit dat vandaag dè dag zou worden waarop ik een poging ging wagen om een lange droom te verwezenlijken. 24 uur rijden, uiteraard wel met tussenstops. Het weer was prettig om te rijden en ik was na de paar uur relaxen voldoende uitgerust om even door te draaien. Na een lekker ontbijt te hebben gekokkereld knabbelde ik, rustig op m’n stoeltje, mijn eieren met kaas op.
Ondertussen was het alweer 14:30 uur en besloot ik om om 16:00 uur strak te gaan rijden. Op het dooie akkertje gooide ik nog even een hengeltje uit. Nadat de blinker halverwege in de lucht de lijn brak, gooide ik in frustratie de hengel op de grond waarna het tipje met twee oogjes, afbrak. Lachend om m’n eigen stommiteit begon ik het lange proces van alles weer inpakken.
Stapje voor stapje kwam ik dichterbij een net georganiseerde stapel roltassen en netten. Onder het genot van de geweldige muggen, die even later plaats maakten voor grote agressieve steekvliegen, pakte ik de tent in en bracht ik alles naar de afwachtende Strom. Nadat ik haar uit de slaapstand had gehaald startte ik met het opzadelen. Troepje voor troepje begon te Strom haar volgepakte uiterlijk weer terug te krijgen. Als een hond met vlooien was ik de helft van de tijd bezig om de brutale steekvliegen en muggen van mijn huid te verwijderen. Wild om me heen slaand duurde het lang eer dat ik klaar was met inpakken. Uiteindelijk was het weer gebeurd en hulde ik me in de Gore-Tex. Na nog een peukje te hebben gerookt startte ik om exact 16:00 uur de motor en begon ik aan het hachelijke avontuur met 4935.7 kilometer op de klok.
Ideaal was de temperatuur om te rijden en met een brede glimlach op m’n gezicht kreeg ik al snel de instructie om de veerboot te pakken. Aangekomen bij het poortje vroeg ik in het Engels hoeveel het kostte. 91 Kroner was het antwoord. Terwijl ik het briefgeld uit de portemonnee toverde hoorde ik ineens: “Is dat nou een Nederlandse vlag?!”. Verbaasd keek ik om me heen tot ik besefte dat de ferrymedewerkster in het hokje dit aan mij vroeg. Compleet flabbergasted vroeg ik aan haar of ze verdwaald was toen ze me vertelde dat ze hier woonde. Na een korte babbel werd de vervelende Duitse caravannist achter mij ongeduldig en begon te toeteren. Nadat de Nederlandse vrouw hem tot bedaren bracht door een boze blik en wat handgebaren, gingen we vrolijk verder. Toen ik zag dat het uitladen van de ferry al was begonnen, bedankte ik haar en reed ik snel naar voren toe.
Nadat ik voor de verandering als eerste de boot op reed en vooraan te wachten stond, kwam al brullend een Harley naast me staan. De norse berijder zwaaide overdreven vrolijk en ging het passagierdek op. Ik bleef bij m’n schatje en trok rustig even alle spandbandjes aan. Toen alles weer goed vast zat stond ik op het punt een sigaretje op te steken toen de alerte vrachtwagenchaffeur achter me wees naar het gigantische rookverbod-bord waar ik met m’n neus bovenop stond. Beschaamd stopte ik het peukje weer terug in het pak en tuigde ik mezelf op om weer verder te gaan. Eenmaal van de boot, stopte ik op de kant om alsnog mijn vitamine N (nicotine) te nuttigen.
Ik reed de drukke weg naar Stavanger op. Eenmaal op de snelweg was het ineens allemaal anders. Alsof ik in de Botlek reed, torende overal grote schoorstenen boven de industriegebieden uit. De vlakke, tweebaansweg had bijzonder veel weg van de A20 en was giganormisch (zelf verzonnen) saai. Toen de tweebaansweg zich opsplitse had ik nog maar 1 baan over en uiteraard kwam ik achter een slome traktor terecht. Niet snappende wat deze überhaupt op een weg als deze deed zocht ik naar gaatjes om te passeren. Gelukkig kwam deze al gauw en tikte ik de versnellingsbak twee tandjes lager. Hoog in de toeren jankte ik volgas langs de traktor en door de tunnel voor me. Het heerlijke gevoel van de acceleratie werd al gauw vervangen door het angstaanjagende gevoel van een harde remactie. De auto die, zonder te kijken, de weg opdraaide kon ik maar net ontwijken en als een maniak gebarend, reed ik deze voorbij. Het jonge grietje wat achter het stuur zat, had het zo druk met haar mobiel, dat ze mij waarschijnlijk niet eens gemerkt heeft. Toen ik dit zag zwakte ik af en ging ik naast haar rijden. Na een flinke draai aan de gashendel schrok ze en zag ik de telefoon richting bodemplaat gaan. Als een kind wat zojuist op de vingers was getikt, gingen de handjes op kwart voor drie en keek ze doodsbang vooruit. Boos gebarend besloot ik maar door te jakkeren.
De schrik te zijn bekomen, was ik blij dat ik van Truus mocht afslaan. Met een chagrijnige blik draaide ik de eerste de beste kronkelweg op om even een korte pauze in te lassen. Na een slokje Cola en wat foto’s ben ik doorgegaan waarop ik tot de ontdekking kwam dat de kilometerteller 5000 aangaf!!!! Wij zijn over 2/3e van de reis! Wauw…
Al snel mocht ik de volgende ferry op en een norse man in Fjord1-kleding (ferrybedrijf) stond me op te wachten. In volledige regenkleding liep hij welliswaar op instapsloffen mijn richting op. Verbaasd over zijn schoeiselkeuze betaalde ik de man en tufte ik de boot op. Na een kwartiertje op de ferry konden we gelukkig weer door. Verwend door de handvatverwarming pakte ik het laatste stukje naar het Lysefjord. Met een gezonde spanning reed ik door de bergwegen om, met een geweldig uitzicht, langs de weg een peuk te roken.
Ik kwam aan bij het ferrydock waar de boot naar de Lysebotn zou vertrekken. Ik vroeg aan een wildvreemde hoelaat de boot zou komen en al uitlachend, vertelde de man in gebrekkig Engels dat deze morgen pas zou gaan. Enorm teleurgesteld bedankte ik de man en reed ik door. Zonder bestemming reed ik wat rond en zag ik het bordje “Preikestolen”. Na wat gegraven te hebben in het geheugen besefte ik me dat dit een fantatisch mooie plek is en gooide ik het knipperlicht aan. Een paar kilometer verder kwam ik aan bij de Preikestolen parkeerplaats. Overmoedig gooie ik de spullen uit en drapeerde ik deze over de tikkende, warme motor. Het informatiebord bekeken te hebben kwam ik er tot schrik achter dat vanaf hier de klim naar de Preikestolen zo’n 2 uur duurt (wandel/klimroute). Aangezien dit mij teveel energie en tijd zou kosten besloot ik met een dubbel gevoel deze hike niet te doen.
Teleurgesteld strompelde ik terug naar de Strom die ondertussen omringd werd door collega rijders. Een groep Litouwse bikergang gasten stond rechts te gluren naar de Britse gozer die links van mij z’n spullen pakte. Naast hem was een Nederlandse rijder bezig met het vastmaken van zijn bagage. Eindelijk! Een Nederlandse rijder!! We raakten samen met de Brit aan de praat en al gauw reden de Litouwers al bulderend weg. De 18-jarige engelsman was op z’n CBF125 solo op pad door Noorwegen. De 23-jarige Nederlander was ook voor het eerst solo bezig met een reis.
Terwijl we vrolijk door kwebbelden bekeek ik mijn ketting en kwam ik tot het besef dat ik deze moest stellen. De slappe schakels hingen somber tussen de tandwielen in. Na mijn uitgebreide gereedschapsset uit de koffer getoverd te hebben zag ik dat de maat dopsleutel die ik nodig had voor het losmaken van de achteras, zo’n beetje het enige was wat ontbrak. Terwijl ik mezelf op m’n kop sloeg dat ik dit niet gecontroleerd had, bood de engelsman een klein setje standaard gereedschap aan. Met weinig verwachting accepteerde ik het aanbod en ging hij op zoek naar een dopje 23. Welliswaar bleek hij deze bij zich te hebben en al snel was de achteras los. Na de ketting een halve slag strakker gezet te hebben, draaide ik de as weer vast en bedankte ik de collega-rijder voor zijn hulp. Nadat we wat tips, tricks, gedachtes en muggenspray hadden uitgewisseld gingen de heren naar de camping verderop. Mannen, mochten jullie dit lezen, bedankt voor de gezelligheid (If you read this, thanks for the fun and company!!) Nadat ik ze had uitgezwaaid begon ik met mijzelf klaarmaken. Opgewekt reed ik de parkeerplaats af.
Ondertussen was het alweer 21:30 uur! Noorwegen sterft volledig uit na 22:00 uur dus had ik haast om bij de ferry te komen. Ik kwam daar aan en stond helemaal alleen op het lege terrein te wachten. De hoop opgegeven te hebben, wilde ik omdraaien om een andere mogelijkheid te zoeken om van het eiland af te komen. Gelukkig kwam, net voordat ik mijn hoofd draaide, om de bocht een boot aanvaren. Het was de ferry!!! Dankbaar reed ik het stalen dek op waar ik vooraan te wachten stond met een geweldig uitzicht op een rode zonsondergang.
Toen we aangemeerd waren was het 22:09 uur en hongerig reed ik naar het eerste de beste tankstation die (waar ik al bang voor was) gesloten was. Gezien het feit dat mijn ontbijt het laatste maal was, begon mijn maag behoorlijk te knorren en aangezien ook mijn drinken op was, ging ik naarstig op zoek naar een open tankstation.
Ik dacht dat Noorwegen mooi was met daglicht, maar ik zal nooit en te nimmer meer vergeten hoe bijzonder het is om in de schemer door de dorpjes te rijden. Niet overdreven, voelde het alsof ik door één van de kerstdorpen van de Intratuin reed, die in de winter uitgestald staan. De duisternis begon te vallen en ik verwisselde de glazen van mijn zonnebril met nachtglazen, die tot mijn verbazing, de kleuren een stuk verbeteren. Met mijn vuurwerkbril-lijkende oogbescherming reed ik verder over de hoge heuvels en door de diepe dalen. In ieder dal lagen de gele lichtjes gebundeld tot een dorpje te wachten op mijn gebulder. Zo stil mogelijk reed ik door de uitgestorven gemeenschappen totdat het rond 01:00 uur volledig donker was.
Werkelijk pik- en pikzwart. Het enige wat ik zag was hetgeen wat de verlichting van mijn motor verlichtte. Verder zag je niets. Geloof me, dat is angstaanjagender als het kijkt. Bij een wild verdwaalde lantaarnpaal stopte ik voor een peukje en om even de benen te strekken. Als een bange haas om me heen kijkend de duisternis in, rookte ik snel m’n sigaretje. Terwijl ik mijn tas dicht ritste werd ik opgeschrikt door een enorme plons, niet ver bij mij vandaan. Doodsangsten uitslaand zette ik snel mijn helm op en reed ik vlug weg. Wie weet wat dat geweest had kunnen zijn……….
Na een uurtje moest ik op zoek gaan naar een tankstation omdat de Strom begon te zeuren om een slokje. Gelukkig kwam ik al gauw langs een gesloten Shell, waar een pinautomaat stond. De tanktas verwijderd te hebben en alles gereed te hebben gemaakt voor de tankbeurt stak ik mijn pasje in de machine. Welwillend mocht ik mijn code intikken om erna het woordje “Declined” te zien staan. Scheldend en tierend trok ik mijn bankpas uit de gleuf en liep ik terug naar de Strom. Agressief alles terug geplaatst te hebben kreeg ik het koud. De temperatuur was inmiddels gezakt naar een graad of 6/7 en dat begon ik te merken.
Nadat ik een joggingsbroek en col uit de roltas pakte, trok ik de laarzen en motorbroek uit om, charmant in de thermobroek, op het verlichtte terrein te staan. Gelukkig reed er op het moment geen hond in de regio. Mijzelf te hebben omgekleed, stapte ik weer op om de volgende te proberen. Slechts 10km hierna kwam ik langs een oude particuliere pomp waar ook een pinpompje stond. Geleerd van mijn fout stak ik, nog zittend op de motor, het pasje in het apparaat. Godzijdank werkte het en zette ik de Strom neer. Deze klaargemaakt te hebben gooide ik de tank vol en bedankte ik het apparaat. Even later zaten we weer op de weg.
Pikkedonker dat het was, slingerde ik met max. 50km/h over de bochtige weg. 100% geconcentreerd reed ik voorzichtig, de volledige breedte gebruikend, de bergen op en af. Ik ben zo ontzettend blij dat ik kosten noch moeite heb bespaard qua verlichting. Met twee sterke LED koplampen met daaronder twee BMW LED ver- en breedstralers heb ik meer lichtopbrengst dan een gemiddelde nieuwe Audi. Voor het eerst had ik iedere Lume nodig en reed ik steeds slomer de weg af.
Over de vele wildroosters kronkelde ik verder terwijl ik werkelijk doodsangsten uitstond. Ik kan niet beschrijven hoe eng het is (“Maar je bent een boom van een vent!!”… blabla) om alleen hetgeen voor je te zien. Als ik de motor uit zou zetten, zou ik met veel moeite de sleutel kunnen vinden. Volledig op de tast moest je hier je ding doen, dus besloot ik alleen te stoppen op verlichtte plekken. Ondertussen was het alweer 02:30 uur en werden de wildroosters steeds regelmatiger. Met continue angst dat er een beest op de weg zou staan pruttelde ik de dalen door. Links en rechts schenen er met enige regelmaat, groene oogjes mijn richting op. Mijn koplampen reflecterend, lichtte de kraaltjes op in de bosjes. Als je niet weet wat het is, is dit behoorlijk creepy en met een bekeken, opgelaten gevoel zette ik de rit voort. Na een korte haarspelbocht moest ik in de blokken ondat uit de duisternis ineens een grote groep schapen op de weg verscheen. Uit het niets, lagen er grote ovale dingen op de weg waarvan ik mij kapot schrok. Met de gierende adrenaline gaf een paar peuten gas waarop de bollen wol angstig naar de kant gingen. Toen ik zag dat de ogen van de schapen groen reflecteerde, besefte ik me dat de oogjes in de bosjes dus voornamelijk schapen zouden zijn.
Bang reed ik door om tot het besef te komen, dat de oogjes in de bosjes met regelmaat geel waren en soms een enkele keer oranje of rood. Dit beangstigde mij enorm en enigszins opgelucht reed ik wederom een wildrooster over. Na een korte tussenstop voor de deur van een nietsvermoedende lokale bewoner, reed ik zo stil mogelijk weer verder. Helaas begon het te spetteren. Ik was er al bang voor. De luchtdruk veranderde merkbaar en je rook in de verte de geur van regen. Met de bril op en het vizier open reed ik door de miezer die al gauw veranderde in regen. Dankbaar kwam ik in het uitgestorven spookland achter de eerste auto in een uur tijd terecht. Opgelucht kon ik even (iets minder geconcentreerd) achter de Vito aantuffen. Toevallig draaide na een uur zware regen de Vito een terrein op waar een Shell stond. Tot mijn grote verbazing was de shop open!!!!!!!
Als een hongerige leeuw sprong ik van de motor af en denderde ik naar binnn waar de chagrijnige pomphouder me op stond te wachten. Druipend van de regen bestelde ik drie tosti’s en in bewondering voor de lange baard van de jonge kerel, peuzelde ik deze om 03:00 uur ‘s nachts op. Heerlijk, smaakten ze! Na wat flesjes Imsdal en wat snacks te hebben aangeschaft, sloop ik weer naar buiten. Ik besloot even een uurtje de ogen en hersenen rust te gunnen en ik zakte, als een netje aardappelen, tegen één van de pilaren in elkaar.
Kijkend hoe het vroege werkvolk hun dag opstartten, genoot ik van een bakje nootjes, een flesje Imsdal en een shaggie. Om 04:00 uur was ik, op de voeten na, enigszins opgewarmd en ging ik met enige tegenin weer verder. De regen was inmiddels zwaar verergerd en in de stromende zeikregen reed ik de, gelukkig lichter wordende (van het daglicht, wolken waren nog steeds pikzwart), lucht tegemoet. Compleet doorweekt en ijskoud droop ik het volgende tankstation op om even droog te staan. Hier verloor ik de goede moed en zakte mijn spirit even in elkaar.
Met een halve mental breakdown reed ik verdrietig verder de enorme wolkbreuken tegemoet. Het ijswater klapte met een enorme gang, kapot op mijn wangen en kleding en om 05:30 uur was ik het dusdanig zat dat ik met een GIGANTISCH dubbel gevoel de TomTom instelde op het dichtsbijzijnde hotel. Verschrikkelijk dat ik me voelde kwam ik om 06:00 uur aanrijden bij het hotel, waar de eigenaar mij te woord stond. Godzijdank had hij een vrije kamer en compleet doorweekt, sopte ik naar kamer 429. Mijn spullen neergekwakt te hebben kleedde ik me uit en dook ik direct onder de douche. Met uitslag van de kou op mijn huid, duurde het dik een half uur eer dat ik het warmer kreeg.
Volledig uitgeput door de strijd tegen de elementen, besloot ik uit veiligheidsoverwegingen de 24HoursForfay af te kappen. Dit was met dit weer niet te doen. Afgemat dook ik het bed in en binnen seconden was ik weg.
Om 14:00 uur werd ik wakker en ben ik eruit gegaan. Nog steeds verrot (lichamelijk als geestelijk) ben ik naar buiten gegaan waar de regen, nog steeds, genadeloos op de Strom neerviel. Na een snel sigaretje ging ik naar de kamer waar ik voor een tweede maal onder de douche ben gestapt. Na de douche ben ik naar het restaurantje gegaan voor het stillen van mijn eetlust. De nacho’s vooraf, smerige groentesteak en het harde ijs achteraf, maakte dit geen succes. Maar ik heb in ieder geval de vitamientjes weer naar binnen. Met dat ik het pepermuntje in m’n mik stak brak een gedeelte van mijn voortand af. Gebroken door deze druppel die de emmer deed overlopen heb ik het thuisfront gebeld om even gal te spuwen en het hart te verlichten. Met de vraag of zij een afspraak met de tandarts konden maken, dook ik wederom het bed in. Nadat dit gesprek had plaatsgevonden heb ik eigenlijk helemaal niets gedaan….
Gebroken door het feit dat ik deze marathon niet heb kunnen voltooien, doch trots op mezelf dat ik een verstandig besluit heb gemaakt, schrijf ik deze blog. Ik krijg het afgelopen uur enorm veel berichtjes. De warmte spat ervan af en jullie zijn de reden dat ik morgen weer op stap. Bij deze dank ik jullie allemaal uit de grond van mijn hart, voor alle steun en lieve berichten.
Jullie zijn werkelijk geweldig!
Met een kleine 460km en 14 rij-uren houd ik het voor gezien. Ik wens eenieder een mooie avond en goede nachtrust toe. Dank jullie wel!
For you lovely Fay
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

BLOG dag 17:
30-07-2015:
Met een frisse nieuwe blik. Weinig foto’s, veel verhaal.
Goedesmorgens beste mensen! Vanmorgen om en rond 10:20 uur wakker na een onrustige nacht vol slapeloosheid. Hoe kan dat nu? Nou, dat zal ik je vertellen.
Gisteren merkte ik al overal banners voor het Bluesfestival Notodden op. Uiteraard bleek het hotel waarin ik verbleef, in het epicentrum van alle chaos te liggen. Op de pleinen rondom het pand werden de grote podia, barretjes en dranghekken al neergezet. Opvallend genoeg werden dezen ‘s nachts niet bewaakt… Dure kassa’s en overig waardevol spul lagen voor het grijpen. Om 22:00 uur begon de DJ met zijn soundchecks….. Om 22:00 uur! Mafketel.
Tot een uur of 05:00 uur zijn de opbouwers en artiesten bezig geweest met het luidruchtig verslepen van festivalzooi en het controleren van alle apparatuur. Uiteraard kwamen hier de nodige geluidsgolven bij vrij. Helaas bleek mijn kamertje precies in de weg te liggen van het destructieve kabaal.
De rede dat ik dus weinig nachtrust heb weten te pakken…
Om 11:20 schrok ik omdat het slot van de kamerdeur langzaam open draaide. Als een slechte horrorfilm zag ik de deurknop draaien en terwijl ik de deken over me heen trok kwam een vrolijke schoonmaker met karretje en al naar binnen stormen. Na meerdere malen “Occupied” te hebben geroepen deed de schoonmaker zijn koptelefoon af en spotte mij onder de dekens. Alsof het hem niets deed vroeg hij in het Noors wanneer ik zou vertrekken. Hem gevraag het in het Engels te herhalen wees hij op z’n klokje en in gebrekkig Engels kwam er als enige “Go?” uit. Omdat mijn check-out tijd om 12:00 uur pas verliep zei ik “12 ‘o clock I go.” Chagrijnig knikte de man en verliet de kamer. Na dit tafereel ben ik naar beneden gegaan en, na een peukje, heb ik even verteld wat er was gebeurd. Een geschrokken eigenaar verontschuldigde zich en drukte me op het hart er iets mee te gaan doen.
Eenmaal boven ben ik direct maar begonnen met het opruimen en pakken van de spulletjes. Alles weer opgeladen en wel, stouwde ik zoveel mogelijk in de tanktas liep ik naar de Resepsjon om uit te checken. Met een heerlijk zonnetje op m’n gezicht gooide ik sierlijk alles spullen op de motor en trok ik m’n jas aan. Badend in het zweet trok ik deze gauw weer uit en gaf ik hem een plekje op de Strom. Met de oordopjes al in kwam ik tot de ontdekking dat ik niet weg kon. Volledig ingebouwd door voertuigen van de opbouw, catering en beveiliging stond de Strom gebonden op z’n nachtelijke parkeerplekje. Een half uurtje later zag ik een vrouwelijke beveiliger lopen en vroeg ik haar de bus te verplaatsen. Met veel pijn en moeite kroop ze achter het stuur en reed ze een halve meter achteruit. Met aan beide zijden een paar centimeter over manouvreerde ik de breed bekofferde Strom tussen de wagens. Bedankend reed ik door en was ik na een paar straten eindelijk uit het centrum.
Opgelucht draaide ik de verbindingsweg op na een kleine 20km stopte ik voor een volle tank en een ontbijtje. Na een snel broodje stapte ik weer op om achter een lange stoet auto’s aan te sluiten. Zeer langzaam (20km/h max.) kroop de bende over de kronkelweg. In de verte zag ik twee grote trucks met moeite de heuvels opkomen en zodra de tegengestelde rijbaan vrij was, ging ik vol gas langs de stoet auto’s. Omdat de auto’s voor me niet durfden in te halen beet ik het spits af en gas ik gas. De trucks ingehaald te hebben had ik vrij baan en met een gangetje of 90 jakkerde ik door.
De vrouwelijke stem van de TomTom was ik zat aan het worden en na wederom een felle instructie ging ik door het stemmenmapje scrollen. Binnen no-time had ik Truus omgetoverd in Teun! Zonder alle moeilijke operaties die een mens nodig heeft voor dit geintje was Truus, met een druk op de knop, een heel stuk mannelijker. De rustige stem van Teun bracht me op de E18 richting Oslo waar ik na een km of 50 weer even bij het pompstation stopte.
Na een korte lunch ging ik het zonnetje weer in. De motor zette ik neer naast een stel uit de kluiten gewassen Harley’s. Met de apehangers en kilometers chroom vielen deze bakbeesten natuurlijk enorm op en binnen de kortste keren stonden de japanners met de camera’s klaar. De eigenaars van de choppers kwamen, beren van kerels met een flinke baard en een hoop leer, spraken me aan naar aanleiding van de hoeveelheid bagage. Een half uurtje stonden we te kwekken over hoe zij onderweg waren naar het Bluesfestival en over de Ride4Fay. De heren bevestigden mijn vermoeden en vertelden dat dit de slechtste zomer is sinds 1994. Één van de bikers (een Noorse militair) begon te praten over zijn trips naar Nederland en wat nou de mooiste plekjes waren. Na een gezellige chat namen we afscheid en vervolgden de luide choppers richting Notodden. Gentlemen, thanks for the fun chat!
Volledig ontgaan, was het feit dat links van mij een enorme zwarte wolk aan kwam drijven, terwijl rechts het warme zonnetje op m’n gezicht brandde. De eerste grote druppels vielen naar beneden en ik zette snel de Strom onder de afdak van de Shell. De bui afwachtend, rookte ik wat peukjes en keek in naar de vele liters diesel die in de tanks van campers verdwenen. Toen eenmaal de zwaarste regen voorbij gedreven was sprong ik met een verfrist humeur de motor op.
Na een paar honderd meter kwam het restant regen naar beneden en op de busbaan wachtte ik het even af. Toen ik de blauwe lucht weer in het vizier had baande ik mijn weg het asfalt weer op. Al snel kwam ik wederom achter een vrachtwagen (dit maal van het grote Noorse bedrijf PostNord) die nogal snel reed. Continue 20km boven de snelheidslimiet hobbelde de grote truck door de dorpjes. Na wat rare toeren (op de andere rijbaan wakker schrikken en met een ruk aan het stuur terug draaien) vond ik het welletjes en ging ik er op een veilig moment langs. Wild gebarend liet de chauffeur me weten dat hij het er niet mee eens was. Met twee vingers in de lucht (nee, geen peace teken) vervolgde ik geagiteerd mijn weg.
Op het dooie akkertje genoot ik van de teruggekeerde zomerzon terwijl ik op de rechtere wegen goed kilometers kon maken. De weg veranderde in een snelweg en met een heerlijke gang kachelde ik het overige verkeer voorbij. In de verte zag ik wat oranje LEDlampen oplichten en even later maakten we massaal een hachelijk moment door. Een Hongaarse caravannist gooide, naar het leek zonder te kijken, het stuur om waardoor iedereen daarachter een volledige noodrem mocht uitvoeren. Ondertussen doorwinterd kneep ik kalm de hendels in en stuurde ik weg van de overige weggebruikers die paniekerig op het pedaal drukten. Met dat alles in een fractie van een seconde zo’n 100km/h vertraagde was de Hongaar spontaan een paria. Iedere automobilist (incl. bejaarden) reden wild toeterend en middelvingerend de caravannist voorbij. Toen was het mijn beurt… Met mijn boos-ste blik reed ik de jonge griet voorbij die recht naar voren keek. Met een tevreden, arrogante glimlach op m’n gezicht reed ik door om bij vlak voor Oslo nog een tankstopje in te lassen. De overheerlijke Ostepølse m/bacon (kaasworstje met bacon) naar binnen hebben gepropt sprong ik enthousiast weer in het zadel.
De welbekende E6 kwam in zicht en ik reed al gauw de tunnels onder Oslo in. De borden Stenaline zag ik hangen en zonder twijfel, stuurde ik weg van dezen. De E6 volgend richting Trondheim kwam ik op het stukje waar ik de eerste kilometers in Noorwegen gemaakt had. Met een flinke deja vú tufte ik door. Na de tunnels reed ik langs een bus met een bekend kenteken. De gele plaat met zwarte letters deden mij aanzetten tot een wild zwaaiende drive-by. De (vermoedelijk) Nederlandse passagiers hadden niets door en alleen de chauffeur zwaaide vrolijk terug.
Vanwege de zadelpijn reed ik met wat soepele strekbewegingen voorwaarts alwaar een handje uit het raam van een voorbijkomende auto stak. De kerel die voorin zat keek in zijn spiegel en zag het kinderhandje uit het raam zwaaien naar de voorbijkomende motor. Als een goede vader befaamd, haalde de bestuurder mij even later in om ook het joch aan de andere kant de kans te geven zijn aanwezigheid kenbaar te maken. Met een grote glimlach zwaaide ik terug en binnen de kortste keren reed ik wederom solo verder.
Ik koos ervoor om even een pitstopje in te lassen en onder het genot van het zonnetje en een shaggie zag ik de BMW R1200GS verderop blinken in de zon. Toen de rijder uit de Mac kwam en opstapte, kon hij helaas het evenwicht niet houden en zag ik de dure Duitser naar de grond gaan. Terwijl ik opgesprongen was om een handje te helpen had de kerel met behulp van een gestopte automobilist vakkundig de motor alweer op de jiffy en bedankte mij op afstand.
De Nissan Juke van de gestopte automobilist zag ik echter wegrollen. Schreeuwend naar de eigenaar zag ik de wagen richting één van de pompen rollen. Gelukkig was de kerel zo snel om op 2 meter voor de pomp de handrem aan te trekken. Lesje voor de volgende keer zullen we maar zeggen.
Nadat ik vol bewondering voor de dikke Amerikaanse auto’s nog een peukje had gerookt ging ik verder.
Onderweg merkte ik dat de lucht grijzer begon te worden en al gauw was van het warme zomerzonnetje niets meer te zien. De gitzwarte wolkenpartijen golfden gracieus over de groene heuvels en ik zag in de verte de eerste buien alweer ontwikkelen. Gestopt om de motorjas en col aan te trekken begonnen de eerste dikke druppels hemelwater alweer op de Strom kapot te vallen.
Teleurgesteld besloot ik om in de stromende regen geen tentje op te zetten naar op zoek te gaan naar een Hytte (Cabin). Terwijl ik wederom doorweekt de olympische stad Lillehammer binnen reed spotte ik de bordjes die leidden naar de stadscamping. Ik volgde deze borden en zonder goede hoop strompelde ik de receptie binnen.
Gelukkig had de aardige dame nog een minihutje vrij en gaf me de sleutel. Alles uitgehangen in de cabin begon ik (zonder regen welliswaar) de ketting maar weer te behandelen. Even later zag ik de volgende bui overtrekken vanuit de koele cabin. Het weer hier is zo veranderlijk als het humeur van een vrouw in de maandelijkse periode (met alle respect, om de heren even een beeld te geven).
Na me te hebben omgekleed hing ik alle spulletjes aan de oplader en wilde ik even aan de wandel gaan. De deur geopend te hebben, werd ik direct overspoeld met de enorm zware bui die overtrok.
Met een 300 kilometer vind ik het weer voldoende voor vandaag en wens ik iedereen een fijne avond!! Morgen weer een nieuwe dag! Sorry voor het gebrek aan mooie foto’s maar de omgeving was vandaag niet heel bijzonder…..
All for you, lovely Fay



BLOG dag 18:
31-07-2015:
Mach 6 door de grindbak………
Goedemorgen beste mensen! Vanochtend om 09:00 uur door de wekker wakker geschrokken. Wekker was gezet omdat niemand mij iets had verteld over een eventuele check-out tijd. Stijf en met een pijnljke rug door het ultradunne matrasje ging ik rechtop zitten waarna ik direct al een heerlijke wake-up call kreeg. De bovenste sectie van het stapelbed was iets lager als verwacht dus even later was ik splintertjes uit m’n voorhoofd aan het plukken. Heel fijn.
Tijdens het standaard rituele ochtendpeukje merkte ik op dat de temperatuur niet mis was. Met naar schatting een graad of 15 was het aangenaam te noemen. Helaas was het zonnetje verstoppertje aan het spelen achter het dikke grijze wolkenpak. Nadat ik richting toiletgebouwtje liep voor een korte sanitaire break begon ik met inruimen.
Helaas ben ik toch vergeten foto’s te maken van de binnenkant van de Hytte. Ik kan je echter wel vertellen dat het allemaal zeer compact is. De kleine hut was gevuld met een stapelbed, klein tafeltje met 2 stoeltjes en een koelkastje. Thats it…….
Om en rond 11:00 uur checkte ik out en sprong ik op de Strom met als bestemming: Peer Gynt Vegen. De laatste op mijn lijstje van must see’s.
Met opgeheven hoofd draaide ik aan de hendel om al gauw Lillehammer te verlaten. Na een korte stop bij een lokale benzineboer voor een slok Blyfry 95 en een peukje, buffelde ik door naar Peer Gynt. Een schitterend gebied in het hart van Noorwegen. De wolken maakten langzaam plaats voor blauwe lucht en al snel raakten de eerste zonnestralen mijn gezicht.
Na een paar uurtjes kachelen kwam ik eindelijk aan op het punt van bestemming. Echter was het allemaal een stuk minder spectaculair als ik verwacht/gehoord had. Na een kritische blik geworpen te hebben op Teun merkte ik dat ik helemaal niet op de Peer Gynt Vegen was… De kalme stem van de TomTom had me naar de Espedalsvegen vlakbij geleid. Met een nostalgisch gevoel gooide ik de zijkoffer open en trok daar de kaart van dit gebied uit. Teun zit in de goede richting, maar niet helemaal. Close, but no cigar.
Gelukkig bleek ik op een steenworp afstand te zitten en de weg ernaartoe zag er erg leuk uit. Met alle tijd van de wereld besloot ik maar eens het GoPro setje uit de koffer te halen aangezien deze toch open stond. De 20km erna hebben lang geduurd, want ik heb iedere mogelijk houder zo’n beetje gebruikt om wat leuke beelden te schieten. Iedere mount is gebruikt op vele manieren en helaas zijn er ook 3 gesneuveld in de strijd. Dit mocht de pret niet drukken!
Al snel spotte ik het witte bordje waarop stond “Peer Gynt Vegen” en met vlinders in de buik draaide ik de bocht om. Na nog geen 300 meter veranderde de goede asfaltweg in een oud grindpad. Huiverig reed ik voorzichtig door tot ik boven op de heuvel was. De toeristisch ogende houten bordjes gaven aan dat dìt de Peer Gynt Vegen was…. Verbaasd reed ik door om te kijken of het asfalt nog terug zou keren. Na maar liefst 18 kilometer grind, modder en mest te hebben doorstaan kwam ik aan de andere kant van het grindpad dat aansloot op een drukke verbindingsweg. Ik wist niet zo goed wat ik ervan moest denken, maar met mijn voorliefde voor off-road was dit wel een hele gave uitdaging.
Off-road is niet nieuw voor mij, echter is het met 80 kilo bagage achterop andere koek. Nu ik gedeeltelijk wist hoe de extreem kronkelende steile grindweg liep kon ik qua snelheid iets zelfverzekerder terug. Met iedere bocht wende ik meer en meer aan het wegglijdende gevoel van de achterband en aan het ontbreken van grip van de voorband. Met steeds meer lol voerde ik de snelheid op en al snel was ik niet te houden. Volledig gewend aan het gewicht van de Strom knalde ik met een bloedgang door de modder en langs de steile afgronden. Met een grote glimlach op m’n gezicht sjeesde ik het pad, variërend van modder, grind, zand, klei en diepe plassen af richting het punt waar ik eerder startte. Na iedere bocht lag een nieuwe uitdaging die ik met beide handen aangreep. De remmen werden amper belast en de motor deed haar best om met hoge snelheid de wegligging te houden en koppel te geven. Met 8000 toeren of meer crosste ik de heuvels op en af om na een kort, fel bochtje even flink in remmen te gaan voor een familie schapen die over het pad liepen. Zonder enige reactie op de decibellen geproduceerd door mijn opengeboorde uitlaat, wandelden de bolletjes wol rustig over het pad.
Na een behoorlijke draai aan de hendel schrokken ze toch en begonnen ze te rennen. Helaas niet naar de kant maar over het pad in dezelfde richting als ik. Zonder enige mogelijkheid de beestjes in te halen bleef ik er, al lachend om het rare gezicht, achter hangen. Na een kilometer te hebben geschaterd achter de 8 wiebele schapenkonten doken ze eindelijk de bosjes in waarna bij mij het gas er weer op kon.
In de wijde omtrek kon men mij al aan horen komen. De Strom was heet geworden door de hoge toeren en als mijn motor heet wordt, wordt het geluid alleen maar harder. De afgelegen boerderijtjes schoten voorbij en de lokale boeren stonden hoofdschuddend aan de kant. Niet rekening houdend met deze mensen, jakkerde ik egoïstisch door om vervolgens met de staart tussen de benen terug te rijden om even sorry te zeggen. Gelukkig werd dit aanvaard en werd ik vrolijk uitgezwaaid door het gezellige stel. Als een stofwolk verdween ik achter de sparren en denderde ik vrolijk verder. Na een
rustpuntje in het midden, waar je letterlijk niets hoort naast koeienbellen en je eigen bloedsomloop, stapte ik soepeltjes in het zadel en maakte ik de Peer Gynt Vegen voor de tweede maal af.
Eenmaal aangekomen op het asfalt was ik snel weer gewend aan de grip en, nog opgefokt door het off-road rijden, snelde ik met dik 100km/h de bochten door. De omgeving werd steeds mooier en mooier en de lucht steeds blauwer. Bij een steile rotswand besloot ik even een lunchpauze in te lassen en met een geweldig uitzicht zat ik rustig op de vangrail mijm broodje te smeren. Aan beide zijden steile rotswanden besloot ik wat tijd te doden met het keilen van stenen de afgrond in. Ben zo af en toe simpel vermaakt. Na een minuut of 10 kleine steentjes te hebben getrapt, was het tijd voor wat groters en pakte ik een rotsblokje ter grootte van een voetbal. Benieuwd hoe hard de klap zou zijn rolde ik de steen de afgrond in. Tijdens het opstaan hoorde ik luid gerommel en zag ik een enorme stofwolk de lucht in stijgen. Toen ik besefte dat ik een kleine landverschuiving had veroorzaakt zette ik snel de helm op het hoofd en maakte ik dat ik weg kwam. Kort hierna mocht ik even de remtest uitvoeren in verband met een groepje koeien die nietsvermoedend op de weg stonden. Dom stonden ze naar het asfalt te staren (nee, dat kan je inderdaad niet eten!) en mij op te houden. Een kleine stoot gas schokte de mormels en ze begonnen heel houterig te rennen. Alsof alle dieren in Noorwegen dat aangeleerd wordt, over de weg……. Flink wat geïrriteerde draaien aan de gashendel verder beet één van de runderen het spits af en hobbelde de bosjes in. Gelukkig volgde de rest snel en kon ik weer verder!
Na een uurtje doelloos rond te hebben gereden was het weer tijd om te tanken en ik pruttelde kalmpjes een Statoil op. Na de Strom weer te hebben afgetankt begon ik me af te vragen wat nu… Ik had geen punten meer op m’n lijstje om af te strepen en ik had naar mijn idee het mooiste wel gezien. Ik besloot de weg op te duiken en te kijken naar waar de natuur mij zou brengen. Schijnbaar had ik in een rondje gereden want al gauw kwam ik wederom bordjes Peer Gynt Vegen tegen. Ach, waarom ook niet?!
Vol adrenaline reed ik voor de derde keer naar de grindweg waar het avontuur in een avontuur opnieuw begon. Ik draaide al gauw het pad weer op waar de voorbijgangers (die er bewonderenswaardig 2 uur later nog steeds stonden) verbaasd keken hoe die Hollandse idioot voor de derde keer voorbij kwam scheuren op z’n trouwe stalen ros. Het gezin hikers wat ik al twee maal eerder tegen kwam stond uitgebreid te zwaaien en ik zwaaide vrolijk terug om daarna weer met hoge snelheid door te jakkeren.
Halverwege vond ik een mooi plekje voor wat kiekjes en na een uurtje te hebben staan twijfelen, besloot ik hier weer eens te gaan kamperen! De daadkrachtige gevleugelde duivels (muggen) waren het hier helemaal mee eens en binnen de kortste keren liep ik weer, wild om me heen slaand, een kamp op te bouwen.
Met op de achtergrond de schapenbellen dook ik mijn koude tentje in om te ondervinden dat mijn geliefde luchtbedje doorweekt was. Deze zoveel mogelijk droog gemaakt te hebben maakte ik me op voor een fris nachtje en genoot ik nog even van de broodjes met BaconOst. Toen de bellen wel heel dichtbij kwamen ritste ik mijn tentje open en zag ik dat een hele familie wolmormels angstig voorbij kwam zetten. Snel de telefoon gepakt en een filmpje gemaakt (die er straks op gaat).
Met iedere auto die stopt slaat m’n hart een keer over en zit ik alert klaar om de tent uit te springen. Gelukkig is dat nog niet nodig geweest. Bij de laatste auto die stopte, spitse ik wederom mijn oren en het enige wat ik hoorde was: “Weltrusten!”. Rollend van het lachen wenste ik vanuit mijn dichte tent de Nederlandse man hetzelfde en hoorde ik de auto wegronken.
Al met al was het vandaag een geslaagde dag. Zojuist heb ik nog even gezocht naar de mooie plekken van Noorwegen en kwam ik tot de ontdekking, dat ik de beroemde Trollstigen nog niet gehad heb! Hier slechts 222km vandaan te zitten is dit het agendapuntje voor morgen. Vandaag heb ik slechts 185km gereden, maar ik vind het helemaal prima. De druk is van de ketel!
Lieve mensen, een hele prettige avond, slaap lekker en droom zacht. Demain est un nouveau jour wink-emoticon
All for you lovely Fay








BLOG dag 19:
01-08-2015:
Way to end a beautiful day………
Goeeeeeeeeeeeeedesmorgens beste buitenwereld. Wat een nacht zeg… Geen oog dichtgedaan door de ontzettende kou en het gerinkel van de schapenbelletjes om me heen. Uiteindelijk gelukkig toch nog wat nachtrust kunnen pakken maar helaas werd ik al om 08:30 uur wakker. Met bevroren tenen bleef ik liggen en probeerde ik mezelf op te warmen. Helaas hebben de dikke trui, dubbele capuchon, col en winterhandschoenen vannacht niet mogen baten. Jammer genoeg was ik al tè wakker en draaide ik me al krakend op m’n andere zij om een shaggie te flappen. Met het heerlijke rituele ochtendpeukje begon de lucht in de tent wat op te warmen. Waarschijnlijk verdreef ik gewoon de koude lucht met de rook want na het shaggie koelde het al vlotjes weer af.
Gelukkig brak na een half uurtje rillen het zonnetje door en al gauw was het niet te harden benauwd binnen. Ik vond het overigens heerlijk en genoot met volle teugen van de tintelingen die het opwarmen veroorzaken. Na een uurtje het koppie wat gerust gegund te hebben moest ik er toch echt uit voor een sanitaire break. Als een kerel van 104 kroop ik de tent uit en gaf ik de bloemetjes wat water. De schaapjes vonden het reuze-interessant en besloten de binnenkant van m’n tent eens beter te bekijken. Dit opmerkend, schreeuwde ik een lelijk woord naar het mormel en rondde ik af. Het beest keek me woedend aan en droop gelukkig af. Nu echt wakker te zijn, besloot ik maar te gaan inpakken. Uiteraard ging ik (gelukkig mét motorbroek aan) vol in een half-verse koeienvlaai zitten met de knietjes. Lekker dan………….
Na een uurtje bakkeleien met de tassen, netten, spanbanden en elastieken was ik klaar om te gaan en om 12:00 uur reed ik met de warme zomerzon op m’n rug richting Trollstigen. Helaas was aan het einde van de 18km lange weg, het wolkendek als een bedlaken weer volledig over de atmosfeer getrokken. De zon deed z’n best door te breken, maar verloor helaas deze strijd.
Na een uurtje rustig gereden te hebben, stopte ik bij het tankstation om wat voorraden in te slaan. Echter bleek dit nou net de pomp te zijn waar het grote winkelpand, volledig leeg bleek te staan. Een balie met een oude dame op een kruk erachter en een leeg rek van Stimorol vulde de (nog best flinke) toko. Teleurgesteld pakte ik een pakje Stimorol en rekende ik deze af bij de ontzettend aardige dame. Na een peukje zadelde ik weer op en ging ik met een lege maag verder.
Met iedere dag dat ik hier rondrijd wordt het verkeer ogenschijnlijk irritanter en irritanter. Niemand durft om boven de 10 kilometer onder de snelheidslimiet te komen. Chagrijnig haalde ik wat linke inhaalmaneuvres uit om de zondagsmeute te lozen. Gelukkig was een positief puntje aan de horizon want ik zag de tripteller de 6000km passeren! In extase slaakte ik een juich van vreugde en nadat ik door de voorbijgangers heel raar werd aangekeken, draaide ik de volgende pomp in om even wat te eten. Zo leeg als dat de vorige was, zo vol stond deze (inclusief hordes mensen).
Na een lekkere Ostepølse rookte ik, onder het genot van een voorbij denderende motorclub vol oldtimers, een heerlijke zware Nel. Met een volle buik, aangevulde voorraad en een voldaan gevoel draaide ik de weg wederom op die alsmaar mooier en mooier werd. Na iedere bocht werden ook de vergezichten fraaier en al snel tufte ik onderin een gigantisch fjord tussen de enorme verticale rotswanden. Onderdanig spotte ik een aantal watervallen die uitkwamen in een adembenemende blauwgroene rivier. Het water was dusdanig helder dat ik tot zeker 8 meter diep kon kijken wat er op de bodem leefde. Helaas zag ik weinig leven, anders had ik het hengeltje wel even gegrepen.
Na een paar kilometer zag ik een geweldig uitzicht recht voor me en tot mijn verbazing hing boven de rivier een soort hangbruggetje. Meteen wist ik dat ik hier wat foto’s moest maken en keerde ik om. De motor in de bosjes gegooid te hebben baande ik m’n weg door de dichtbegroeide bosjes om na een aantal tientallen meters, het begin van een vervallen touwbrug te zien.Twijfelachtig zette ik de eerste stap over de verlaten houten loopbrug. Bij de tweede stap zakte ik per direct door het rotte hout en kon ik me krampachtig vasthouden aan de dikke metaaldraden die naar de overkant liepen. Vastberaden klom ik door tot ik al wiebelend een derde van de lengte had bereikt. Trots maar beangstigd pakte ik de telefoon uit de broekzak en schoot ik wat geweldige plaatjes. Trots en verwonderd klom ik terug richting de kant en, na meerdere malen door het brosse hout gezakt te zijn, bereikte ik droog maar gehavend de kant. Mijn handen waren rood/bruin van de roest en van het bloed. Bloed? Blijkbaar waren er een aantal metaaldraden gesprongen want mijn handen zaten vol wondjes en blaren.
Snel waste ik het vuil van m’n handen in het kristalheldere water om er daarna wat alcohol uit het EHBO kistje overheen te gieten. Verbeten trok ik voorzichtig mijn handschoenen weer aan en al snel was de pijn verminderd.
Met een lege weg voor mijn neus, reed ik verder met een lekker tempo. Ik dacht dat de maximum snelheden in Nederland belachelijk waren, maar hier slaat het echt als een tak op een slagroomtaart. Als je eindelijk snelheid heb kunnen maken naar de 80, verschenen de borden 50 of 60 alweer. Onoverdreven; Per kilometer veranderd hier de maximum snelheid minimaal 4 keer, van 80 naar 60 naar 40 naar 70 naar 50……. Het gaat werkelijk nergens over en als je een lege weg voor je hebt, wekt het flinke wat irritatie op.
Nadat ik voor de zoveelste keer mocht terugschakelen om zo stil mogelijk een slaperig dorpje door te gaan, mocht ik van Teun eindelijk afslaan. Met een glimlach van oor tot oor zag ik dat Teun me de 63 op stuurde, waar ik eerder ook al zo’n lol van had. De borden “Trollstigen” zoefden voorbij en binnen de kortste keren keek ik op naar een immense bergwand waar, als een slang waar de kop van afgehakt is, een weg op was geplakt.
Met een paar flinke, nerveuze ademteugen reed ik één van de mooiste plakken asfalt van de wereld op. Hoogtoerig sjeesde ik haarspeldbocht na haarspeldbocht over de steile weg naar boven. Genietend van het onbeschrijfelijke uitzicht en de mistwolken van de watervallen, kroop ik naar de top. Bovenaan aangekomen draaide ik de toeristische parkeerplaats op. Alsof ik één of andere beroemdheid was, keken overal mensen om om te zien hoe een imbeciele Hollander, volledig volgepakt, het terrein op pruttelde. Camera’s werden tevoorschijn getoverd en onder vele flitsen zette ik de Strom op de jiffy. Direct kwamen mensen naar me toe om te vragen of de koters even mochten zitten op mijn werkpaardje voor een foto. Uiteraard was dit geen enkel probleem en nadat ik de Strom op de bok zette, tilde ik wat bange knulletjes, tegen hun zin op de motor omdat pa een foto wilde hebben. Toen uit het niets een (later bleek) Koreaanse vrouw mij beetpakte en poseerde voor een foto, stond voor ik het wist een complete businhoud om me heen om een groepsfoto te maken. Jaloers keken de andere motorrijders naar de populariteit van de (in hun ogen belachelijk bepakte) Strom. Met een flinke aai over de ego kleedde ik me snel om om vervolgens richting uitzichtpunt te gaan.
Ooit had ik last van hoogtevrees. Op één of andere duistere wijze was ik hier deze trip vanaf gekomen en keek ik de enorme afgrond in. Uiteraard een hoop foto’s geschoten te hebben klauterde ik naar het volgende punt, die nog vele malen mooier was als de eerste. Hier heb ik vele foto’s en filmpjes geschoten voor mijzelf en anderen. Met iedere foto die ik voor een onbekend stel maakte, stonden de drie volgende al in de rij. Afvragend of ik hier geld voor zou moeten vragen schoot ik tientallen plaatjes.
Bij het eerste de beste rustmoment glipte ik ertussenuit en klom ik compleet verkrampend de trappetjes op. Euforisch liep ik terug naar de parkeerplaats waar de arrogante toeristen mij meerdere malen een beuk gaven met de schouders. Geen millimeter opschuiven als je me tegemoet komt, maar wel verwachten dat ik in een hoekje kruip om jou te laten passeren? No way, José! Agressief draaide een Amerikaanse toerist zich naar mij toen wij beiden besloten geen centimeter mee te geven. Als twee boksers in de ring, stonden we een booskijk wedstrijd te houden en, terwijl een grote groep toeristen zich om ons heen verzamelden, trok hij zijn mond open.
Met mijn vlotte babbel (ook in het Engels) trapte ik hem volledig de grond in en onder luid gelach van de toeristen, droop hij met hangende schouders af. Als een trotse pauw slenterde ik het laatste stukje over de loopplanken terug naar de Strom terwijl de toeristen ineens doorhadden dat ruimte maken van twee kanten moest komen. Met royale loopruimte maakte ik mijn weg naar één van de souvenirshops waar ik de souvenirtjes voor de delers en meest betrokken personen bij deze actie heb gekocht! Natuurlijk blijft dit een verassing.
Ingepakt en wel stouwde ik, onder gelach van wat voorbijgangers, het tasje in het laatste open plekje op de Strom. Na een peukje spotte ik een prachtig bruidje, al glunderend, richting viewpoint lopen voor haar trouwfoto’s. Met een kleinigheidje, wat ik net had gekocht, in de zak liep ik naar haar toe om hun te feliciteren. Geëmotioneerd nam ze het minibeeldje aan en ging ik samen met het bruidspaar op de foto.
Helaas houden ze deze foto’s privé, want ik had deze graag willen hebben. Desondanks was het begrijpelijk en wandelde ik met een grote glimlach terug naar de braaf wachtende Strom. Na een laatste peukje en verversing van de inhoud van de bidonhouder stapte ik op om de Trollstigen naar beneden te pakken.
Met de GoPro op de voorkap denderde ik razendsnel de haarfijne bochtjes door om binnen een mum van tijd beneden te zijn. Eenmaal beneden stopte ik om even een plan van aanpak samen te stellen. Omdat het internet bijzonder duur begon te worden en ik, na de slechte nacht, even trek had ik een goeie slaapsessie besloot ik mezelf even te trakteren op een opgemaakt bed en een gezonde lading Wifi. Na meerdere hotels, campings en hostels geprobeerd te hebben gaf ik bijna de moed op. Toen dreef bij mij de geniale ingeving naar binnen, om op Booking.com even te gluren naar de mogelijkheden. In Eidsdal bleek het laatste vrije kamertje te zitten en ik besloot, na de ontdekking dat het 60km verderop was, om via de site de kamer te boeken. Dit zodat ik niet voor nare verassingen kom te staan.
Met goede moed en een heerlijke zonnetje op de kneiter reed ik de weg op. Na 2 kilometer moest ik de 63 op en tot mijn verbazing mocht ik de achtbaan nòg een keertje in! Vrolijk racete ik de Trollstigen weer op en binnen een paar minuutjes stond ik alweer bovenop. Deze keer moesten we echter door en, na het inhalen van een aantal campers, had ik weer vrij baan! Weggeblazen door de onbeschrijflijke mooie vergezichten van het Norddal stopte ik voor wat kiekjes en met afstappen schopte ik per ongeluk bijna een schaap de bosjes in. Schuw zijn ze niet, want na enkele foto’s stonden ze al aan de Strom te snuffelen. Dezen weggejaagd te hebben met een flinke stamp op de grond ging ik verder. De rechte (eindelijk) wegen waren overzichtelijk genoeg om even het gas een beetje open te trekken en met dik 140 reed ik door het adembenemende landschap. Na 50 kilometer “ansichtkaart” gebied te hebben doorkruist mocht ik voor de verandering weer eens een ferry op. Een half uurtje stond ik vooraan te wachten, onder het genot van de schitterende zonsondergang over het fjord, toen eindelijk de ferry verscheen.
Na de chagrijnige medewerker (alle ferrymedewerkers zijn schijnbaar bloedchagrijnig hier?) betaald te hebben ging ik het dek op om weer wat mooie foto’s te maken. Binnen no-time was het alweer tijd om af te meren en ik haastte me naar beneden om, net op tijd, de motor gestart te hebben. Toen ik van het dek afreed kwam ineens een enorme deja vú over me heen. Hier ben ik eerder geweest, maar wanneer?! Toen ik het stoepje zag waar ik eerder een babbeltje stond te houden met de gepensioneerde Britse motorrijder, wist ik ineens waar ik was!
Na een paar honderd meter was het hotel al in zicht en draaide ik om 20:45 uur het parkeerterrein op. De Strom ontmanteld te hebben, sjouwde ik mijzelf inclusief een lading troep naar de tweede etage, waar de receptie was. 10 minuten stond ik het belletje te pingelen toen uiteindelijk een haastige, onbeleefde gozer de keuken uit kwam zetten. Mij al snauwend uitgelegd te hebben waar mijn kamer was en waar de wc’s, douches en wasbakken waren (Hé wacht even! Daarom neem ik geen hotel, niet eens een eigen douche….. Nee, gezamelijk) sprintte de kerel weer naar boven, mij zonder sleutel achterlatend. Hopend dat hij terug zou komen met sleutel wachtte ik op hem, totdat ik na een paar minuten besefte dat hij niet meer terug zou komen. Met tegenzin krabbelde ik de trappen weer op en na wederom een paar minuutjes gepingeld te hebben, kwam helaas weer dezelfde gozer de keuken uitzetten. Overduidelijk geïrriteerd vroeg hij wat ik wilde. Toen ik hem vertelde dat het van pas zou komen als ik de deur van mijn kamer kon openen, mieterde hij de sleutel op de balie en schoot hij weer de keuken in.
Ontevreden met de zeer slechte service besloot ik mijn hongerige buikje maar eens te voeden en om 09:05 uur schoof ik aan een tafeltje in de vreetschuur. 40 minuten (!!!!!) passeerden toen ik pisnijdig naar de balie liep. Sissend van woede vroeg ik waarom ik genegeerd werd en ik werd, afwimpelend, gevraagd wat ik wilde eten. Met 10 minuten op de klok voordat het restaurantje zou sluiten vertelde ik dat ik graag een bord spaghetti zou zien.
Een paar minuutjes later zette hij een bord drijfnatte spaghetti met “saus” onder m’n neus. Genietend van de heerlijke kartonsmaak van de pasta slurpte ik alles naar binnen. Toen ik vroeg om een dessert, kreeg ik het antwoord: “No, 1 minute past 22:00 ‘o clock, kitchen is closed now.”. Voor het eerst in tijden laaiend, bonkte ik op de deur van de keuken om te eisen dat ik wat te vreten zou krijgen. Normaal gesproken doe ik dit echt niet, maar dit ging me te ver. Wederom afgewimpeld te worden, besloot ik mijn agressie te uiten in een paar rake trappen tegen een boomstam buiten en al snel was ik de kalmte zelve. Met een arrogante, doordringende blik vertelde ik de jongeman dat ik alles behalve tevreden was met dit “hotel” en dat de recensies niet positief zouden zijn.
Uit waarschuwing voor de medemens: Hopelijk is bij jullie de ervaring anders, maar helaas is bij Hotel Solfjord te Eidsdal dit de manier waarop ik behandeld ben.
Uiteraard laten we hierdoor zo’n fantastische dag nier verpesten! Met een kilometerstand van om en nabij de 320 kilometer, vind ik het weer voldoende en duik ik het bed in (nouja, matras op de grond eigenlijk…..).
Beste mensen, slaap lekker, stay safe en tot morgen! Bienvenue! All for you lovely Fay





BLOG dag 20:
02-08-2015:
What a way to start a day! (Variatie op gisteren)
Goedemorgen lieve Facebookvrienden en -vriendinnen! Vanmorgen heb ik om 09:20 uur bijzonder brak mijn ogen geopend om direct al verrast te worden door het oorverdovende gehuil van een dame in de kamer naast mij. Gelukkig boden de gipsplaten die als muren dienden een enorme demping! *not…* Wie weet wat het gegil veroorzaakte, ieder z’n eigen strijd. Enorme pijn in de rug en benen schoot door mijn lijf bij de eerste de beste beweging. Het bed, nou… matras op de vloer (letterlijk), heeft mij gedurende de korte nacht opgebroken. Met krakende gewrichten poogde ik om op te staan en na een aantal keren het evenwicht verloren te hebben (slaapdronken?) en terug vallen vond ik dat het lot besloten had dat ik nog even moest blijven liggen. Toen het besef kwam dat het ontbijt eindigde om 10:00 uur kroop ik de vloer op om met kleine oogjes mij om te kleden. Om 09:45 uur schuifelde ik, helaas in de stromende regen, richting “restaurant” waar een tafeltje met bij elkaar geraapte ontbijtmeuk mij stond op te wachten. Na wat muesli en boterhammen naar achteren gegooid te hebben strompelde ik terug naar de kamer waar ik op het gemakje even het vizier ging prepareren op een dag regen.
Na een klein uurtje klooien met de spullen vond ik het gescheten en liep ik met handdoek en toilettas naar de douches om tot mijn teleurstelling te ontdekken dat er een rij van drie keer naar de maan en terug stond. Na een paar minuten gewacht te hebben merkte ik dat het dusdanig langzaam ging dat ik de checkout van 12:00 uur niet ging redden met dit tempo.
Vies en teleurgesteld droop ik af en besloot ik dan maar gewoon te gaan rijden. Om 11:30 uur brulde de Strom tot leven en trapte ik de bak in z’n 1. Bestemming van vandaag? Florø! Why you ask? Gisteren werd ik vanuit Holland uitgenodigd om bij een lokaal wonend familielid een bakkie te doen. Waarom niet, gas erop!
In de zeikregen sputterde ik na 300 meter al de eerste pond op. De motor was nog niet eens warmgedraaid of ze mocht alweer uit. Een kwartiertje later raakten we met een fikse klap de kadewand en ik lag met de zware Strom bij op het kantje. Net overeind weten te houden gelukkig, dus met een half verrekte dijbeenspier glibberde ik het metalen dek af.
Na een kilometer of 30 was het alweer zo ver en kon ik in de rij gaan staan voor de zoveelste ferry. In het begin zijn ze best leuk, maar als je dagelijks 3 keer op zo’n geval staat, wordt het minder grappig. Een half uurtje gewacht te hebben in de miezer kwam de ferry de bocht omzeilen en mochten we het dek op. Meerdere malen bijna op m’n smoel te gaan door het belachelijk gladde, met olie en water bedekte, stalen dek zette ik voorzichtig de Strom op de bok om vervolgens bijna zelf onderuit te glijden. Gelukkig was dit een korte en mochten we 10 minuten later alweer de motoren starten. Toen ik in m’n spiegel zag dat een jonge vrouw onderuit gleed (gelukkig stond ze gelijk weer op) diende ik een klacht in over het walgelijke dek bij een van de medewerksters. Ongeïnteresseerd hoorde ze me aan en terwijl ik zag hoe het er bij de andere kant weer uit sijpelde, gaf ik het op. Ik reed snel weg.
De zon deed z’n uiterste best om het dikke wolkendek te verslaan en vandaag lukte het welliswaar beetje bij beetje! Zo af en toe kwam een zonnestraaltje als een engelenhand op m’n huid terecht en genoot ik van de warmte. Uiteraard werd deze warmte binnen seconden weer afgeblust door het koude hemelwater. Het weerbericht van vanmorgen deed me denken aan de beloftes van onze aardige premier M. Rutte (met alle respect). Op de plaatjes stonden voor de gehele dag zonnetjes bij de tijden, helaas bleek niets minder waar en startte ik de dag dus drijfnat.
Na een kilometer of 60 heel relaxed achter een grote vrachtwagen gekabbeld te hebben schrok ik wakker omdat de trailer ineens snel dichterbij kwam. Ik kneep in de hendeltjes en met 40km/h zag ik (voor het eerst sinds ik hier ben) oom agent met een driepoot aan de kant van de weg staan. Zonder nut proberende achter een paal te verschuilen lachte ik om z’n scheve pet en serieuze blik. Alsof je een neushoorn achter een tafelpoot zet, viel de agent enorm op natuurlijk. *Sorry hoor, maar als je denkt op die manier onzichtbaar te zijn, heb je echt een inschattingsvermogen van een pindaschil….* Na de agent een lachend knikje gegeven te hebben reed ik door achter de vrachtwagen aan. Al slipstreamend kwamen we aan bij een… jawel, een FERRY!!!
Tijdens het wachten liep ik een rondje rond de Strom om alles even te checken en ik merkte dat de knipperlichten, koplampen, verstralers en het achterlicht dusdanig smerig waren dat het licht er amper een weg doorheen kon banen. Met de vochtige doekjes in de aanslag ging ik de modder en insectenkarkassen te lijf. En BANG! Het vuil is weg! Helder glas bleek eronder te zitten en met het testen verblindde ik mezelf tot drie keer toe. Gelukkig legde de boot snel aan en reden de ongeduldige bestuurders eraf. Omdat ik vooraan stond, reed ik vrolijk naar voren tot de glimlachende dame haar hand op stak. Ik stopte op luttele centimeters voor de oprijplaat en ze gaf aan dat ik door mocht rijden. De rest moest dik 10 minuten wachten terwijl ik eenzaam en met een dichte slagboom op het dek een plaatsje had gevonden. Toen de rede duidelijk werd (medewerkster moest even roken) en ze klaar was, mocht de rest er ook op en konden we ervandoor!
Ondertussen was de zon volledig door het wolkenpak heen geslagen en reed ik genietend door. Op het dooie akkertje pruttelde ik langs de kleine dorpjes en viskwekerijen tot ik merkte dat de weg wederom flink begon te stijgen. Bovenaan reed ik een lange, koude tunnel (3km) in en aan de andere kant lag een adembenemend vergezicht te wachten.
Gestopt voor wat foto’s keek ik kilometers ver de “Florø Kommume” in. In de macht gehouden door de enorme bergwanden en diepe dalen reed ik langzaam naar de beneden over de bochtige weg. Het asfalt, zo glad als babybilletjes, stoomde het vocht van zich af en door de betoverende mist reed ik de zon tegemoet.
Na één van de geweldige, met de hand uitgehakte, tunnels werd het even andere koek. Via mijn headset in de helm, begon er uit het niets muziek te spelen. Enigszins geschrokken van de plotse klanken, kwam na een paar seconden het besef dat dit niet zomaar gebeurde. Het nummer “Fragile” van Sting begon kalmpjes te draaien, menig kennis en familielid weet wat dit nummer voor mij (en meerderen) betekend. Geëmotioneerd stopte ik aan de kant van de weg om even tot bedaren te komen. De emoties gierden door mijn kop en al snel biggelde een klein traantje over m’n wang. Om het feest compleet te maken kwam direct na “Fragile” het nummer “I’ll be missing you” van Diddy. Als een wrak dook ik in een hoekje en zittend op een grote steen, benen de afgrond in bungelend, barste ik in tranen uit. *Ik ben niet bang om te ontladen en muziek breekt iedereen, zelfs de hardste schelp.* Even alle heftige emoties van de afgelopen tijd eruit. Zoveel gedachten gierden door mijn hoofd en ik merkte dat met iedere traan, een negatieve gedachte mijn koppie verliet. Na een kleine half uurtje te hebben gezeten, droogde ik mijn wangen en stapte ik op. De muziek ging na deze twee nummers verder met “You are not alone” van MJ en toen wist ik dat dit niet zomaar was gebeurd. Terugdenkend aan de heftige tijd die ik de afgelopen anderhalf jaar heb doorstaan slingerde ik, in gedachte verzonken, de weg af naar Florø. Na het laatstgenoemde nummer stopte de muziek en nog nooit heb ik me zo opgelucht gevoeld. Het meest onbeschrijflijke gevoel overkwam me en er viel een gigantische last van mijn schouders. Met een gerust hart en vrede in de hersenpan kan ik verder met deze trip. Gelukkig………..
Back to reality, nog steeds voelde ik me smerig en stonk ik een uur in de wind. De heldere meertjes waren veranderde in een gigantische oceaan, waar de gevaarlijk sterke stromingen zichtbaar, de planten, dieren en bootjes mee trok. Te gevaarlijk (en overigens smerig, olie lag op het water) om mij hierin op te frissen besloot ik mezelf maar even te verwennen met een (ditmaal goed) hotel. Eenmaal in Florø aangekomen herinnerde ik mij de rede van aankomst en belde ik mijn maatje Stephan in Nederland, van wie ik de uitnodiging kreeg. Niet veel later kreeg ik een sms’je met “Ze zijn niet thuis…..” en barste ik in lachen uit. Nou ja, wel een geweldig mooie rit gehad! Ik boekte via Booking weer een hotelletje en na een paar kilometer lag deze aan m’n voeten.
Al snel lag alle troep in de kamer en dook ik de badkamer in. De keiharde stralen uit de douchekop raakten mij en voelbaar droop alle viezigheid van me af. Opgelucht maakte ik het compleet met wat douchegel en shampoo. Toen ik zag dat de douche maar liefst tot 60C° ging besloot ik de deur te sluiten, lekker te gaan zitten en mezelf te trakteren op een sauna. Na een mum van tijd was het een waar sauna te noemen want ik voelde al mijn poriën openen. Een half uurtje heb ik zitten zweten, waarna ik met een lauwe douche afgespoeld heb.
Ik moest nog steeds iets eten want het laatste maal was het karige ontbijt. Het diner in het restaurant van het hotel was me te duur dus ging ik erop uit. Bij een tankstation spotte ik een lekkere cheeseburger op de bordjes en schafte ik een groot menu aan. Met het tasje op de motor gebonden ging ik in het geweldige kuststadje op zoek naar de mooiste plek om mijn diner te nuttigen. De doodlopende straatjes, waar de bewoners heel verbaasd opkeken naar de twee Nederlandse vlaggetjes, had ik bijna allemaal gehad en toen kwam ik langs een oude vissershut. Erachter lag de haven en, ogenschijnlijk verlaten, draaide ik de Strom naar de achterkant van het hutje.
De mooiste zonsondergang die ik ooit genoten heb, sfeerde mijn fastfood diner. De restjes mais en sla van de burger doneerde ik aan de visjes, die met honderden tegelijk probeerden een korrel mee te pikken. Ik genoot van het schouwspel en stak een zware nel op. Een arme kwal sloeg kapot op de rotsen voor mij en het zonnetje dook achter het eiland. Het prachtige avondrood sierde de lucht en voldaan, reed ik terug richting hotel waar ik snel de ketting smeerde. Nu een heerlijke boxspring geclaimd voor vannacht!
Bovenstaande blog is recht vanuit mijn hart en ziel geschreven. Jullie zijn geweldig, de steun die ik ontvang, de geweldige reacties op de foto’s. Ik ben onbeschrijfelijk dankbaar voor jullie support. Nog 1 week te gaan en dan sta ik met mijn goede gedrag alweer op de boot naar Frederikshavn! Time flies whem you are having fun!!
All for you lovely Fay
P.s. Na reacties over mijn snelheid van gisteren wil ik jullie het volgende op het hart drukken. Menig mede-rijder kan beamen dat ik heel hard kan rijden. Doch denk ik dat ik hard mag roepen, dat ik dit nooit maar dan ook NOOIT onveilig doe. Veiligheid staat ten alle tijden verreweg voorop en dat ik eens in de paar dagen het gas opentrek op een lege weg zonder gevaarlijke situatie, vind ik begrijpelijk. Ik dank jullie voor alle zorgen en het meedenken. Ik waardeer dit enorm!
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

BLOG dag 21:
03-08-2015:
Charging……………. (it’s a shorty!)
Goedesmorgens beste volgers! Wat een nacht zeg! Het doorweekte luchtbed en de karige matrasjes maakten plaats voor een royale boxspring waar menig Ikea jaloers van zou worden. Een heerlijke nachtrust heb ik gehad en voor het eerst sinds aanvang van de‪#‎Ride4Fay‬‬ werd ik uitgerust om 10:30 uur wakker. Jammer genoeg met de achtergrondherrie van een boor ergens, maar dat mocht mijn humeur niet besmeuren. Het slaap uit mijn ogen wrijvend, kleedde ik me aan en friste ik me op. Een heerlijk ochtendshaggie genietend, liep ik wat rond voor het hotel. Helaas was de lucht grauw en het zonnetje van gisteren leek voorgoed in de zee gezakt.
Eenmaal goed wakker maakte ik de beslissing dat ik vandaag lekker geen ene ruk ga uitvoeren! Even een wel verdiende rustdag. Direct vroeg ik aan de receptioniste of ik een nachtje kon bijboeken en dit was binnen 3 minuten geregeld. Helaas was ik te laat voor het ontbijt (tot 09:00 uur………) dus moest ik wel even eruit. Ik had eigenlijk helemaal geen zin in alle bagage, dus vroeg ik of er een plekje was op de begane grond om mijn spullen tijdelijk te stallen gezien het feit dat mijn kamer op 2 hoog was.
Met moeite kreeg ik de receptioniste zover om op te staan en naar de overkant van de straat te lopen waar één van de garages diende als washok. “This is all we have got for you.” en weg was ze. Nadat ik wat karren had verschoven begon ik met de Strom ontmantelen. Spandband voor spanband werd de Strom steeds lichter en al snel waren het slechts de koffers nog die eraf moesten. Binnen 10 minuten totaal, was de motor helemaal leeg en als kaal karkas van wat ik gewend was, stond een smalle brommer voor me smerig te wezen. Bijna medelijden hebbend, sloot ik de deur en wandelde ik om en rond 12:00 uur naar de naakte Strom.
Na drie weken moeilijk doen om op de motor te springen, kon ik eindelijk weer eens simpelweg het been een zwaai geven! Wat een verlichting!! Veel te veel kracht zettend, haalde ik de Strom van de jiffy af. *Oh ja, zo zwaar is ze nu ineens niet meer…* Het leek wel een omafietsje, zo licht dat ze was. Als een engeltje, zweefde ze over het asfalt en met de kleinste lichaamsbewegingen stuurde ik de Strom. Het stuur was slechts om aan vast te houden zodat ik er niet af vloog en om gas te geven. Het lang verborgen vermogen van de V-twin kwam als een explosie naar buiten en binnen fracties van een seconde zat ik op de snelheidslimiet van 40. Snel het gas weer los te hebben gelaten, kabbelde ik op het gemakje richting de pomp waar ik een kleine brunch van 2 broodjes nuttigde. Na een peukje had ik, door het gebrek aan gewicht, ineens heel veel zin om te rijden.
Ik keek op het scherm van Teun (TomTom voor de nieuwe lezer) en ik besloot om koers te zetten naar het bochtigste stukje teer wat ik kon vinden. ’83 kilometer’, gaf Teun aan en ik stemde vrolijk toe. In slechts de dunne hoodie begon ik overmoedig aan de relatief korte trip. Het landschap was bijzonder mooi en ik reed vrijwel aan één stuk door naar de eindbestemming (halverwege een bochtige weg). Ik besloot hier om Teun uit te zetten en routeloos mijn bonnefooi-ritje voort te zetten. Na slechts 10 kilometer hield gewoon de weg op. Omringd door een idyllisch vissersdorpje draaide ik de luidbrullende Strom, om de route terug te rijden. Na gestopt te zijn voor een zware nel, viel mijn oog op een toeristisch ogend bord langs de weg. Ik stopte om even te gluren en ik ontdekte al gauw dat ik de volledige lengte van de North Sea Trail had gereden.
Met dat ik de vitamine N (nicotine) weer had aangevuld zwaaide ik mijn rechterbeen soepeltjes over de kale kont van de Strom en startte ik de 2-cilinder. Aangezien ik nu alle mooiste plekjes wel wist te vinden reed ik op het dooie akkertje de route terug om meerdere malen te stoppen voor wat kiekjes. De rauwe rotskliffen gecombineerd met het zachte groene mos en de scherpe dennenbomen maakten een geweldig flora, waarin ik vereerd was om doorheen te rijden. De dorpjes (vaak 6 huisjes groot) schoten voorbij en al snel begon het helaas te spetteren. Onophoudelijk druppelde het steeds harder tot ik aan de andere kant van het dal een flinke bui over zag trekken. Snel zocht ik een afdakje en ik stond met motor en al droog onder een overhangende rotswand toen de bui over kwam. Zo snel als deze kwam, zo snel als deze weer weg was gelukkig.
Toen ik het contact aanzette viel mijn oog op de benzinemeter, die aangaf op het laatste streepje te staan. Het dichtsbijzijnde tankstation bevond zich helaas in Florø (70km verderop).
Kalmpjes en zeer laagtoerig, maakte ik gebruik van het enorme koppel van het redelijk kleine blok. Iedere bocht werd door de regen een uitdaging gemaakt. Het strakke asfalt was glad geworden en in de lage toeren heb je toch al gauw wat minder controle over je motor en dus ook over de grip. Heel rustig glibberde ik over de vele wildroosters en langs de diepe ravijnen.
Al snel reed ik niet meer aan de kust en begon ik de omgeving wat meer te herkennen. Koud en vochtig door het constante gespetter pruttelde ik de lange tunnels en korte bochten door. Met de laatste dampjes in de tank kroop ik het bord “Florø 4km” voorbij en met 40km/u in z’n 6 (!!!) trilde ik hevig terug naar de Statoil. De Strom begon protesterend te bokken door het gebrek aan levenselixer en kwam wonderbaarlijk, EXACT naast de pomp tot stilstand. Na een gebedje gooide ik de lege tank vol en trakteerde ik mezelf op een flesje cola en bus Pringles.
De bus in de hoodie gestopt te hebben, reed ik terug naar het hotel waar ik, na de motor weer te hebben opgetuigd, lekker de badkamer in dook en de douche op 60C° zette. Na een klein uurtje gesauna’d te hebben draaide ik de knop naar 20C° en sprong ik de koude douche onder. Heerlijk verfrist kwam ik eruit en besloot ik maar om wat te kanen te gaan zoeken. Het restaurant was gesloten dus sjokte ik weer naar de kamer om de helm te pakken. Met de oordopjes in de oren, de helm op de kop en de handschoenen om de klauwen startte ik de motor. Na een korte overweging besloot ik om lekker makkelijker te doen en zette ik koers naar het benzinestation.
Met uitzicht op een geweldige *kuch* rotonde werkte ik mijn avondmaal naar binnen en slobberde ik mijn Slurpee op. Met een volle buik stak ik een nelletje op en ergerde ik me aan de, bijzonder luidkeelse, Afghanen naast me. Toen de maat (snap je? MAAT) vol was (letterlijk en figuurlijk hahaha) pakte ik mijn tasje met flesjes drinken en stapte ik op de brave Strom om weer terug te gaan richting hotel.
Nu claim ik voor de tweede maal achter elkaar de heerlijke boxspring! Vandaag was een lekker relaxed dagje waarin ik toch nog een kleine 180 kilometer heb gereden. Uiteraard houd ik met de Wifi hier ook mijn Facebook Timeline in de gaten en schrok ik enorm toen ik zag wat er in Alphen gebeurd is vandaag. Ik wens hiervandaan alle betrokkenen veel kracht toe en ik hoop dat eenieder het er levend vanaf brengt.
Iedereen een prachtige avond toegewenst, een fijne nacht en morgen weer een nieuwe dag. Beste mensen, Alaaf! All for you lovely Fay


BLOG dag 22:
04-08-2015:
Hoe een flinke gozer zich zo klein kan voelen…
Goeiemorgen beste volgers! Wat een lekker bedje zeg, hmm! Om 10:00 uur vanmorgen ben ik met het achtergrondgeluid van kabbelend water wakker geworden. Me afvragend waarom dit geluid zich in mijn hotelkamer bevond, ging ik op onderzoek uit. Het bleek een lekke dakgoot te zijn die het (helaas) regenwater tegen mijn raam richtte. Nadat ik uit protest tegen de regen de gordijnen weer dicht schoof zette ik het licht in de kamer aan, die per direct weer uit schoot. Verbaasd draaide ik me dan maar naar het bedlampje die er ook uit klapte! Compleet verbouwereerd kleedde ik me snel om en ging ik de kamer uit. Na het lekkere rituele ochtendpeukje ging ik huiverig weer naar boven waar ik de gordijnen maar open schoof.
Na wat relaxen friste ik me op en maakte ik me klaar voor wederom een dag regen rijden. Met tegenzin zadelde ik op en ik reed om 12:10 uur in de stromende zeikregen weg om bij de eerste de beste verbindingsweg een kwartier stil te staan i.v.m. wegwerkzaamheden. Omdat ik toch wel nat zou worden besloot ik door te rijden tot ik niet meer kon en na 83 kilometer drijfnat te hebben geregend droop ik doodmoe van het concentreren een parkeerplaatsje op. Gelukkig werd het even droog en kon ik met vochtige handen een shaggie pielen. Achter de dennen kwam een flink gebulder en toen ik een aantal toeristisch ogende borden zag staan ben ik een kijkje gaan nemen.
Ik bleek op de parkeerplaats naast de Eikjelandsfossen te staan, een grote waterval. Omdat dit een flinke klim was vond ik het niet waard om te gaan kijken en na een slok Imsdal stapte ik weer op.
Mijn oog viel op de tripteller die bijna afliep op een bijzondere kilometerstand. Gelukkig kon ik veilig stoppen aan de kant van de weg voor een foto. Hopende dat het aantal 6’en mij geen ongeluk zou brengen zette ik de reis voort met als bestemming: Lysebotn. “Huh?! Die had je toch al gehad?” Ja dat klopt alleen toen ging de ferry pas de volgende dag… Tijd voor poging twee!
Ik reed de “Fossenroute” af die mij langs een grote hoeveelheid mooie watervallen leidde. Toen ik merkte dat deze watervallen mij dusdanig afleidden dat ik een aantal keren bijna de vangrail in dook, vond ik het genoeg en fixeerde ik mij weer op het asfalt van de ’13’. De geweldige weg bracht mij langs de mooiste vergezichten en de beste bochtenpartijen tot nu toe. Zelfs de Trollstigen deed onder aan de fantastische eenbaansweg. Ik voelde me, ondanks mijn lengte en breedte, heel klein tegenover de gigantische bergen en diepe dalen. Bocht na bocht na bocht na bocht sukkelde ik naar beneden. Het langste stuk recht asfalt was maximaal een meter of 100 lang.
Steeds meer auto’s kwamen mij tegemoet rijden en na een tijdje begon ik erachter te komen dat het vrijwel alleen maar auto’s van het merk Saab betrof. Honderden Saab’s, waaronder bijzonder veel Nederlanders, reden in colonne de 13 af. Opvallend was dat bijna alle voertuigen een soort bordje mee hadden waarop iets stond over een Saab rally Norway. Nu begreep ik waarom de honderden wagens mij passeerden. Geruisloos zoefden de oude en nieuwe Zweedse automobielen mij voorbij terwijl aan de horizon weer een nieuwe partij opdook. Niet veel later was het uit met de pret en was de weg voor me weer leeg.
Ik kreeg van Teun de instructie om opnieuw een ferry op te duiken en voor het eerst keek ik uit naar het momentje benen strekken en over het fjord dobberen. Kalmpjes kwam ik aanrijden en één van de medewerksters kwam naar me toe gelopen. De ferry lag verderop nog te wachten en gehaast graaide het meisje de bankbas uit mijn handen. Toen ik haar vertelde dat ik het niet erg vond om even een bootje te wachten, kwam de rust er wat meer in en maakte ze rustig haar routine van betaling af. Ik zette de trouwe Strom op de zijstandaard en deed m’n handschoenen af toen het andere meisje aan kwam rennen en paniekerig wees naar de sluitende slagboom. “Tou have to be on this boat, mister!” Uhm waarom? “It’s the last one today!”. Sh*t, ik haastte me onder de slagboom door en, al scheldend op de eerste medewerkster, reed ik op het nippertje het koude dek op.
De chagrijnige dekknecht dirigeerde mij naar een ruime plek en, met dat we de kade verlieten, begon het keihard te plenzen. Sneaky schoof ik stukje bij beetje de Strom naar achteren totdat we beide droogstonden onder de brug van de ferry. Uiteraard werd het me weer niet gegund, er stak een stormachtige Noordenwind op en ik werd alsnog nat. Bloedchagrijnig zette ik de helm weer op en trok ik het natte, soepele leer weer over de koude handen.
Toen we eenmaal weer op het vasteland waren stopte ik bij een bushalte waar ik even pauze nam met een nelletje erbij. De zadelpijn begon, ondanks het fijne kussentje, parten te spelen en stijfjes kroop ik weer achter het stuur. De bak in z’n 1 getrapt te hebben, ging ik weer verder over de lange 13. De koude wind hield standvastig aan en de zware regen werd na ieder dal zwaarder.
Drijfnat kroop ik over de weg die als een rivier door het landschap stroomde. De waterafvoer was slecht en de grote plassen op de weg deden mij al gauw de angst voor aquaplaning inboezemen. Met iedere bocht werd het asfalt slechter en al snel was het vergelijken met de menselijke huid. Zo strak als het er eerder bij lag, zo gerimpeld was het nu. Ook het landschap werd merkbaar ouder, want als levervlekken op de huid van een 80+’er kwamen er steeds meer sneeuwplakken aan de horizon. De weg steeg weer en al snel reed ik tussen de metershoge sneeuwwanden. Links en rechts was alles wit en zo af en toe passeerde ik een helderblauw ijsmeertje, die tussen de bergtopper verscholen lagen. De temperatuur ging noemenswaardig snel naar beneden en binnen de kortste keren had ik spijt van het feit dat ik niet de wintervoering in de motorkleding had geritst. Desondanks maakte het adembenemende winterlandschap (midden in de zomer!) alle kou en nattigheid goed en genoot ik van het geweldige uitzicht.
Terwijl de vertrouwde Gore-Tex in mijn kleding voor de zoveelste keer zijn waterdichtheid begon te verliezen kwam ik gelukkig bij één van de vele lange tunnels. Opgelucht dat het natte vizier weer even omhoog mocht reed ik de koude, 3 kilometer lange tunnel in. Helaas was, ondanks mijn lage snelheid, al snel weer het daglicht in zicht en zette ik me schrap op het vallende hemelwater. Na een paar meter begonnen, door het temperatuursverschil, alle kunstoffen en glazen delen van de Strom enorm te beslaan. Binnen een fractie van een tel zag ik niets meer door mijn behandelde vizier, waren mijn spiegels dof uitgeslagen en was de kuipruit spierwit. Paniekerig stopte ik aan de kant van de weg waar ik merkte dat door het gebrek aan rijwind, het alleen maar erger werd! Ik hield mijn hart vast toen ik de weg weer opdraaide en gelukkig werden na een aantal honderden meters, alle oppervlakken weer helder.
Opgelucht kon ik door en ik besloot te stoppen bij de pomp voor een slok benzine en een lunch. Nou ja, lunch? Ondertussen was het alweer 17:00 uur geweest en begonnen de elementen parten te spelen. Met stijve gewrichten en spieren knabbelde ik het broodje op en besloot ik maar een hotel te zoeken via internet. Met deze omstandigheden een tent opzetten was onmogelijk, laat staan een goede nachtrust pakken. Ik merk dat ik iedere dag zwakker wordt en minder kilometers maak. Gelukkig maakt dit weinig uit aangezien ik nog naar 700 kilometer moet tot het doel! In principe kan ik nu 5 dagen rusten omdat de rit vanaf Frederikshavn naar huis al bijna 1000km is. Natuurlijk gaan we gewoon door en kijken we wat haalbaar is!
Nadat ik via Booking een hotel in de buurt had geboekt reed ik op het dooie akkertje door de stortregen richting mijn bestemming, die slechts 9 kilometer verderop lag. De meters aftellend, kwam ik eindelijk aan bij het hotel en keek ik tot mijn verbazing op naar een geweldig houten pand, die zo door kon als Ski Resort in Aspen. Natuurlijk bleek bij binnenkomst dat het in de winter ook dient als skiresort!
Ik zette de motor gedeeltelijk droog onder het smalle afdakje voor de deur en kroop als een ziek vogeltje naar binnen.
De kabelbaan kwam door de lobby en de antieke ski’s hingen aan de muur. Als een waar toerist, keek ik glunderend naar alle wintersport-artikelen en checkte ik in. Een zeer vriendelijk vrouwtje stond mij te woord en, na een half uurtje babbelen over het weer en de omgeving, druppelde ik richting hotelkamer. Allereerst zette ik de verwarming op 40C° en hing ik alle doorweekte meuk over de stoeltjes. Hierna ben ik direct de douche ingedoken en ben hier een uurtje onder blijven staan. Toen mijn kerntemperatuur weer op peil was heb ik me omgekleed en ging ik op zoek naar wat te knabbelen. Helaas bevat dit hotel geen restaurant en moest ik het doen met wat smerige Snickers en andere lokale snacks. Tandenknarsend slobberde ik de gesmolten chocolade en karamel op.
Nu lekker een shaggie roken onder het afdakje en genieten van het prachtige uitzicht! *kuch* Helaas hangt er continue een dikke regenwolk voor mijn neus en is de zichtbaarheid gedaald naar een meter of 50. Helaas! Mag de pret niet drukken dus ik ga even een leuk kaartje voor het thuisfront schrijven. Hoe nostalgisch!
Morgen waag ik een poging om de laatste kilometers naar Lysebotn (gok op zo’n 300) vol te maken. Met 30C° en een heerlijke zon rijden we de zomer tegemoet. *Hopelijk herkennen jullie sarcasme in mijn woorden…* Fingers crossed voor beter weer en een hoop kilometers. Vandaag heb ik slechts 224 kilometer kunnen maken en met een stand van 6808.2 km heb ik de Strom op het plekje gezet.
Vanuit een warm hotelkamertje wens ik jullie allen een fijne avond toe en een rustige nacht. Sterkte in de hitte en stay tuned voor de blog van morgen! Samen staan we sterk!
All for you lovely Fay









BLOG dag 23:
05-08-2015:
Op…………..
Goeiesmorgens beste mensen. Vanochtend om en rond 09:30 wakker geworden. Na een paar minuutjes sluimeren vond ik het tijd voor een shaggie. Aangekleed en wel strompelde ik afgepeigerd richting de lobby waar de lieve dame van gisteravond bijzonderenswaardig nog steeds achter het bureau’tje zat. Ze kwam direct naar me toe en vertelde me dat ze speciaal op mij gewacht had. Vragend keek ik haar aan en ze vertelde me dat het ontbijt eigenlijk om 09:00 uur zou stoppen. Ze had alles voor me laten staan zodat ze zeker wist dat ik met genoeg energie op de motor zou stappen. Na haar duizend maal bedankt te hebben schuifelde ik naar het zaaltje waar een royale ontbijttafel voor me klaarstond. Twee bordjes volgeschept met brood, beleg, eitjes en muesli peuzelde ik op mijn gemakje m’n ontbijt op. Ik was nog niet opgestaan of alle spullen stonden alweer in de keuken. Dankbaar liep ik langs de receptie om buiten het lekkere ochtendpeukje te nuttigen. Helaas was het nog steeds grijs en grauw buiten en hingen de druppels nog aan de muren. Desondanks was de harde regen verminderd tot slechts een dichte miezer. Trillend van de (slaap)kou slofte ik weer naar binnen en genoot ik in de kamer van de warmte.
Met op de klok de mooie tijd van 11:11 uur stapte ik op de brave Strom die half droog op me stond te wachten in het diepe grind. Verbaasd dat de standaard niet was weggezakt manouvreerde ik me op het zadel en draaide ik de sleutel om. Onder vrolijk gezwaai van de receptioniste, reed ik de weg op. Na een kilometer of 60 besloot ik de droogte en warmte op te zoeken en stopte ik bij een benzinepompje die helaas voorgoed gesloten was. Het moment toch nuttigend, stak ik een nel op en probeerde ik onder het kleine afdakje de droogte op te zoeken. Na het shaggie opgerookt te hebben en een flinke slok Imsdal opgeslurpt te hebben sprong ik sierlijk, maar stijf weer op de motor.
Even later kwam ik bij de ingang van een tunnel van 7.5 kilometer. Voorbereid op de kou in de tunnels zette ik de handvatverwaming aan en deed ik het bovenste knoopje van de jas dicht. Uiteraard mocht dit niet baten en zat ik 4 kilometer verder klappertandend achter het stuur.
Ik merkte dat mijn concentratie snel verminderde en ik mij zwak begon te voelen. De lange tunnel werd steeds waziger en mijn vingers begonnen te tintelen. Geschrokken stopte ik uit voorzorg bij één van de vele noodhavens en zette ik de Strom zo veilig mogelijk neer. Ik kroop tussen de Strom en de tunnelwand en zette de alarmlichten aan. Ik besloot even wat suiker naar binnen te werken, aangezien ik mij niet goed voelde. Duizelig en dubbelziend ritste ik mijn tanktas open om het blikje cola te pakken die ik in het hotel had aangeschaft. Helaas bleek hier een gaatje in te zitten en greep ik met mijn koude hand vol in de plakkerige papieren en kabeltjes. Al scheldend trok ik het blikje eruit en zoog ik door het gaatje de laatste druppeltjes naar buiten. Alle plakkerige colatroep haalde ik uit de tas en spoelde ik zoveel mogelijk af met Imsdal (bij gebrek aan beter). De boekjes doneerde ik aan de kant van de weg (ja ik weet het sorry!) en de rest stouwde ik terug. Ik besloot even te gaan zitten op de grond om mijn conditie even af te wachten.
Gelukkig voelde ik me steeds beter en beter en toen ik mij weer op en top voelde stond ik voorzichtig op. Na een rondje te hebben gelopen (voor zover dat kon) en even wat rek- en strekoefeningen te hebben gedaan was ik weer topfit en voegde ik me weer bij het voorbijrazende verkeer. Een paar honderd meter verder zag ik een hoop blauwe verlichting en herkende ik al gauw een rotonde in de tunnel. Verbaasd reed ik rechtdoor en na een kleine kilometer was ik er alweer uit. Gezien het feit dat Teun in de tunnels geen ontvangst heeft, kwam bij het eerste miezerige GPS-signaaltje de melding dat ik om moest keren. Aangezien ik net weer lekker tempo had opgebouwd draaide ik geïrriteerd om en tufte ik de tunnel weer in. Nadat ik bij de rotonde linksaf was geslagen zag ik tot mijn verbazing bij de tunneluitgang enorme kabels naar boven spannen. Toen ik de uitgang voorbij was realiseerde ik me dat ik over een enorme hangbrug reed. Verwonderd keek ik om me heen naar de geweldige constructie en het prachtige, in wolken gehulde, bergpartijtje erachter. Aan de andere kant mocht ik wederom een tunnel in! Wauw! Als klap op de vuurpijl bleek ook aan de andere kant in de tunnel een rotonde te zijn en met een grote glimlach draaide ik een rondje van de zaak, om erna de tunnel uit te kachelen.
De miezer veranderde helaas wederom in regen en bloedchagrijnig sufte ik door. Mijn telefoon (zit in een houder op het stuur) lichtte op en ik zag dat ik twee gemiste oproepen had. In het gespetter stopte ik om te onderzoeken waarom deze oproepen niet bij de headset in m’n helm waren aangekomen. Na een kwartier bakkeleien met de telefoon en de intercom probeerde ik de laatste poging en startte ik opnieuw mijn telefoon op. Wonderbaarlijk pakte hierna de Interphone F5 het bluetooth signaal weer op en had ik weer contact. Benieuwd naar de gemiste oproepen belde ik terug om te ontdekken dat ik probeerde Burgernet terug te bellen… Uiteraard werkt dit niet en was mijn schijnpopulariteit van korte duur.
Ik begon de weg te herkennen aan de dorpjes en de kersenplantages en al snel besefte ik me dat ik deze route al eens eerder had gereden. Kalmpjes sjokte ik langs de plek waar ik een aantal dagen terug nog met een Nederlands stel had staan praten. De regen werd harder en mijn lontje werd steeds korter. Normaal gesproken moet je bij mij ver gaan om me boos te krijgen maar vandaag irriteerde ik me aan alles. Nergens kon ik meer van genieten en de ergernissen bleven zich opstapelen. Het slechte wegdek, de continue veranderende snelheidslimieten, de tergend trage automobilisten (die serieus continue dik 20 onder het limiet reden), hoe slecht de tunnels waren verlicht en hoe mijn hoofdpijn erger werd. Voor alle kleine dingetjes die zo’n trip uniek maken begon ik langzamerhand (tegen mijn zin in!) een diepgaande haat te ontwikkelen. Alsmaar weer stonden we stil omdat één of andere imbeciel met een grote auto dacht dat hij 12 meter breed was en wachtte op het tegemoetkomende verkeer, wat overigens met bijna anderhalve meter ruimte erlangs kon! Normaal gesproken vind ik dit sociaal en heb ik hier respect voor, maar om één of andere duistere reden, irriteerde ik me aan alles.
Witheet van alle onnodige, opgekropte woede stopte ik op een stil plekje om met een enorme brul, mijn hart wat te luchten. Dit scheelde iets maar nog steeds ergerde ik me aan kleine dingetjes. Misschien had het te maken met voeding? Ik stopte voor een lunch en een peukje. Ik zag dat mijn bandjes toch aardig op beginnen te raken dus ik besloot direct maar even naar Nederland te bellen om het volgende setje Mitas E07 te bestellen. Wat een ontzettend fijne rubbers!! Terwijl ik mijn Calzone opvrat viel mijn oog op een groepje gasten (jaar of 18) die met hun verlaagde Audi A4 heel erg het mannetje uithingen. Alsof ze in het been waren geschoten hinkten ze naar de balie om een paar blikjes Red Bull te halen en heel tof kijkend strompelden ze terug naar de, met dames gevulde, Audi. Enigszins uitlachend gniffelde ik wat om hun aparte gedrag tot ik bij mezelf bedacht, dat ik een paar jaar geleden er ook zo bij liep. Beschaamd om mijn toenmalige gedrag stapte ik weer op en reed ik de regen weer tegemoet.
Door mijn hoofdpijn begon ik me al vlot weer te irriteren aan de autorijdende medemens. Terwijl ik probeerde de snelheidslimiet aan de houden, vonden de blikkers (automobilisten in de volksmond) het hoognodig om met 25 de rechte bergweg af te sjokken. Met een snelheidslimiet van 80 vond ik dit wel heel erg overdreven en zocht ik de gaatjes om te passeren. Helaas had dit weinig zin want na ieder ingehaald koekblik, verscheen er weer een ander. Overgegeven aan het lot bleef ik een tijdje achter een camper plakken, die gelukkig nog redelijk probeerde het tempo erin te houden. Toen deze noodgedwongen moest remmen besefte ik me waarom deze het tempo erin wilde houden want voor mijn gevoel waren we daarna een kwartier bezig met snelheid maken. Even later sloeg deze af en had ik godsgratie de weg even voor mezelf. Met mijn hoofdpijn begon nu ook het welbekende maagzuur op te spelen en ik jakkerde al kokhalzend door. Mijn lijf heeft er geen zin meer in…….
Het koppie, (grotendeels) nog wel dus we gaan gewoon lekker door. Ik stopte na een kilometer of 40 bij een bushalte waar de regen weer verergerde. Blij dat ik droog zat begon ik met uitpluizen van Booking om een warm bedje te reserveren. Na wat klooien mrt de combinatie tussen TomTom en telefoon, had ik eindelijk iets voor elkaar en boekte ik een twee persoons cabin voor een nachtje. Toen ik zag dat de receptie om 16:30 uur al sloot belde ik hen maar even op voor de zekerheid. Een ongeinteresseerde trien nam op en beval mij even te wachten. Nadat ik eindelijk mijn vraag kon stellen vertelde ze mij dat ze de sleutel van de cabin netjes in de “sleutelbox” naast de receptie zou stoppen in een enveloppe met mijn naam erop. Opgelucht hing ik op en begon ik de laatste etappe van vandaag (85km).
Kilometer voor kilometer kropen de cijfertjes op mijn teller voorbij en al aftellend lette ik amper meer op de omgeving. Compleet maar dan ook COMPLEET verslagen door de regen en de hoofdpijn zat ik als een zoutzak in het zadel. Niets boeide mij meer en ik vond alles wel best. De elementen begonnen hun tol te eisen en ik voelde mijn motivatie meter voor meter de grond in zakken. Gelukkig rijd ik met een doel, rekenen er zoveel mensen op deze actie en staan er zoveel fantastische mensen achter me. Anders was ik allang óf ingestort, óf naar huis gegaan.
Ik besloot mijn muziek maar eens om troost te vragen en liedje na liedje, wist Spotify exact wat hij moest draaien. Ieder nummer paste perfect bij mij gevoelens, de omgeving en de rit.
De weg begon opnieuw te stijgen en gestaag klommen we zo’n 1400 meter boven zeeniveau (heb ik mij althans laten vertellen). Gelukkig was ik door de muziek alweer ietwat opgevrolijkt en kon ik weer iets meer van de omgeving genieten. De prachtige witte bergtoppen omringden me en ik stopte voor wat foto’s! Voor het eerst vandaag was de drang om foto’s te maken weer teruggekeerd en klikte ik er op los. Met weer wat mooie plaatjes op zak ging ik verder door de koude druppels en reed ik verder door de hooglanden. Langs de weg stonden de markeringspalen voor in de winter (sneeuwdiepte en om aan te geven waar de weg loopt) en verderop kwamen de kuddes schapen weer de weg op stuiteren. Na voor de zoveelste keer de wollige aardbewoners te hebben laten schrikken met het gedonder van de Strom, kon ik verder tussen de skiresorts in.
Mijn bestemming naderde en nerveus keek ik om me heen. Uitkijkend naar de warme douche en het zachte bedje, dommelde ik over het matige asfalt tot ik het bordje Holden zag. Euforisch draaide ik het terrein van het resort op en daar zag ik eindelijk de “sleutelbox”.
Snel trok ik de natte handschoenen uit en graaide ik de enveloppen eruit. “Deriallies”, “VanVliet”, “Heskol”, dat waren ze. DAT WAREN ZE?! Je gaat me toch niet vertellen dat mijn envelopje er niet tussen zit?! Pisnijdig belde ik het nummer van het resort waar er natuurlijk niet werd opgenomen! Na 10 minuten de kiestoon te hebben aangehoord, smeet ik de hoorn op de haak en begon ik te koken. Ik startte met het afstrepen van mogelijke fouten, van beide kanten. De boeking was goed gegaan, het telefoongesprek was niet bijzonder en ik was in de aangegeven tijd aanwezig.
Met een halflege maag, knallende koppijn, opborrelend maagzuur en een vreselijk humeur belde ik het thuisfront om advies. Uiteraard kunnen zij op afstand ook weinig betekenen maar gelukkig kregen ze me wel weer een stuk rustiger: bedankt! Ik besloot maar een tankstation op te zoeken om even wat te knabbelen te halen en het lege tankje bij te vullen. Gelukkig bleek niet veel verderop een kleine pomp te zijn.
Eenmaal aangekomen zag ik een groepje bekende motorrijders en een half uit elkaar gesleutelde chopper op een paar pallets. Ik besefte me dat dit dezelfde Litouwse bikers zijn die ik bij de Preikestolen ook al was tegengekomen en zij herkenden mij ook direct. Met een grote glimlach op het gezicht kwam één van de indrukwekkende bikers mij begroeten en ik vroeg wat er mis was. Één van de dikke zescilinders bleek een wiellager kapot te hebben gereden en strandde dus hier. Een leuke babbel later werd ik aangesproken door een lokale bewoner die mij vroeg of die vlag écht van Nederland was. Trots knikte ik ja en tot mijn verbazing begon de kerel in het Nederlands tegen me te babbelen over zijn liefde voor oldtimers. Na een half uur gepraat te hebben met de emigrant besloot ik nog een poging te wagen op het vinden van een slaapplek voor vannacht. Toen ik terug reed naar het resort merkte ik op dat er een auto voor de receptie stond en vol goede moed reed ik het terrein op. Nadat ik aandachtig en opvallend de enveloppen bestudeerd had kwam een enthousiaste kerel naar buiten.
De situatie uitgelegd te hebben ging de aardige man er direct achteraan en het bleek dat Booking.com mijn reservering had aangepast naar 16 augustus. De rede van het ontbreken van de sleutel was ons beide duidelijk en met puppy ogen keek ik de beste man vragend aan. Hij begreep het direct en startte de computer op om te kijken voor vrije plekjes. Gelukkig bleek hij nog 1 cabin over te hebben!
Zonder te vragen stemde ik in en betaalde ik de €130,- voor de cabin. Hij legde me uit welke het was en, drijfnat, kwam ik aan bij Cabin 269. De grote hut bleek een 6-persoons te zijn met alle gemakken voorzien. Ik spotte een klein houten deurtje en voorzichtig opende ik deze om tot de ontdekking te komen dat dit een volledig uitgeruste sauna was! Dolblij zocht ik het “aan” knopje die ik niet kon vinden. Tevergeefs gaf ik een klap op het apparaat en teleurgesteld bekeek ik nog eens de verwelkomingsbrief. Hierin stond dat het apparaat via muntinworp werkt en ik ging dringend op zoek naar het apparaat die zich, vreemd genoeg, boven het toilet bevond. Ik graaide naar mijn laatste munten en ik zag tot mijn teleurstelling dat ik onvoldoende Kronen had.
Gehaast trok ik de natte motorjas weer aan om bij de pomp geld te wisselen. Uiteraard had de aardige meid achter de balie geen flauw benul wat ze aan het doen was en kwam er weinig nuttigs uit. Ze verwees me naast de SparebankVest die een stukje verderop zat en ik slenterde naar de automaat. Met 3000 kroontjes op zak ging ik terug naar de pomp waar het meisje was vervangen door een ervaren kerel die mij binnen seconden van wat briefgeld had ontdaan. Met 5 muntjes van 10 kronen in mijn hand sprintte ik terug naar de motor en ik snelde me terug naar de cabin.
De centjes in het apparaat geduwd te hebben, checkte ik de sauna die gelukkig werkte! Na een uurtje van de hitte genoten te hebben stapte ik er weer uit om, bij het openslaan van de badkamerdeur, te worden opgeschrikt door het brandalarm. Daar sta je dan, poedelnaakt en doorweekt (sorry voor allen die in plaatjes denken) met een loeiende rookmelder boven je. Als een ninja sloeg ik het apparaat van het plafond en trok ik de batterijen eruit. Opgelucht keek ik om me heen, zoekend naar een handdoek, toen ook het tweede apparaat begon te gillen. Aangezien deze hoger hing sloeg ik ‘m met een bezem van het plafond en gelukkig vlogen de batterijtjes er al uit.
Na een koele afspoelbeurt kleedde ik me om en flapte ik een shaggie. Op het immense terras rookte ik op m’n gemakje de peuk op en vervolgens bij binnenkomst een klap in m’n maag te krijgen. De hitte was niet te bevatten en ik checkte snel de sauna. Met dik 55 graden was het niet uit te houden en verbrandde ik bijna de luchtwegen. Snel opende ik alle ramen en sloot ik de deur van de badkamer. Een uur later was de sauna (die door een timer na 90 minuten hoort af te slaan) nog steeds op volle krachten aan het loeien. De belachelijke hitte begon parten te spelen voor het douchegordijn die (in een aparte kamer!) begon te smelten.
In paniek belde ik het noodnummer van het resort en de vrolijke man nam op. Hij dirigeerde mij naar de stoppenkast waar een sleutel op zou moeten liggen om deze te openen. Uiteraard was de sleutel vermist en liep de temperatuur op. De digitale temperatuurmeter had het begeven en ik smeekte de man langs te komen. Hij hing op en haastte zich naar de cabin met de sleutel waar hij gelukkig de stop eruit haalde. Opgelucht en dankbaar rookten we samen een peukje en vervolgde hij zijn weg.
Nu ga ik lekker één van de zes bedden optuigen en bidden voor beter weer. Compleet gesloopt en lichamelijk afgemat, schrijf ik deze blog. Ik ben op……………..
Beste mensen een geweldige avond en nacht toegewenst en morgen weer fris en fruitig het bedje uit! Vandaag weer een flinke uitputtingsslag gemaakt maar gelukkig nog iets boven de 400 te gaan!!!
All for you lovely Fay



















BLOG dag 24:
06-08-2015:
I don’t speak spanish………….
Goeiemorgen lieve vrienden! Zo wat een nachtje, was natuurlijk vergeten het raam dicht te doen. Om 08:45 uur werd ik bevroren wakker en met stijve gewrichten kroop ik naar de huiskamer. De warmte gevonden te hebben bleef ik nog even op de bank liggen om wat op te warmen. Uiteraard was ik direct wakker dus begon ik maar met het draaien van het “wakkerword”shaggie. De heerlijke peuk opgeslobberd te hebben friste ik me op en begon ik op het gemakje met spullen rapen. Na een uurtje was ik helemaal klaar om te gaan en met het uitstappen van de voordeur merkte ik dat het weer was omgeslagen. De dikke gitzwarte bewolking dreef rustig over en de spetters begonnen te vallen zodra ik opstapte. Just my luck!
Om 10:30 uur draaide ik de hoofdweg op en ik was al snel ver verwijderd van Holden. Na slecht een paar kilometer was het dik 35C° met een warme zon en een licht briesje. Het zwembad lag aan m’n voeten en de ober bracht me een lekker cocktailtje. In de verte zag het witte zandstrand en ………………….. Oh wacht… Ik ben niet in Egypte! Even terug naar de realiteit.
Al dagdromend zweefde ik over het zwarte asfalt door de smerige miezer en harde windstoten. De groene fjordwanden veranderden in grote rotspartijen die boven alles uitstaken. De smalle weg werd steeds smaller en smaller tot we over een kleine eenbaansweg reden. Het tegemoetkomende verkeer had de grootste moeite met het passeren en iedere paar minuten stonden we even stil om een touringcar door te laten. Gelukkig is de lokale bevolking bijzonder sociaal en maakte iedere automobilist ruimte voor me om in te halen. Bij elk breder stukje weg zakten de auto’s af en seinden me in dat de weg vrij was om in te halen. Al bedankend sjeesde ik ze voorbij zodat ze niet te lang stilstonden. De duitsers daarentegen………….*kuch* No offense maar ik heb deze gehele trip nog geen enkele sociale Duitse automobilist mogen genieten. De weg is van hen en no way dat je er langs komt. Maargoed, laat maar dan…..
Bij een bekend tankstationnetje laste ik een korte pauze in en ik besefte me dat ik hier getankt had tijdens de ‪#‎24HoursForFay‬. In het daglicht was het toch ietsjes minder creepy en in de miezer knabbelde ik een panini op naast een stel Zweedse fietstoeristen. De fietsers durfden om één of andere reden mij niet aan te kijken en als schuwe vosjes smeerden ze wat broodjes. Zo eng ben ik toch niet?‬
Na een paar minuutjes stapte ik weer op en gooide ik het stuur om. Teun vond het leuk om de route ook om te gooien en stuurde mij over het meest onmogelijke grindpad. De diepe modderplassen, het losse grond en de enorm steile hellingen maakten het een flinke uitdaging om eroverheen te komen. Na wat glibbers en bijna-valpartijen was ik gelukkig aan de andere kant en zette ik de rit voort richting Lysebotn.
De omgeving werd steeds gaver en de weg klom steeds hoger en hoger. Al snel reed ik bovenop de bergen en in de dikke bewolking zag ik geen hand voor ogen. Op goed geluk reed ik verder en gelukkig werd de zichtbaarheid al gauw beter. Drijfnat van de luchtvochtigheid en miezer stopte ik bij een hooggelegen Butikk en sloeg ik wat broodjes met BaconOst in. Een kort shaggie later zat ik weer op de Strom en waren de eerste kilometers weer een feit.

Een lange doordraaier bracht me op een uitzichtpunt als geen ander. De wolken waren opgetrokken en ik keek kilometers ver het bergachtige landschap in. De pik- en pikzwarte rolwolk die verderop overdreef werd alleen maar donkerder en huiverig reed ik de stem van Teun achterna richting de wolk des doods. Ik kwam dichterbij en de wind pikte op. Gigantische windstoten bliezen me bijna van de weg af en door de wegwerkzaamheden verderop werd ik compleet gezandstraald. Amper de ogen open houdend sprong ik na wat foto’s weer op de Strom en met meewind kachelden we de laatste kilometers tot het doel van vandaag.
De weg begon weer meer te kronkelen en het vergezicht van daarnet was ineens een “dichtbijgezicht”. Steeds meer toeristen reden rond en ik spotte al snel een flinke parkeerplaats met daarbij een café/winkeltje/uitzichtpunt. Voorzichtig draaide ik de parkeerplaats op en, na een aantal keer door blinde blikkers omver te zijn gereden, zette ik de motor neer tussen de overige tweewielers. Het adembenemend diepe dal lag voor me en ik stapte het restaurant in. Binnen was het druk dus ging ik gauw richting uitgang die helaas op slot was. Omdat rondom het pandje een looppad liep wilde ik vanaf dat panoramapunt wat kiekjes maken. Ongezien glipte ik egoïstisch door de nooduitgang de loopplank op en schoot ik snel wat plaatjes. Bij binnenkomst stond de baliemedewerker met z’n armen over elkaar boos te kijken. Ik schudde hem tussen de menigte af en denderde snel weer naar buiten waar de brave Strom haar vlaggetjes liet wapperen in de harde wind.
Tevergeefs poogde ik een nel te flappen en ik gaf het al gauw op. De harde wind maakte het onmogelijk dus besloot ik het later maar opnieuw te proberen. Langzamerhand werd het steeds droger en eer dat ik de Lysebotn af reed, was het wegdek door de wind opgedroogd. Met een gerust hart en tonnen grip denderde ik de kronkelweg af naar beneden. Een geweldige 10 minuten en welgeteld 53 bochten later arriveerde ik in het plaatsje Lysebotn in het dal. Ik reed linea recta richting ferry en voegde me bij wat Italiaanse bikers.
Ik keek wat rond en verwonderd stopte ik even bij het helicopterplatform waar twee helicopters net opstegen. Voor een paar honder Kronen kon je een rondvlucht boven het Lysefjord maken. Ik twijfelde even en besloot toen dat het mijn centen niet waard was. Teruggelopen naar de motor was het ondertussen 15:15 uur en zag ik in de verre verte de ferry aankomen. Een Italiaanse 75-jarige motorrijder sprak me aan. Hij vertelde me in het Italiaans van alles en nog wat. Ik reageerde in het Engels dat ik hem niet begreep. Met handen en voeten legde hij uit dat hij geen Engels kon. Verbaasd dat hij gewoon door bleef kleppen in de taal van de liefde probeerde ik de weinige woordjes eruit te halen die ik kende. Ik begreep uit zijn gebrabbel dat hij in 6 dagen 2800 kilometer had gereden met zijn leeftijd en dat hij de hele wereld over is geweest met zijn BMW R1200GS. Ik was onder de indruk en liet dat ook merken. Gelukkig stopte de kerel met brabbelen en kon ik even van de rust genieten. De temperatuur was in het dal heerlijk en de wind was sterk verminderd. Het waterige zonnetje brak half door het wolkendek en ik genoot van ieder miezerig straaltje.
De ferry meerde aan en ik maakte me op om erop te rijden. Verbazingwekkend was de ferry dit maal een catamaran met een heel klein autodek. De 15 auto’s reden eraf en onze motoren kwam brullend tot leven. 5 bemanningsleden lieten wat auto’s erop (achteruit) en hielden daarna iedereen tegen. Ik snapte niet waarom we er niet op mochten dus sprak ik één van de dekknechten aan. Gehaast keek hij me aan, wuifde hij mijn vraag weg en liep door. Geïrriteerd vroeg ik het hem nogmaals en flikte hij weer hetzelfde.
Ik zag hoe de overige bemanningsleden iedereen tegenhielden en zelfs de hikers naar achteren duwden. Letterlijk met fysiek contact werden de hikers, fietsers en overigen van de oprijplaat gewerkt en zag ik de slagboom sluiten. De ferry voer snel weg en iedereen stond elkaar pisnijdig en onwetend aan te kijken. Iemand belde het nummer van de maatschappij om een klacht in te dienen en de mensen dropen langzaamaan af. Ik probeerde te achterhalen wanneer de volgende boot zou gaan. In gesprek geraakt met een Nederlandse vader en zoon, vroeg ik of zij meer wisten. Helaas kwamen we erachter dat dit de enige boot van vandaag was en woedend liep ik terug naar de motor. Deze onzin was mijn boosheid niet waard en ik nam een paar diepe ademteugen. Ik hoef toch nergens heen! Ik zag dat de GoPro al een uur aan het filmen was en ik zette deze snel uit. Hopende dat het kaartje niet vol was verbond ik de camera met m’n telefoon en wiste ik het bestand.
Aangezien ik nog geen zin had om een slaapplek uit te kiezen besloot ik maar weer een doel te stellen. Uit voorbereiding boekte ik een hotel (lange rit, late aankomst) en startte ik de Strom. Om 16:30 uur reed ik weg met de koers naar Kristiansand in het zuiden van Noorwegen. Waarom? Geen idee, klinkt leuk en misschien is het weer daar wat beter.
De Lysebotn reed ik vrolijk op en met enige hoogtevrees reed ik vlak langs de steile afgrond. De weg was leeg dus kon ik lekker mijn eigen tempo aanhouden. In z’n 1 en 2 jakkerde ik met hoge toeren naar boven. De Strom had het merkbaar zwaar met de steile weg en het hoge gewicht dus minderde ik wat snelheid. Eenmaal boven gekomen stak de wind weer op en daalde de temperatuur weer aanzienlijk. Met een goed humeur en de heerlijke muziek in mijn oren reed ik de mooie weg van daarnet weer terug.
Een korte sanitaire pauze mondde uit in een uitgebreide stop met wat eten, een shaggie en een babbel met een Belgisch koppel. Verzadigd stapte ik sierlijk weer op en zette ik de trip voort, dit maal naar het Zuiden. De schitterende natuur greep mijn aandacht en verwonderd reed ik langzaam door. De schapen hadden het prima naar hun zin en maakten me met regelmaat aan het lachen door hun domme acties. (Terwijl ik aan kom rijden heel stoer kijken en doen alsof ‘ie me gaat aanvallen om bij het eerste peutje gas halsoverkop weg te sprinten.) Vermaakt door de combinatie tussen prachtig landschap en gekke dieren begon mijn humeur te verbeteren. Al snel tufte ik zingend en lachend over de koude bergtoppen.
Ik begon trek te krijgen dus ik ritste al rijdend de tanktas open en ontdekte tot mijn blijdschap dat er een rol koekjes in zat. Met de winterhandschoenen aan poogde ik de rol open te krijgen en dit lukte! Rijdend genoot ik van wat heerlijke ChocolateChip Cookies terwijl ik achter een slome camper plakte. Als een kind in een snoepwinkel zo blij sufte ik door de grillige natuur.
Na een kilometer of 60 begon het asfalt weer te dalen en werd het groener en groener. De bizarre rotswanden veranderden in groene bossen en de geweldige weg werd uitgestrekter en saaier. Doch was ik blij even te kunnen relaxen op de rechtere weg, die korte bochtjes zijn bijzonder intensief. De kleine dorpjes sjeesden voorbij en de weg werd steeds saaier. Mijn headset raakte leeg en al vlot kreeg ik de melding “Battery low”. Verdomd! De muziek ging uit en het diepe geroffel van de uitlaat kreeg de overhand. Het gesuis van de wind werd vervelend dus ik sloot de helm. Met nog anderhalf uur stopte ik bij een watervalletje om even te pauzeren. Het losse grind zorgde ervoor dat de standaard wegzakte dus ging ik op zoek naar een grotere steen om eronder te leggen. Gelukkig lag deze niet ver en manouvreerde ik ‘m onder de jiffy. De motor te hebben neergezet stak ik een nelletje op en gooide ik al het verzamelde afval in de prullenbak. Na een kwartiertje vond ik het weer genoeg en jumpte ik op het zadel.
Met iedere kilometer langs de meertjes werd het water smeriger en smeriger. De vieze drab dreef op het oppervlak en de olievlekken strekten zich over het gehele meer. De plastic zakken en olievaten dobberden rustig in het midden en de rotsen aan de kant waren verkleurd van alle troep. Toen ik het industrieterrein erachter spotte besefte ik me waarom het hier zo smerig was. Ik schaamde me voor mijn medemens en filosofeerde over de reden dat we overal zo’n voetafdruk moeten zetten. Helaas was het kwaad al geschied en reed ik door. Steeds meer bebouwing kwam aan de horizon en binnen de kortste keren reed ik Kristiansand binnen! Eindelijk!!
Vermoeid reed ik Teun zijn instructies af en werd ik gedropt midden in een winkelstraat. Ik keek om me heen en besefte me dat hier geen hotel was. Ik pakte het telefoontje en ging op zoek. Bleek dat het hotel 4 kilometer verder zat aan de kust en dat Teun gewoon niet goed op de hoogte was. Nogmaals stelde ik de TomTom in en deze leidde mij dit maal wel goed. Ik checkte om 21:20 uur in in het chique Scandic Hotel en plaatste de Strom in de parkeergarage.
Uitgeput maar voldaan tik ik de blog van vandaag in afwachting van de heerlijke douche die zo gaat komen.
Morgen gaat het gebeuren! Ik kan het getal 7500 ruiken en morgen rijd ik de laatste 62 kilometers om dit te voltooien. Nu eerst een warme douche en een broodje. De uitputtingsslag van vandaag bracht mij 370 kilometer dichter bij mijn doel!
Vanuit Kristiansand wens ik jullie allemaal een prettige avond en een goede nachtrust! Today was a good day!! Ciaciao
All for you lovely Fay

Beste mensen,
Tot mijn gigantische blijdschap mag ik verkondigen dat op 07-08-2015 om 13:00 uur exact ik mijn doel heb bereikt!
7500 kilometer vol regen, kou, afzien maar ook genieten zijn voorbij gekropen. Op een parkeerplaats langs de 420 Østre Kystvei heb ik zojuist de 7500 kilometer aangetikt.
Vol euforie ga ik nu genieten van het geweldige zonnetje, de 21C° en het heerlijke zeebriesje. Vandaag zijn de goden mij gezind en is mijn droom uitgekomen. Ik wil iedereen enorm bedanken voor alle steun, de fantastische berichten en reacties.
Aanstaande zondag 09-08-2015 sta ik ‘s avonds weer op de boot terug naar ons kikkerlandje als een trotse pauw. We gaan nog even door en kijken wat haalbaar is.
Mensen laten we niet vergeten waarom ik dit doe!! Geef ieder kind de kans op een mooi leven, geef iedere ouder de kans op het mooiste gift wat er bestaat en doneer alsjeblieft! DRAAG JE STEENTJE BIJ OP:
http://www.gezondgeboren.nl/actie/ride4fay" onclick="window.open(this.href);return false;
Mensen, dank jullie wel!
All for you lovely Fay


BLOG dag 25:
07-08-2015:
Best. Day. Ever………
Goedemorgen lieve Facebookvrienden en -vriendinnen! Zooo wat een nacht zeg pfffff…. Tot half vier wakker gelegen om niets. Om 09:00 uur brak wakker geworden en demonstratief blijven liggen. Toen ik om en rond 10:00 uur besloot een peukje te roken was het halve hotel al leeg en waren de schoonmakers alweer de bezige bijtjes aan het uithangen. Met kleine oogjes en flinke ochtend-duizeligheid zwabberde ik de trap af om vervolgens met de mooiste blauwe lucht boven me een shaggie te roken. De gebeden zijn verhoord, eindelijk zit het weer (tot nu toe) mee! Ik geloof dat ik rond een uur of 11 ben opgestapt en met de zonnebril op de neus de parkeergarage ben uitgereden.
Na een kort peukje in de haven besloot ik lekker even geen route in te stellen en gewoon te genieten van waar mijn koppie me naartoe leidt. Mezelf meerdere malen vast te hebben gereden in het doolhof van woonwijkjes pakte ik toch maar even een routepunt buiten Kristiansand. Vandaag hoefde ik nog maar 62 kilometer tot het uiteindelijke doel en die gingen we hoe dan ook halen!
De geweldige kustroute sierde door het landschap en, continue met m’n neus op de teller, sjokte ik achter het trage toeristische verkeer aan. Meter na meter zag ik de tripteller dichter baar de 7500 kruipen en ik voelde de zenuwen toeslaan. Met vlinders in de buik zat ik al stuiterend van enthousiasme op het zadel. Toen ik een prachtig parkeerplaatsje passeerde en zag dat ik nog maar 10 kilometer hoefde, deelde ik het door twee en na vijf kilometer draaide ik om. Waarom? Omdat ik niet half over een vangrail hangend wilde vieren dat ik het doel behaald had.
5, 4, 3, 2, 1, 900 meter, 800 meter, 700 meter……… Ik zag de parkeerplaats naderen en met 7499.9 kilometer draaide ik de plak grind op. Eenmaal heen en terug gereden zag ik de teller verspringen en slaakte ik, tot het ongenoegen van de badgasten verderop, een harde gil van extase! Zevenduizendvijfhonderd kilometer vol regen, ijzel, wind, kou, afzien doch genieten, uitzicht en schitterend landschap zijn in the pocket! Apetrots stopte ik om wat kiekjes te maken en voor een vreugdedansje. Het Duitse campervolk had de tijd van het leven terwijl ze, onder het genot van een biertje en een warme zon, een debiele Hollander zagen springen en juichen alsof ons land net het WK had gewonnen. Uiteraard belde ik direct naar huis om het geweldige nieuws te delen en even de stem weer te horen. Hierna maakte ik even een Facebook bericht met wat leuke foto’s, gemaakt door de Duitse campertoeristen (waarvoor dank). De ups en downs schoten voorbij terwijl ik een ontbijtje smeerde van brood en BaconOst. Het flesje cola was snel op en de broodjes zaten binnen minuten in de maag. Voldaan stak ik het grootste overwinningspeukje van deze reis op en als een pauw zo trots genoot ik van de zon, de 21C° en het lekkere zeebriesje.
Wauw! Ineens raakte het me. De slopende maar oh zo mooie tocht is bijna ten einde. Bijna gaan we weer naar huis waar over een kleine anderhalve week het gewone leven op het werk weer gaat beginnen en het platteland van Nederland de wegen weer zo saai gaat maken. Ondanks alle tegenslagen en het verschrikkelijke weer is dit de tocht van m’n leven en ik heb op mijn 21ste mijn grootste droom verwezenlijkt! Maar deze speech mag nog even wachten want ik ben nog niet thuis!
Na een uurtje in pure blijdschap te hebben genoten van alles, maakte ik me klaar om weer een stukje te tuffen. Alles op mijn lijstje is voldaan en mijn grootste doel is gehaald. Wat nu? Ik keek wat op de kaart en spotte het zuidelijkste puntje van Noorwegen. Dìt ging het worden voor vandaag. Zo noordelijk als ik ben geweest, zo zuidelijk ga ik vandaag. In de Ride4Fay hoodie (waar ik zo ontzettend blij mee ben, dankjewel AJ-Designs!) met de mouwen opgestroopt slurpte ik als een echte Nederlander befaamd, iedere zonnestraal op en probeerde ik nog een kleurtje te ontwikkelen. De temperatuur was perfect, de weg was perfect, alles was perfect. De vele tunnels boden wat rust voor de ogen en de zon die erna kwam, loste als geroepen de koelte van de donkere tunnels af. Apetrots en vrolijk meezingend op de tonen van MJ en ACDC pruttelde ik de lange bochtige weggetjes af richting Lindesnes.
Na een lange tankpauze bij één van de vele pompstations, besloot ik mijn bandenspanning maar eens te controleren. De gehele trip heb ik dit nog niet gedaan dus ik was zeer benieuwd naar het resultaat. De fantastische Mitas E07 rubbers bleken zowel voor als achter nog geen tiende bar te hebben verloren dus pompte ik er een heel klein beetje bij voor de lange snelwegen die straks weer gaan komen. Terwijl ik keek hoe de buschauffeur die voor me stond een stofzuiger uit het bagageruim tevoorschijn toverde en zijn tapijtje ging ontstoffen, flapte ik een nelletje en rookte deze rustig op. Hierna sprong ik weer in het zachte zadel en zette ik de trip voort.
Uiteraard kwam ik achter het enige voertuig in de wijde omtrek, een touringcar, terecht en tot mijn verbazing kachelde deze flink door. Vlotjes draaide de grote bus door de krappe bochtjes en begon mijn respect voor de bestuurder te groeien. Als een ware baas claimde hij zijn plek op de weg en ik hobbelde er, als een wormvormig aanhangseltje, vrolijk achteraan. De blauwe lucht verdween achter de dunne witte bewolking die, erg laag, over de heuvels rolde. De bocht om zag ik dat het veroorzaakt werd door een flink farmaceutisch productiebedrijf. Na een kilometer of 50 kwam toch echt de kust in zicht en de grillige rotspartijen boden plaats voor een nostalgisch ogende vuurtoren. De weg eindigde in een grote parkeerplaats waar ik fluitend opdraaide. Per sé wilde ik op het topje staan dus ik behing de motor met mijn kleding en helm en vol goede moed stapte ik richting vuurtoren.
Tot mijn teleurstelling zag ik dat de mens ook hier een flinke stempel had gedrukt en dat er entreegeld werd gevraagd om het ‘terrein rond de vuurtoren’ te betreden. Als een echte kaaskop liet ik me niet kennen en zei ik tegen mezelf: “Die kloteklappers krijgen van mij geen geld!”. Ik begon met het klauteren om langs de betaalpoortjes te komen en het zag er veelbelovend uit. Je kon er gemakkelijk omheen komen en aan de andere kant werd mijn avontuurtje abrupt beëindigt door een hoog hek.
Belachelijk dat ik het vond, besloot ik maar de heuvels eromheen te verkennen en ik ging op onderzoek uit. In een dikke motorbroek met daaronder nog een trainingsbroek, zweette ik me uit de naad maar volhardend struinde ik over de moeilijk begaanbare rotsen. Bijna viel ik in een diep rond gat dat door mensen leek gemaakt. Een zware, metalen ring lag om de put en erin was het zwart. Nieuwsgierig scheen ik er een lampje in en kwam ik tot de ontdekking dat het zeker een meter of 10 diep was. Even verderop spotte ik een vierkante ingang in de rotsen en besefte ik me dat ik bovenop een bunkercomplex stond!
Mijn fascinatie voor bunkers begon in Nederland waar ik in het midden van de nacht, samen met een maatje, de donkere bunkers van Hoek van Holland ging verkennen. Doodeng maar oh zo gaaf!! Ik naderde de ingang en dook als een oude vent, achterstevoren de krappe doorgang in. Meerdere malen stootte ik mijn hoofd aan het lage plafond en ik deed uit bescherming de capuchon maar op. In de bunkers was het donker, héél donker. Met het zwakke flitsertje op de telefoon baande ik mijn weg door half ingestorte plafonds en vergane metalen en houten artikelen uit de oorlogstijd. Jammer genoeg lagen overal sporen van mensen en struikelde ik bijna over de vele plastic zakjes en bierflesjes. Ik schaamde me wederom voor de medemens en gooide zoveel mogelijk troep in één van de zakjes. Met een tasje vol zooi in de hand klauterde ik over de rotsen om een prullenbak te zoeken. Na een korte peukpauze klom ik door om de zooi weg te keilen. Al snel kwam ik weer bij de motor en spotte ik een afvalbak waar ik de verzamelde meuk in dumpte. Mijn benen en rug vonden het onverstandig dat ik terug ging en protesteerden hevig. Het was ook wel weer genoeg geweest en ik sprong als een volleerd gymnast in het zadel.
Na 10 meter kwam het besef dat ik nog geen bestemming had dus checkte ik maar even Booking. I.v.m. de redelijk lange rit morgen en de slechte nachtrust vandaag besloot ik de laatste daagjes nog maar door te brengen in een hotel. Al gauw had ik gereserveerd en tufte ik terug over de bochtige weg. Dit maal gelukkig leeg, kon ik de toegestane 80km/h netjes aanhouden en zoefde ik soepeltjes over het strakke teer. Na een kilometer of 9 viel mijn oog op een lokale benzineboer en stopte ik voor een lunch/diner. Met de lekkerste hamburger tot nu toe in de maag reed ik de laatste 2 kilometer naar het hotel. Eenmaal aangekomen checkte ik in en zocht ik de kamer op. Met goed geluk aan mijn zijde zag ik dat de kamer zich op de begane grond bevond met eigen voordeur.
Nadat ik alle spullen had afgetuigd gooide ik gracieus alles op het dubbele bed en bedacht ik me ineens dat ik de motor nog even moest onderhouden. Met een bus kettingspray, een bus remmenreiniger en een klein borsteltje ontdeed ik de ketting en de assen van alle troep en smeerde ik alles weer lekker in. De remmenreiniger liet, in combinatie met alle remstof, een grote zwarte vlek achter op het asfalt en de voorbijgangers keken me nijdig aan. Met een emmertje water spoelde ik alles weg en ging ik in de kamer even alle kleding uitzoeken en sorteren.
Gezien het feit dat alles drie weken nat is geweest kwam er een geur uit de tassen waar je gruwelijk van wordt. Alles te hebben uitgezocht stauwde ik de kleding voor de komende paar dagen, met een sopje in de wasbak en duwde ik de overige zooi terug in de tassen. Na een snel handwasje hing ik alles te drogen en sprong ik onder de douche. De heerlijke stralen schoonden mij op en blinkend kwam ik er weer onder vandaan.
Het weer was ondertussen flink verminderd en de witte en grijze wolken dreven kalmpjes voorbij. De extreem luidruchtige russen een stukje verderop irriteerden iedereen mateloos en de beer die in de kamer naast me zat besloot om actie te ondernemen. Op een afstandje zag ik hoe de bebaarde kerel het met woorden probeerde op te lossen. Toen dit niet werkte duwde hij één van de straalbezopen Oost-Europeanen hun huisje in om vervolgende de tafel om te kieperen. Ik lachte hardop en werd boos aangekeken door één van het vrouwelijk Russische gezelschap. Met een grote glimlach op m’n bakkes gaf ik het monster van hiernaast een high-five om vervolgens samen een peuk te roken.
Nu zit ik lekker op een stoeltje voor de deur een blogje te tikken met het vooruitzicht op morgen waarin ik zo langzaamaan richting Oslo ga rijden. Nog 400 kilometer tot aan de boot dus lekker op het gemakje, ga ik dezen verdelen over twee dagen. Zondagavond heb ik de nachtboot terug naar Frederikshavn. Voor nu vind ik het weer gescheten en ga ik zo terug naar binnen.
Beste mensen, dank jullie wel voor de geweldig leuke reacties! Met een lach en een traan heb ik deze allemaal gelezen. Jullie maken dit de unieke ervaring die niemand mij ooit meer afpakt. Ik ben jullie zeer dankbaar.
Een geweldige avond en goede nacht toegewenst!!
All for you lovely Fay
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

BLOG dag 26:
08-08-2015:
Location, location, location…
Goedesmorgens mensen! Laat ik beginnen met een verontschuldiging voor het gebrek aan mooie foto’s!
Vanmorgen om 09:30 uur wakker geworden op het heerlijk zachte matras. Met een brakke kop rolde ik het bedje uit om om 10:00 uur het lekkere ontbijt op te roken. Met de eerste peuk weer achter de kiezen begon ik met spulletjes rapen. Op één of andere manier heb ik de gewoonte ontwikkeld om een kamer binnen een paar uur om te bouwen naar kledingkast want overal lag weer wat. Een half uurtje later was ik klaar voor de flinke rit en ging ik richting receptie om uit te checken. Enigszins geïrriteerd door het gebrek aan taalkunde van de eigenaar (hield steevast aan zijn Duitse gebrabbel, sprak geen Engels) lukte het om te betalen en met een sigaretje in de mondhoek reed ik de strakblauwe lucht tegemoet.
Na een ruim uur rijden stopte ik voor een ontbijtje, die ik voor de zoveelste keer had gemist. Een lekkere panini met ham en kaas schoof ik in het zonnetje naar binnen waarna ik besloot om eens gek te doen en een ijsje te halen. De aardige jongeman achter de toonbank vroeg geïnteresseerd naar de rit en na een kwartiertje babbelen was het ijsje bijna gesmolten. De kerel vond het zo lullig dat hij me een nieuw ijsje van het huis gaf en ik bedankte hem vrolijk.
In het warme zomerzonnetje knabbelde ik de magnum weg om vervolgens met de zonnebril op de neus de weg weer op te draaien. De smalle tweebaansweg veranderde langzaam in een snelweg en met 120km/u genoot ik van de welkome afwisseling van bochtenwerk naar recht asfalt. Met de cruisecontrol op 120 zakte ik onderuit en vond ik tot mijn verbazing een nieuwe plek waar ik mijn voeten kwijt kon. Confortabel tufte ik op mijn fauteuil over de snelweg en na een uur had ik het wel weer gezien. Ik besloot te stoppen bij een brugrestaurant waar ik even aan een picknicktafeltje ging zitten voor wat rust. De rust was ver te zoeken want aan de ene kant snelde het verkeer voorbij en aan de andere kant haastte het vakantieverkeer zich om zo snel mogelijk de tank weer vol te hebben.
De Portugees die voor me stond ergerde mij door zijn luidruchtigheid en zijn gebrek aan manieren. Ieder plasticje wat hij in z’n aftandse bus kon vinden flikkerde hij zonder pardon de parkeerplaats op. Met een bergje afval naast de bestuurdersdeur irriteerde ik me steeds meer aan de Zuiderling. Ik vond het met het legen van zijn asbak genoeg geweest en ik stapte op hem af. Zonder twijfel volgde ik het voorbeeld van een Russische motorrijdster en pakte ik twee handenvol afval. Gelukkig stond zijn raam open en kon ik al zijn troep deponeren waar het hoorde. Na twee maal een lading afval bij de Portugees naar binnen te hebben gepleurd liep ik voldaan terug en uiteraard kwam meneer wild scheldend op de blote voetjes z’n bus uit. Met dat hij naar me toe wilde lopen was mijn peukje op en schoot ik deze strategisch in zijn looprichting. Alsof mijn gebeden werden verhoord stapte de luidkeelse tokkie met zijn blote poot vol in de brandende peuk. Schreeuwend van woede en de pijn stormde hij mijn richting op. Gelukkig was hij niet zo indrukwekkend (twee koppen kleiner) en kon ik zijn kinderachtige duwtje ontwijken. Met een goed gemikte douw tegen de schouders vloog de kleine herrieschopper terug richting zijn smerige Vito. De pisnijdige mafkees besefte zich dat het geen eerlijke partij was en kroop met de staart tussen de benen, wild schreeuwend en scheldend, zijn wagen in. Met piepende banden scheurde hij weg en ik keek met een voldane blik in m’n ogen naar de schone parkeerplaats en de lokale bevolking die lachend stonden toe te kijken. Job well done!
Met opgeheven schouders stapte ik weer op de Strom en startte ik het hart van het beest. De vele wegwerkzaamheden maakten de hierop volgende kilometers geen pretje aangezien het stof me in het gezicht waaide. Gezandstraalde onderarmen en wangen was het resultaat maar de ruitenvloeistof van de onoplettende automobilist voor me verzachtte de droogte van de huid. Met de smaak van antivries in m’n mond zag ik dat de blikker ook nog een brandende peuk uit het raam schoot. Gelukkig kon ik deze ternauwernood ontwijken en gaf ik wat gas bij om de kerel te wijzen op het spiegelgebruik. De oudere man verontschuldigde zich en we gaven elkaar met 100km/h een high five. Met een glimlach van oor tot oor zwaaide ik nog even naar de man en zijn dame toen ik weer afzakte.
De snelheidslimieten werden net zo veranderlijk als het weer en in de volgende 15 kilometer veranderde deze welgeteld 41 keer (!!!!!!!). Van 110 naar 70 naar 40 naar 60 naar 50 naar 70 naar 90. Ik bleef maar schakelen en schakelen totdat de gele wegwerkzaamheid-bordjes weer verdwenen en de maximum snelheid weer naar 110 ging. Supervrolijk zong ik mee met Hazes, Ed Sheeran en Andrea Bocelli en de warme wind maakte het compleet. Ik voelde de temperatuur steeds verder stijgen en zag de witte wolkjes verdwijnen.
De lange snelweg werd saai dus ik probeerde mezelf te vermaken met wat acrobatiek en muzikale kunstjes. De benzine brandde sneller als ooit op en al gauw was het tijd voor een tankbeurt. Ik volgde de bordjes tot ik aankwam bij een onbemande pomp. Ik stak de kaart in de gleuf en uiteraard stond er “Declined”. Al scheldend op het apparaat reed ik zonder helm op m’n kop de paar meters tot aan de parkeerplaats waar ik de Strom kundig op de jiffy wipte. Terwijl ik een nel draaide zag ik in m’n ooghoek een jongedame aankomen. Ze sprak me aan en vroeg of ik Engels sprak. Hoopvol vroeg ze me of ik wilde helpen met hun auto, die klaarblijkelijk stuk was. Nadat ik m’n peukje opgestoken had liep ik met de meid mee naar hun busje die verderop geparkeerd stond. Een groep van 9 dames zaten op de stoeprand van het zonnetje te genieten terwijl het meisje me vertelde dat de schuifdeur van de Vito niet meer dicht wilde. Overdreven technisch keek ik naar de deur die inderdaad goed vast stond. Er was geen beweging in te krijgen. Gelukkig stopte er naast de bus een exact overeen komende wagen zodat ik even kon vergelijken. Het schuifmechanisme had een tik gehad en was licht verbogen. Het dikke staal was bijna te hard om met de hand terug te buigen en met al mijn kracht schudde ik de bus heen en weer. Gelukkig schoot het mechanisme vrij en boog het dikke metaal terug.
De dames bedankten me overdreven enthousiast en terwijl ik terugliep richting Strom reed het busje luid toeterend langs me met het vrouwenvoetbalteam erin. Lachend om het feit dat de bestuurster het voor elkaar kreeg om een dikke diesel te laten uitvallen pakte ik de tanktas weer in en ontdeed ik mezelf van al het smeer. Klaar voor weer een etappe stapte ik op en op de laatste dampjes startte ik de motor. Omdat ik wist dat er verderop een bemande pomp zat (liet ik me vertellen) liet ik de jerrycans onaangeroerd en reed ik de snelweg weer op. Even later stopte ik bij een benzinestation waar ik de Strom weer tot de nok vulde met gasolina. Afkeurend keken de overige motorrijders mij aan terwijl ik met ontblote onderarmen weer het ruime sop koos. Zuchtend herhaalde ik in mijn hoofd keer op keer het riedeltje: “Ja, ik rijd zonder motorjas… Ik weet welke risico’s ik neem en daar hoef ik niet continue met de neus op gedrukt te worden. Mijn huid, mijn keuze, mijn leven! Doch bedankt voor de zorgen.”.
Na een kleine anderhalf uur behoorlijk geschoven te hebben door de zadelpijn en lekker meegeblèrd te hebben op de lekkere muziek die door de helm galmde besloot ik maar weer een peukpauze in te lassen. Op de parkeerplaats kwam de heerlijke geur van versgebakken broodjes mijn neus in drijven en als een tekenfilm-figuur dartelde ik de geur achterna. In de Butikk kocht ik een lekkere panini en peuzelde ik deze heerlijk in het zonnetje op waarna ik de laatste etappe van vandaag in dook.
Het hotel was geboekt en ik kon met een gerust hart de instructies van Teun volgen. Met het bordje Oslo slaakte ik een zucht en nam ik de afslag. Een paar kilometers verderop gaf Teun aan dat ik mijn bestemming had bereikt. Met een glazige blik in m’n ogen keek ik op naar het gebouw wat helemaal geen hotel was. Nou ja, niet van het goede soort! Een gigantisch ziekenhuis-complex vulde mijn blikveld en verbaasd over de rare streken van Teun ging ik op zoek naar mijn geboekte slaapplek.
Drie kwartier reed ik rondje na rondje na rondje. De mensen die vóór het ziekenhuis in de tuin zaten te genieten keken geagiteerd toen ik voor de zoveelste keer voorbij kwam pruttelen. De foto’s van het hotel op internet waren onvergelijkbaar met de panden die hier stonden dus zocht ik het adres op. Ook deze was verkeerd want ik kwam uit bij een apotheek.
Zwaar geïrriteerd vroeg ik een patiënte die buiten in haar ziekenhuisschortje zat of ze wist waar ik een hotel kon vinden. Ze wees naar één van de gebouwen van het ziekenhuis waarna ze weer naar binnen strompelde. Verbaasd keek ik op naar een vervallen betonnen flat waar geen enkele aanduiding van hotel op stond. Ik liep argwanend naar binnen en vroeg of er een hotel in de buurt was.
De dame vertelde mij dat de bordjes van het hotel aan de achterkant stonden en dat ik momenteel aan de receptie stond. De rolstoelen met bejaarden, ziekenhuisbedden en infuuspaaltjes vlogen me om de oren en verbaasd keek ik de receptioniste met vragende ogen aan.
Ze bevestigde dat dít het hotel was en dat ik me kon inchecken. Dit deed ik en ik vroeg naar een veilige parkeergelegenheid. Ze wees naar de parkeerplaats die ik juist wilde vermijden aangezien het hier 30 kronen per uur kostte om te parkeren. Er was geen andere mogelijkheid dus ging ik op zoek naar overige plekjes. Ik spotte op de stoep vóór een bijbehorend pand wat Italiaanse motoren en zette zo onopvallend mogelijk de brede Strom ertussen.
Met de helm en volle tanktas in de handen struinde ik de begane grond af op zoek naar een lift. Ook deze zat weggestopt in een hoekje dus duurde het even voordat ik op de vijfde verdieping was aangekomen. In de krappe kamer gooide ik alle spullen op het tafeltje en dook in onder de douche waar ik ontdekte dat ik op de onderarmen toch nog best wel een lekker kleurtje had ontwikkeld!
Na de douche deed ik de gordijnen open om tot de lugubere ontdekking te komen dat ik een geweldig uitzicht over een kerkhof had. De gordijnen sloot ik naar weer en met op de achtergrond, nou ja voorgrond eigenlijk, het enorme kabaal van de traumahelicopter die terugkwam liep ik naar beneden op zoek naar wat te knabbelen. Ik schafte een zakje chips en een bruin broodje kip aan en peuzelde dezen in de kamer kalmpjes op.
Met de goede wifi keek ik wat filmpjes over de beste audities voor Britain’s got Talent en dergelijke. Met het geweldige talent genoot ik van de enorme kracht die dit soort filmpjes mij tijd geven. Nu zit ik in een rookabri tussen de loeiende generatoren en paffende oudjes een blog te tikken.
Morgen kan ik lekker rustig aan doen want ik hoef pas om en rond een uur of half 6 bij de boot te zijn. Vandaag heb ik toch weer een dikke 390 kilometer gepakt en zette ik de Strom neer met een triptellerstand van 8034.5. Beste mensen, een geweldige avond en goeie nachtrust toegewenst! Ik heb mijn maandelijkse dosis moraalridder weer gehad.
Slaaplekker en tot morgen, de blogs zijn nog niet voorbij!!
All for you lovely Fay
BLOG dag 27:
09-08-2015:
Here we go.
Goeiemorgen lieve mensen! Weer een heerlijk nachtje gehad vol tussentijdse “wakkerheid” en flinke plafonddienst. Om 04:00 uur werd ik brak wakker en sprong ik het bed uit om op te frissen. Met dat ik de gordijnen opende en merkte dat het nog donker was besloot ik de tijd even te checken. Uiteraard gingen de gordijnen al snel weer dicht en sprong ik weer tussen de lakens. Om 09:20 uur werd ik weer wakker en vond ik het genoeg geweest. Met de tandenborstel tussen de kaken zocht ik de checkout tijd op en kwam ik tot de ontdekking dat ik nog maar 40 minuutjes had. Halsoverkop raapte ik alle zooi bij elkaar en liep ik bepakt en bezakt naar de receptie. Nadat ik had uitgecheckt rookte ik mijn lekkere ontbijtje en sprong ik stijfjes op de Strom.
Eigenlijk had ik helemaal geen bestemming voor vandaag dus reed ik mijn voorwiel achterna. Een uurtje door de drukke, chaotische binnenstad van Oslo te hebben gekacheld was ik het alweer zat en ging ik even kijken waar ik vanavond nou precies moest zijn. Toen ik dit had uitgevogeld was mijn inspiratie op en had ik geen zin meer om de stad te verkennen. Ik draaide een klein industrieterrein naast de haven op en zette de Strom op een parkeerplaatsje op de standaard.
Aan de zuidwestelijke kade van het terrein keek ik naar de oneindige rij vissers die hun geluk beproefden met hun vertrouwde hengels. De tijd kroop langzaam voorbij en ik zocht de inchecktijd op voor de Stenaline. Pffffff 17:30 uur pas……… Eerlijk gezegd vond ik het idee van relaxen aan de waterkant een fantastisch idee en zette ik de Strom op de bok. Met een nel tussen de lippen keek ik geïnteresseerd naar de ver uiteen lopende vistechnieken. De één viste met een gigantische dobber en levend aas en de ander probeerde het met blinkertjes. Vis na vis hing spartelend aan de dunne lijnen en werden als oud vuil op het asfalt van de parkeerplaats gesmeten. Geërgerd keek ik naar de onwaardige manier waarop de vissers omgingen met hun vangst. Als een zweep werden de beesten tegen het beton gesmeten en halflevend in plastic tasjes gestopt. Na een uur kijken was ik het beu en kon ik het leed van de zwemmende vrienden niet meer aanzien. Ik stapte zonder bestemming in het zadel en startte zo luid mogelijk de motor.
Met drie streepjes op de tankmeter besloot ik op zoek te gaan naar een tankstation. Kort in mijn zoektocht kwam deze weer ten einde want niet veel verder lag een kleine Shell. Ik stapte naar binnen en rook de geur van versgebakken bolletjes. Ik kocht een zakje en knabbelde deze op mijn gemakje op. Na als toetje ook nog een ijsje aangeschaft te hebben nam ik plaats op het zachte zadel en peuzelde ik ook deze op. Binnen minuten was alles weer in een zwart gat beland en reed ik met een volle buik weg.
Na een paar kilometer bedacht ik me dat ik mijn doel helemaal niet bereikt heb en dat de drie streepjes getransformeerd waren naar twee streepjes. Mezelf voor m’n kop slaand tufte ik verder richting haven. Gelukkig weet ik dat niet ver van de haven van Frederikshavn een groot pompstation zit en ik besloot de tank daar maar vol te gooien.
Op zoek naar een betere plek als eerst reed ik rondjes langs de boulevard en het operahouse. Aangezien deze er nergens te vinden was keerde ik terug naar mijn eerdere relaxplek. De seconden tikten traag weg en ik werd steeds moeier en moeier. Toen ik al knikkebollend op de motor zat schrok ik wakker van een luide schreeuw. De Finse visser die voor me stond had welliswaar twee vissen tegelijk binnen gehaald. Met kleine rode oogjes keek ik naar de blijdschap van de man en de kinderen die zich al snel eromheen verzamelden. De beestjes verdwenen in een plastic tasje en meneer ging vrolijk verder. Ondertussen was ik al meer dan 3 uur aan het wachten en sufte ik steeds meer in. Toen ik wakker schrok werd ik bijzonder dom aangekeken door een groepje Oosterse toeristen die zonder pardon foto’s begonnen te schieten. Lichtelijk geïrriteerd vroeg ik of ze deze foto’s wilden verwijderen maar helaas sprak niemand Engels (zo leek het). Ik vind het best, als jij foto’s wil van een slaapdronken Hollander op zijn trouwe stalen ros, PRIMA! Veel plezier ermee.
In een kort moment van onoplettendheid zag ik dat de hengel van één van de chagrijnige oudere vissers de balans verloor en de hoge kadewand afstortte. De man besloot even een superheld uit te hangen en trok zijn trui en shirt uit. Als een schoonspringer dook hij de 4 meter hoge kadewand af en brak als een platte pannenkoek het wateroppervlak. Niet veel later kwam hij met lege handen boven en droop hij teleurgesteld het trappetje op. Nadat hij zijn spulletjes bij elkaar geraapt had droogde hij zich af en sprong in z’n auto.
Alsof de rest ‘follow the leader’ speelde rende iedereen ineens in paniek naar hun auto’s. Ik had geen idee wat er aan de hand was toen alle auto’s vluchtig de parkeerplaats afreden. Met dat ik naar links keek wist ik de reden want om de hoek kwamen twee agenten als prinsen op het witte paard aangereden op hun brommers/motoren. Het bleek dat er op zondagen een parkeerverbod geldde. Ik lachte hard om de scherpe vissers die als de bliksem hun voertuigen hadden verplaatst. Al snel verdwenen de agenten weer en dropen de auto’s voorzichtig weer het terrein op.
Voor mij stond een gezin met z’n vieren te vissen. De twee zoontjes hadden weinig geluk maar de vader trok de visjes achter elkaar het water uit. Moeders kreeg mij bij iedere worp aan het lachen omdat ze dusdanig agressief inwierp, dat telkens het aas van de haak viel en achter haar op de grond terecht kwam. Nietsvermoedend ging de vrouw door met een stapeltje aas achter zich op de grond. Iedere keer verheugde ik me op haar inworp en genoot ik van de lol van de overige vissers die het ook doorhadden.
De tijd kroop als een halfdode slak voorbij en ik verveelde me kapot. De telefoon had er ook geen zin meer in en besloot het internet uit te schakelen. Nadat ik meerdere keren het toestel opnieuw had opgestart gaf ik het op en keek ik op het klokje in de tellerbak van de Strom. 16:00 uur! Al bijna 5 uur zat ik te wachten en ik begon het zo langzamerhand echt zat te worden. Vol goede hoop startte ik het beest en jakkerde ik richting haven.
Eenmaal bij de verzamelplaats aangekomen zag ik dat het werkelijk vol stond met Nederlanders! Hopende op een goed gesprek sloot ik aan in de rij en alsof iedereen bang van me was, werd ik genegeerd. Gelukkig opende de checkin counter en reden we gestaag langs de poortjes. De grijze lucht liep perfect over in het grijze beton van de hokjes. Met de papieren tussen de tanden was ik aan de beurt en reed ik rustig naar het huisje.
De vrouw achter de balie gaf me de benodigde spullen voor het ingaan van de boot en verzocht mij een kaartje op de “Bicycle” te plakken. Met een geniepige glimlach keek ik haar aan en ze kwam tot het besef dat ze iets verkeerd had gedaan. Schaterlachend bood ze haar excuses aan en wenste me een fijne reis. Nadat ik haar gniffelend had bedankt wenste ik haar een prettige dag en baande ik mijn weg naar rij 1. Als haantje de voorste kreeg ik het privilege om als eerste voertuig het terrein te betreden en ik stond trots te glunderen aan het lint tussen de parkeerplaats en de kadewand.
Het terrein stroomde langzaam vol en gelukkig werd ik aangesproken door een Nederlandse stem. Overenthousiast reageerde ik en raakte ik in gesprek met mijn naamgenoot. Zijn gezin voegde zich bij hem en al gauw stond ik vrolijk te kwekken met het gezellige stel en hun 5-jarige kereltje. Het grootste toeval kwam toen ik vroeg naar hun woonplaats. Verbaasd hoorde ik “Pijnacker!” en vertelde ik dat in uit Delft kwam. Juichend vertelde de dame dat zij ook een getogen Delftenaar was. Lachend kwamen we tot de ontdekking dat we zelfs op dezelfde Handbalclub hadden gezeten en dat het wereldje ineens heel klein werd! Bekende namen vielen en herinneringen werden opgehaald. De tijd vloog voor het eerst vandaag voorbij en al snel zagen we de Stena Saga de hoek om komen. (Mochten jullie dit lezen, ontzettend bedankt voor de gezellige gesprekken!!!)
Zo laat als dat ik op de heenweg de boot mocht betreden, zo vroeg mocht ik er vandaag op. Ik beet het spits af en reed met veel te veel gas enthousiast voor de tientallen auto’s langs. Uiteraard kreeg ik mijn “10 seconds of fame” en kletterde mijn helm (die over een uitstekend deel van de bagage hing) met een enorme klap op de grond. Het luide getoeter en gelach van de wachtende mensen deed het schaamrood op mijn wangen verschijnen en ik draaide om. Zoekend naar losse onderdelen pikte ik mijn, gelukkig, intacte helm op en reed ik met de staart tussen de benen het metalen dek op.
Ik mocht helemaal naar voren waar ik opgewacht werd door één van de medewerkers. Met 5 kilometer per uur voelde ik mijn grootste schrik werkelijkheid worden. De achterband rolde door een plas olie en in combinatie met het water en metaal werd het dek zo glad als ijs. De achterband gleed weg en ik hield met al mijn kracht de motor net aan overeind. Ik besefte dat ik 180 graden was gedraaid en dat ik met de koplampjes richting uitgang stond te schijnen. De adrenaline gierde door mijn lijf terwijl ik voorzichtig omdraaide en de motor richting de standplaats reed. Trillend op de benen zette ik de Strom in het mechanisme en bond ik haar vast met spanbanden.
Ik greep al mijn spullen en liep als eerste de deur door naar de warmte van het binnendek. De rust in het schip genoot ik en ik drukte op het knopje van dek 6. De lift kroop naar boven en al snel liep ik door de smalle gangen richting kamer 6437. Ik smeet alle troep op het bed en besloot nog even van de rust op de boot te genieten. Ik baande mijn weg naar dek 10 waar ik onder het genot van een nelletje uitkeek over Oslo. De enorme verschillen in bebouwing greep mijn aandacht en de geur van barbeque dreef langs.
Achter mij prepareerde de crew zich en de barman had de grill al aangestoken. Wachtend op het moment dat ik kon bestellen genoot ik van het zakken van de zon boven de wereldstad. Het rolluik ging open en ik besloot mijn diner maar te bestellen. Met een grote cola wachtte ik op mijn entrecote van de grill terwijl het dek volstroomde met mensen.
Het stuk vlees met de lap groente en koude gekookte aardappeltjes smaakte nergens naar dus greep ik een zakje zout uit het mandje. Met een vol zakje zout over het avondmaal knabbelde ik vrolijk de maaltijd op. Hierna bluste ik het af met een lekker softijsje en een peukje. Met de eerste hap van het ijsje zag ik de afstand tot de kade vergroten en hoorde ik de enorme motoren ronken. Daar gaan we dan… Dag Oslo, dag Noorwegen, dag Scandinavië, dag mooiste land waar ik ooit ben geweest.
Met een dubbel gevoel startte ik een TimeLapse van het vertrek uit de haven en slurpte ik het ijsje naar binnen. Na een kleine 10 minuten was het ijsje op en uploade ik het filmpje. Het prachtige land zwaaide me uit met een schitterend beeld van zonnestralen die door het wolkendek prikten. Na wat kiekjes ging ik richting dek 7 waar ik in het winkeltje de laatste souvernirtjes kocht. Bij de drukke kassa aangekomen vond de pinpas het maar weer tijd om ge”Declined” te worden en stond ik voor de derde maal voor joker.
Haastig liep ik naar de pinautomaat waar ik wat flappen tapte. Terug bij de kassa was de rij immens geworden en sloot ik teleurgesteld achteraan. De behulpzame juffrouw riep mij naar voren en verontschuldigend baande ik mijn weg door de ongeduldige toeristen. Ik betaalde en stouwde alles voorzichtig in de tasjes waarna ik terug ging naar de kamer.
Nu zit ik op het achterdek in het pikkedonker (met uitzondering van de verlichting op de boot uiteraard) deze blog te tikken. Vandaag was een lange dag waarin ik slechts 26 kilometer heb gereden. Ook wel eens lekker! Nu ga ik mijn bedje opzoeken want om 07:15 uur mogen we er alweer vanaf.
Beste mensen, vanaf de Stena Saga wens ik jullie allen een mooie avond en goede nacht toe! Morgen plan ik een flinke trip te maken zodat ik dinsdag een rustige laatste dag kan doormaken. Alaaf!
All for you lovely Fay




















BLOG dag 28:
10-08-2015:
It’s been a long day. Maar wat een ongelooflijke aankomst…..
(Mocht je de blogs als ‘voor het slapen gaan’ verhaaltjes hebben, succes met het nachtje door! Het is een flinke vandaag…)
Goedemorgen beste vrienden en volgers! Pff wat een kort nachtje weer zeg! Gisteravond omstreeks 23:30 uur het bedje ingedoken. Helaas heb ik tot een uur of half zes wakker gelegen. Gelukkig hield de zachte muziek van de ingebouwde radio in de hut mij vrolijk en gelukkig viel ik uiteindelijk in slaap. Uiteraard werd ik om 06:00 uur gewekt door het luide gebrul van zowel de telefoon als van de radio, die om 06:00 uur luid begon te babbelen over de aanlegtijd en ontbijtmogelijkheden. Met mijn slaapdronken kop besloot ik maar direct mijn spullen in te ruimen en een peukje te roken op dek 8.
Op het dek aangekomen was de prachtige zonsopkomst door de dunne wolken veredeld. Maar één groot voordeel, er was land in zicht! Met uitkijk op een heuvelig landschap met daarvoor alle havens en industriegebieden genoot ik van mijn vroege tabakontbijtje. Achter mij liepen de overige gasten als zombies over het dek waarvan 1 kerel op een bijzonder smerige manier zijn dag begon. Terwijl ik over zee stond uit te kijken hoorde ik achter me een luid gegorgel en geroggel. De kerel spoog een vieze (……………………..) op één van de bankjes en leegde vervolgens zijn neusholtes op het houten dek. Gelukkig werd dit gezien door een crewlid en werd de smerige vent aangesproken. Ik besloot er verder geen aandacht aan te schenken en keek op de klok. Met nog dik een uur te gaan besloot ik voor een keertje een dubbel ontbijt te genieten en draaide ik nog een shaggie. Voldaan pafte ik de nel op terwijl de boot steeds dichter bij de haven van Frederikshavn kwam.
Om en rond 06:50 uur strompelde ik terug naar de hut waar ik de spullen pakte en mijn weg baande richting dek 3U waar de voertuigen stonden. Om 07:00 gingen de deuren van slot en liep ik als eerste het stille autodek op. Helemaal voorin stond de Strom gelukkig nog overeind en begon ik langzaam de spanbanden te ontdoen. Dezen waren snel los en nu was het wachten op daglicht.
Na een korte babbel met een Hollands gezin begon de eerste schuifdeur te bewegen en zagen we het eerste straaltje zonlicht. Ik sprong, voorbereid met een sigaret in de mondhoek, op de motor en wachtte tot de eerste vrachtwagen zijn diesel startte. Hij reed eruit en ik, samen met een andere motorrijder, reden kalmpjes erachteraan. In de planning zat een kort stopje op de straat om het peukje aan te steken en de zonnebril op te zetten, echter pakte dit heel anders uit.
Tot mijn enorme, gigantische, sterker nog: giganormische verassing zag ik aan de linkerzijde het logo van de ‪#‎Ride4Fay‬‬. Een groot spandoek hing aan het hek met daarop het logo, een foto van mij en de tekst: “Jeroen, you made it!”. Ik schrok me kapot toen ik zag wie er achter het doek stonden. Moeders, oom, tante, neef, neef en nicht. Vol trots en tranen (en camera’s) stond mijn onbeschrijfelijk geweldige familie in de Ride4Fay polo’s achter het hek te wachten op mij. Duizenden gedachten gingen door mijn hoofd toen ik hun richting op draaide. De tranen van geluk waren bij mij op dus verving ik deze met de breedste glimlach die ik ooit heb gehad. Ik zette snel de helm af en omarmde ik de lang gemiste familie. Het fantastische spandoek was gemaakt door mijn lieve neef en ze waren speciaal voor mij helemaal hierheen gekomen. Ik was volledig ‘flabbergasted’ en ik kon geen zinnig woord uitbrengen. Sterker nog, ik weet nu amper wat ik schrijven moet….
Na een korte babbel zeiden we gedag en reed ik verder, op naar huis. Ahhhh nee hoor!! *Zou wel heel erg zijn hahaha*
We stonden nog even te knuffelen en praten toen, vrolijk toeterend, het Nederlandse gezin van gisteren langs reed. Met z’n allen zwaaiden we hen uit en richtten we weer tot elkaar. Er werd besloten dat we lekker met z’n allen gingen ontbijten in het hotel waar ze de nacht hadden doorgebracht. Na een paar foto’s reed ik achter de huurauto aan naar het Best Western hotel in Frederikshavn. Op de parkeerplaats zette ik de Strom op de jiffy en liepen we samen naar binnen. Het geweldige ontbijtbuffet overtrof al mijn afgelopen maaltijden en, zonder twijfel, schepte ik een bord vol! Gelukkig was er een grote tafel vrij zodat we lekker met z’n allen konden eten. Amper kon ik happen nemen, zo vrolijk zaten we te kwekken met elkaar. Na het eten belden we nog even tante en nicht (die nu in Frankrijk zitten) en kregen we op afstand mijn lieve nicht de tent uit. (Sorry en nog heel veel plezier hahaha)
We verschoven naar buiten, waar het heerlijk hete zomerzonnetje onze geweldige ochtend compleet maakte. Ze vertelden me dat ze allemaal vrij hadden genomen, met het vliegtuig (!!!) naar Aalborg zijn gevlogen, daar een auto hadden gehuurd, het geboekte hotel in zijn gegaan, daar de nacht doorgebracht te hebben en om 06:45 uur al bij de haven stonden. Sprakeloos hoorde ik dat allemaal aan en de omhelzingen begonnen wederom. Met een paar peukjes in de hitte belden we even opa en oma die vandaag 60 jaar (!!!!!!!) getrouwd zijn (Van harte gefeliciteerd!). We geinden wat af tot het moment kwam dat de planning voor vandaag ter sprake kwam. Aangezien zij met het vliegtuig vanavond weer terug moesten, zat er niets anders op om weer afscheid te nemen van elkaar. Duizend bedankjes en omhelzingen later stapte ik op de trouwe stalen ros. Onder luid gejuich en gezwaai reed ik de eerste straat na de parkeerplaats op. Natuurlijk liep deze dood en kon ik al snel omdraaien. Iedereen scheen het te weten en ze stonden lachend en filmend te zwaaien. Een laatste blik geworpen te hebben reed ik met een brok in m’n keel het centrum van Frederikshavn uit.
***Lieve familie, ik kan jullie niet genoeg bedanken. Dit is de grootste motivatiebooster geweest om vandaag het aantal kilometers te rijden wat ik gereden heb. Jullie zijn fantastisch en ik mag mij zeer gelukkig prijzen met jullie. Samen staan we sterk, Carpe Diem ***
Bij de eerste de beste benzinepomp stopte ik om de tank vol te gooien en mezelf voor te bereiden op een lange dag! Helaas werd, tot mijn ergernis, de kaart weer afgewezen en liep ik naar binnen om te vragen hoe of wat. Ik kon gelukkig ook cash betalen dus gooide ik de tank vol. Voldaan en glunderend van de geweldige ochtend die ik heb gehad, draaide ik vol goede moed de E45 op. Het was een verademing om voor een keer op een enorm lange, rustige en kaarsrechte snelweg te rijden. Met de cruisecontrol op 130 jakkerde ik met een brede grijns over het strakke zwarte asfalt. Ik stelde Teun in op “Thuis” en zag dat ik nog maar 1008 kilometers te gaan had voordat ik de katten weer kon plagen, het eigen bedje weer kon genieten, de TV weer aan kon zetten en ik de koelkast weer kon plunderen. Ik kon niet wachten en reed lekker door!
Het tempo en humeur zaten er goed in en vrolijk zingend en dansend snelde ik over de E45. Zo af en toe kwam er rechts een vrachtwagen voorbij suizen of een witte waas van een camper. Het tempo zat er lekker in en de warme wind maakte het compleet. Na een ruime 100 kilometer begonnen de acrobatische rek- en strekoefeningen de zadelpijn niet meer te verminderen en besloot ik even een korte pauze in te lassen. Op het gemakje rookte ik een sigaretje en nam ik een slokje cola waarna ik weer opzadelde. Fris en fruitig draaide ik de snelweg weer op en zette ik het gas wederom op 130km/u vast. De vliegjes vormden weer een prachtig maar luguber kleurenpalet op mijn windscherm en vizier.
Na wederom een ruime 100 kilometer merkte ik dat met de snelheid ook het benzineverbruik omhoog kroop want ik had slechts twee streepjes over van de 7. De zware bepakking, slechte stroomlijn en hoge snelheid speelden parten en al snel was de tank bijna leeg. Ik draaide de eerste de beste pomp in en gooide de tank vol. Na betaald te hebben reed ik direct weer de weg op.
De wind pikte wat op en al snel draaide de vlaggetjes om de stokjes heen. Een erg triest gezicht in de spiegel, besloot ik een poging te wagen om tijdens het rijden, de vlaggetjes goed te doen. Ik draaide bijna mijn schouder uit de kom maar kwam er gelukkig net bij. Ik draaide het verlepte stofje eerst drie keer de verkeerde kant op om vervolgens met de handschoen vast te zitten aan de slangenklem. Als een debiel reed ik langs het trage vakantieverkeer, terwijl ik poogde mijn handschoen te verlossen van de stevige beet van de slangenklem. Het lukte gelukkig en ik draaide, in mijn spiegel kijkend naar mijn geklungel, kundig het stofje de goede kant op. Trots wapperde de nederlandse vlag weer in de stevige Deense wind. Het rood, wit en blauw zag ik hevig klapperen in beide spiegels en ik concentreerde mij weer op de weg voor me. Met iedere stad die ik passeerde werd het drukker en drukker op de brede driebaansweg. Ik slingerde van baan naar baan om de vrachtwagens en caravans te ontwijken terwijl ik ondertussen genoot van een lekker slokje verfrissend appelsap (wat oomlief nog even had klaargemaakt voordat ik weg reed.).
Ik merkte dat de weg wat draaide en ik de wind in de rug kreeg. Hiermee ging ongemerkt de snelheid ook omhoog. Ik was veel te druk met meezingen met de muziek en zoeken naar Nederlandse kentekens, dat ik niet door had dat de teller richting 150 wees. Omdat de lange rijen vrachtverkeer steeds vlotter voorbij schoten wierp ik een blik op de teller en kwam ik tot de ontdekking dat ik 155 reed. Snel gooide ik de cruisecontrol een stuk terug en kachelde ik met 130 weer vrolijk door.
Ieder Nederlands kenteken wat ik passeerde, werd hevig bezwaaid door mij en het humeur was beter als ooit. De kilometers tikten snel weg en al gauw had ik nog maar 650 kilometer te gaan naar huis! Het pijnlijke achterwerk smeekte om een klein wandeltje dus ik stopte bij de eerste benzinepomp. Gezien het feit dat mijn tank verre van leeg was door de meewind reed ik door naar de vrijwel lege parkeerplaats waar ik, na de blaas geleegd te hebben, genoot van het over gebleven handje Pringles en flesje appelsap. Genietend van de rust op de lege parkeerplaats struinde ik wat rond de motor toen ik zag dat één van de kabeltjes van de claxon was losgeschoten en tegen het spruitstuk van de uitlaat bungelde. Wonder boven wonder was het nog net niet gesmolten en kon ik tijdig de kabel verleggen. Na een lekker peukje deed ik de oordopjes weer in en schoof ik de helm over mijn lange (voor mijn doen) haar. Het stijve, droge leer trok ik over de handen en ik ontketende het gebrul van de machtige Strom. Ik draaide het met grind bezaaide parkeerterrein voorzichtig af waarna ik weer tussen de vrachtwagens invoegde.
De temperatuur was fantastisch en de dunne sluierbewolking wist precies de scherpte van de zon af te stellen zodat deze de warmte nog af gaf maar niet verblindde. De telefoon lag aan de 12-volt die steeds vreemder begon te doen. 10 keer per minuut hoorde ik het ‘oplaadgeluidje’. De accu trok het even niet meer dus trok ik de laadkabel uit de 12-volt en sloot ik het waterdichte kapje. Het irritante geluid was weg en ik kon weer genieten van de heerlijke klanken van Bon Jovi en Lionell Ritchie. Ongegeneerd meeblèrend reed ik verder.
De kilometers schoten voorbij en om 14:00 uur bereikte ik onverwachts de Duits-Deense grens. De lichte sluierbewolking veranderde langzaam van kleur tot deze een lichtgrijze teint had aangenomen. De seconde dat ik de Duitse grens over stak begon het te spetteren. Heel apart!
Ik draaide snel een parkeerplaatsje op om de motorjas, die ik over de bagage had gedrapeerd, te verwisselen voor de hoodie. Met het vuile Revvit jack aan reed ik helaas anderhalf uur regen tegemoet. Met iedere druppel zakte de moed mij steeds meer in de motorlaarzen. Het gedruppel maakte plaats voor een flinke bui met grote dikke druppels en ik reed door de zeikregen door. Het zicht werd minder en het vizier hield het gelukkig goed uit. Ik keek zoveel mogelijk om de krasjes en beschadigingen heen om het natte wegdek voor me te analyseren. Moeilijk woord hè!
De vrachtwagens reden in roedels achter elkaar aan en speelden, tot het ongenoegen van alle weggebruikers, een kat- en muisspelletje zo het leek. Telkens elkaar inhalen waardoor de complete doorstroming blokkeerden en achter zich een grote chaos creëerden. Enigszins geagiteerd door de regen en het geklooi van de chauffeurs probeerde ik zo snel mogelijk de ploegjes vrachtverkeer te passeren. De maximum snelheid werd steeds hoger en de toeren van de wouze chauffeurs werden steeds gevaarlijker. Toen ik probeerde een groep in te halen zag ik een bekend bord voorbij komen; een grijs bord met drie diagonale zwarte strepen erdoorheen. Ik wist wat dit betekende en hield mijn spiegels al in de gaten voor de onbezonnen Duitse snelheidsduivels. Al snel doken de eerste 220km/h plussers op en sjeesden met een werkelijke bloedgang langs me. Ik vreesde voor mijn leven toen ik poogde een camper in te halen. Gelukkig ging dit goed en was de linkerbaan even vrij van alle maniakken.
Ver voor me doken er helaas weer groepen vrachtwagens op en ik voerde mijn snelheid uit voorzorg op. Met 150 kilometer per uur denderde ik op de wagens af en terwijl ik mijn aandacht zo goed mogelijk verdeelde tussen spiegels en weg voor me, besloot ik een inhaalmanouvre uit te voeren. De kust achter me leek veilig en voor me had ik vrij baan. Vol gas jakkerde ik langs de eerste vrachtwagen toen ik in mijn spiegels een heel klein lichtpuntje opmerkte. Dat lichtpuntje werd steeds groter en kwam heel snel dichterbij. Ik had mijn aandacht verscherpt en stepte nog net niet met mijn benen bij om sneller te gaan. In de koplampen herkende ik een nieuwer model Porsche die met extreem hoge snelheid aankwam. Net op tijd gooide ik de Strom met 170 km/h op de middelste rijbaan, want een fractie van een seconde later kwam de 911 met 120 km/h VERSCHIL mij voorbij zeilen.
Ik houd er niet van om van de weg gedrukt te worden, al helemaal niet met snelheden die zo hoog liggen. Met twee vingers in de lucht (nee, niet het welbekende peace-teken) minderde ik wederom mijn snelheid.
De omhooggevallen bestuurder van de Porsche had niets door en ging vrolijk verder met bumperkleven. Geschrokken reed ik door. De tank raakte door de hoge snelheden al vlug weer leeg en ik moest stoppen voor een refill. De tank volgegooid te hebben, kocht ik een flinke Cornetto en peuzelde deze (gelukkig met droog weer) op. Terwijl ik probeerde te multitasken en met een ijsje in de hand de Strom van de bok poogde te halen, gebeurde het omvermijdelijke en gleed het hoorntje uit de papieren verpakking recht op mijn zadel. Als een van de oude heren van de Muppets, mompelde ik chagrijnig iets over het ongeluk wat ik had terwijl ik met een zakdoek het zadel schoon wreef. Gelukkig was mijn ijsje nog intact en had ik deze kunnen redden dus knabbelde ik er op los. Na driekwart vond ik het genoeg en na een peukje stapte ik weer op.
De maximum snelheid op de snelweg daalde van 120 naar 100 naar 80 naar 60. Ik zag de wegwerkzaamheden voor me in volle gang en keek met afgrijzen naar het bordje waarop stond dat het de komende 10 kilometer zo was. Met een slakkengangetje kachelden we door de wegomleggingen totdat we na 10 kilomeyer eindelijk weer los mochten. Slechts 2 kilometer verder was het weer raak.
Over de volgende 70 kilometer heb ik in totaal zes keer wegwerkzaamheden van 10 kilometer lang gepasseerd. Dit irriteerd bij de tweede keer al, kan je nagaan! Geërgerd door het gebrek aan planning door de Duitse werklui jakkerde ik weer door en de temperatuur begon steeds verder te stijgen. Ik stopte na een aantal kilometer voor een peukje en ik besloot mijn wisseltruc weer uit te voeren. Met de hoodie aan sprong ik soepeltjes weer op de ros en startte ik het hart. De Autobahn werd breder en ik kon als ware motorrijder de verleiding niet weerstaan. Ik gooide de gashendel open en met een topsnelheid van 180km/h sjeesde ik over het lange asfalt. De auto’s kwamen mij alsnog met dik 100km/h verschil voorbij en ik had het enorm naar m’n zin! Met open helm zat ik te genieten van de snelheid.
Ik werd opgeschrikt door een enorme tik op mijn voorhoofd. Alsof er met 200 een kiezelsteentje tegen m’n kop werd aangegooid, verspreidde de pijn zich over mijn kneiter. Ik keek ik mijn spiegel en zag tot mijn schrik dat een onfortuinlijke wesp op het verkeerde moment op de verkeerde plek was. Het geplette karkas van het grote beest had door de wind gelukkig mijn huid alweer verlaten maar het diertje had een verassing voor me in petto. Toen ik de smerige troep van mijn voorhoofd afsmeerde schoot een scherpe pijn door m’n hoofd. Ik zag dat de (…….) nog genoeg tijd had gehad om zich om te draaien, want een kleine zwarte angel stook uit mijn huid. De flinke pijn maakte het er niet beter op maar ik kreeg het al rijdend, met handschoenen aan, voor elkaar om de angel te verwijderen. Aangezien ik het enigszins ongemakkelijk vind om op een parkeerplaats een random Hongaarse trucker te vragen om even aan m’n hoofd te zuigen besloot ik het hier maar bij te laten. De pijn verdween en ik tufte vrolijk door.
Ik ben geen fan van Duitsland. Waarom? Omdat ik na 20 kilometer over de Autobahn de smog als een soort foundation op mijn gezicht voel zitten. De tassen en vuilniszakken vol afval ontsieren de mooie natuur die naast de parkeerplaatsen ligt. De mensen kijken nors en spreken weinig Engels. Ik vind het gewoon een vies land om eerlijk te zijn. Van de omgeving genieten gaat niet, overal overtreffen de grote schoorstenen de bomen en staan de grote betonnen kantoorpanden voor de bossen. Nee, Duitsland is niet mijn ding. In ieder geval niet dit gedeelte!
Bij de zoveelste tankstop kreeg ik toch wat trek, aangezien het al over 5 was. Ik zocht wat te eten bij de pomp, maar helaas was ieder broodje kip of tonijn, bezaaid met een gruwelijke hoeveelheid groente. Ik houd daar niet zo van dus koos ik voor twee Bifi-worstjes, een pak Tuc, een pakje chocoladekoekjes en een gevulde koek. Na een klein half uur zat alles in de mik en stak ik een peukje op tot afwijzen van de lokale bevolking. Als een paria werd ik aangekeken en -gewezen. Niet wetende wat ik fout deed keek en wees ik gewoon terug. De oudere Duitse stellen waren door mijn spiegelende gedrag niet meer op het gemak en verlieten, tot mijn genoegen, de picknicktafel naast me.
De oudere heer opende de prullenbak om een papiertje te deponeren en uit de deksel kwam een immense lading wespen. In de prullenbak bleek een wespennest te zitten en als een ware plaag, zoemden de prikkers al snel bij iedereen de auto’s in. Ik besloot hem snel te smeren en ik zette de helm op de kneiter. Halsoverkop gaste ik het terrein af om bij de oprit te stoppen om een plan van aanpak samen te stellen. Ik besloot voor mijn laatste nacht een hotelletje te pakken en ik bekeek de meest realistische opties. Ik zag dat ik slecht 150km verwijderd was van de Nederlandse grens, vond het een mooie stunt om in 1 dag van topje Denemarken naar Nederland te rijden en ik boekte een hotel in Enschede. Met goede moed kleedde ik me wederom om i.v.m. de donkere wolken in de verte.
Niet veel later vielen de eerste druppels alsweer uit de lucht en kwam de Nederlandse grens in zicht. Alsof het de “Titanic” was ging ik staan en reed ik luid juichend met twee armen in de lucht de grens over. Trots draaide ik de afrit en reed ik de laatste kilometer voor vandaag door de buitenwijken van Enschede. Ik had het CongressHotel geboekt wat zich op de campus van de Universiteit bevindt. Om 20:00 precies kwam ik aan en checkte ik doodmoe in.
Ik kreeg het bericht dat de familie ook weer veilig was geland en begon om 21:45 uur met een gerust hart aan het typen van deze enorme blog. Nu ben ik werkelijk gesloopt en ga ik de douche opzoeken.
Vandaag heb ik mijn record verbroken en een gigantische kilometerstand van: 845.8 kilometer bij elkaar gereden in slechts 10 en een half uur. Ik heb de Strom weggezet met een triptellerstand van maar liefst:
8882.7 kilometer.
Morgen pak ik de laatsfte kilometers naar huis op het gemakje. Ik kom om 16:00 uur aan op verzorgingsplaats Peulwijk Oost (waar ik ook vertrokken ben) langs de A4 ter hoogte van Den Hoorn. Hier zullen vertegenwoordigers van Fonds Gezond Geboren aanwezig zijn en zal ik even bijpraten met aanwezigen. Iedereen is van harte welkom om even gezellig een babbeltje te komen maken!!!!
Ik ben op, lieve mensen. Welterusten en een prachtige dag toegewenst morgen!
All for you lovely Fay
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

LAST BLOG dag 29:
11-08-2015:
Here we go! I did it my way! Wat een finale……………
Beste mensen, dit wordt een lange… Ga er lekker voor zitten. We did it!
Goedemorgen lieve Facebookvrienden en -vriendinnen! Wat een lekker bedje zeg, had moeite met het verlaten van het zachte matras. Om 08:30 uur werd ik heerlijk uitgerust wakker en bleef ik nog even lekker liggen. Om 09:00 uur was het wel weer genoeg geweest en stapte ik vol goede moed het bed uit voor de laatste dag van de ‪#‎Ride4Fay‬‬. Vlot had ik de troepjes bij elkaar geraapt en liep ik naar beneden om uit te checken. Met een hoop meuk in de handen liep ik naar buiten waar mijn oersterke ros trots stond te wachten tot het moment dat ze weer kon brullen. Aangezien ik zeeën van tijd had flapte ik op het dooie gemakje mijn ontbijtje. Met het peukje tussen de lippen zette ik de tanktas vast en met het moment dat ik de helm pakte veranderde mijn ochtend.
Met de ochtendzon op de achtergrond kwamen om de hoek gelopen, twee van mijn allerbeste maatjes. Ik moest twee keer kijken maar toch besefte ik me dat de Meet My Bike hoodies geen fata morgana waren. Voor de tweede keer werd ik op de meest onverwachte manier opgevangen voor de laatste loodjes. Ik slikte wederom een traantje weg toen ik de mannen een dikke knuffel gaf. De helm gooide ik weer terug terwijl ik door mijn inofficiële familieleden werd meegesleurd de parkeerplaats op. Alsof ik in een droom was beland sprong achter de geparkeerde auto’s en bosjes, mijn tweede familie vandaan. Mijn ongeloof heerste terwijl ik mijn beste vrienden overal vandaan zag komen. Omhelzingen vlogen in het rond en ik wist wederom niet wat mij overkwam. De absolute toppers van Meet My Bike stonden in een halve cirkel voor me en nog steeds in een roes, bedankte ik de dames en heren vanuit de grond van mijn hart en ziel. Met kleine oogjes van de vermoeidheid praatten we de oren van elkaars kop af en was de liefde voelbaar. Nadat ik ook nog een kaartje van één van de superhelden kreeg, liep ik terug naar de Strom die nog zielig in een hoekje stond te wachten. Terwijl de rest de verstopte motoren tevoorschijn haalde, zette ik de Strom bij haar beste vriendjes en vriendinnetjes. De receptioniste was zo vriendelijk om een paar foto’s van ons te maken en we kwebbelden wat af. Omdat we toch een keer moesten gaan rijden, stapten we om 10:00 uur exact op de stalen werkpaardjes en zetten we koers naar Amsterdam.
Waarom Amsterdam? Afgelopen zondag heeft één van de kanjers van MMB (Meet My Bike) helaas een zwaar ongeval gehad. Gehavend ligt hij in het AMC en toen ik gisteren hoorde, besloot ik direct contact op te nemen met hem en te vragen of er bezoeksmogelijkheden en -behoefte was. Gelukkig kreeg ik groen licht en besloot ik om vandaag langs te gaan. Onverwachts stond er ineens 9 man voor m’n neus en twijfelde ik over het bezoek (wat buiten bezoekuren gelukkig voor deze keer toegestaan was). Ik belde onze gehavende held en vertelde over het comité wat brullend achter me stond. Hij was natuurlijk allang op de hoogte en zou regelen dat we langs konden komen.
Trots als een schizofrene pauw stapte ik met een sierlijke zwaai van het rechterbeen in het zadel en mocht het beestje meebrullen met de rest van de meute. Met een glimlach van oor tot oor mocht ik voorop de stoet de trip beginnen en als een apetrotse RoadCaptain reden we het eerste pompstation binnen. Iedereen had de tankjes gevuld en we startten met de rit naar de hoofdstad van ons prachtige kikkerlandje.
Na een kleine 100 kilometer stopten we voor een welverdiende pauze en een lekker peukje. We hadden een lol van hier tot Pluto en terug en liepen lekker als vanouds te dollen met elkaar. Velen foto’s en selfies verder zag ik Stephan geïntrigeerd op z’n knieën zijn voorband inspecteren en uiteraard moest ik hier even misbruik van maken. Schaterlachend kroop ik op z’n nek en brak ik bijna z’n rug waarna we over de grond rolden van het lachen.
Na nog wat dollen besloten we maar door te kachelen naar Amsterdam waar onze vriend lag te wachten. Met een lekker tempo’tje jakkerden we over de heerlijke Nederlandse snelwegen en genoot ik van het zo gemiste beeld van maatjes in mijn spiegels. De bordjes Amsterdam kwamen steeds vaker voorbij en al snel mochten we de afslag op. Met het AMC in het vizier draaiden we luid brommend het terrein van het ziekenhuis op waar de verveelde medewerkers, patienten en bezoekers afkeurend keken hoe we de motoren op het parkeerterrein een plekje gaven. Na een peukje strompelden we het enorme pand in op zoek naar G5 Noord. Lui met de lift klommen we naar de etage waar we moesten zijn en kwam het bordje met het kamernummer in zicht. Voorzichtig klopten we op de deur en keken we om het hoekje waar de topper in de stoel met de zuster aan het bakkeleien was. We mochten door en de zuster keek verbaasd naar het aantal mensen wat ineens de dubbele kamer in kwam. Met gemengde gevoelens begroetten we onze vriend en namen we plaats om even lekker te babbelen. De zuster draaide gelukkig de stoel om zodat we vol van elkaars aanwezigheid konden genieten. We kwebbelden er lekker op los en herinneringen werden opgehaald. De foto’s en filmpjes van het ongeval schokten mij en de toedracht werd me haarfijn uitgelegd. Ik ga hier niet te diep op in.
Anderhalf uur hebben we met elkaar gelachen, gebabbeld en foto’s gemaakt. Mijn buik vroeg al rommelend om een ontbijt en ondertussen was het alweer dik 14:15 uur. De ontdekking dat mijn sleutels weg waren schokte mij en naarstig ging ik op zoek naar mijn bos. Zonder succes zocht ik de kamer af, hoopte ik dat de sleutels nog in het contact van de Strom zaten en liep ik naar beneden. De rest volgde op een afstandje en nadat de nodige sanitaire stops weer hadden plaatsgevonden stonden we met z’n allen weer buiten. Godzijdank had ik met mijn snuggere kop mijn sleutels in het contact laten zitten en zaten dezen er nog in! Dankbaar stak in een nelletje op waarna we luid brullend het gedeeltelijk overdekte parkeerterrein afreden. Op naar huis!
*Beste vriend. Ik wil je bij deze nogmaals ongelooflijk veel sterkte wensen. Alle liefde en kracht voor je en keep your head up! We staan 100% achter je en 24/7 voor je klaar! Keep your heart strong brother!*
De rustige wegen van de afgelopen maand hadden ondertussen langzaam aan plaats gemaakt voor de ontzettend drukke snelwegen. De chaotische A4 doken we al snel op en in de heerlijke baksteen-formatie reden we mijn stadje tegemoet. Met flinke trek en tijd over besloten we toch nog maar even wat tijd te reserveren voor een hapje eten. De bordjes Den Haag werden frequenter en ik slaakte een zucht van opluchting toen ik het bord “Delft” zag. Blij dat ik weer op bekend terrein reed draaiden we de afslag Delft Noord af en stopten we bij de McDonald’s. Aangezien ik ruim 4 weken geen bekende vette hap heb gezien kon ik niet wachten tot ik mijn (half kapotte) tanden in een lekkere McKroket kon zetten. Overenthousiast stapte ik de zaak binnen om mijn veel te grote bestelling te plaatsen via het PINsysteem. Verbaasd keek ik op toen ik een oude schoolvriend in de rij zag staan en na een gezellig praatje was mijn bestelling gereed.
Buiten genoot ik van de heerlijke burgers, patatjes, milkshake en de aanwezigheid van de toppers. Het lekkere ontbijt gaf mij de energie voor het laatste handjevol kilometers en na een snel sigaretje stapten we op. Het plan was gemaakt en we draaiden bij afslag Delft Zuid de A13 af om met een lekker tempo over de Kruithuisweg te jakkeren. Mijn adrenaline begon met iedere kilometer harder te stromen en in extase kwam de afslag in zicht.
In de verte zag ik de familie en vrienden al staan en luid brullend werd ik om 16:00 uur door mijn maatjes begeleidt het parkeerterrein op. In een trance reed ik tussen de fotografen, tevens vrienden, door om onder het geklik van de sluiters de motoren nog even te laten horen. De oppaskinderen van moeders stonden met glazige ogen de handen over de oren te houden en ik draaide van geluk een klein rondje van de zaak waarna ik papa even een dikke knuffel gaf. Ik zette de motor neer en begroette alle kanjers die naar het terrein waren gekomen om mij welkom te heten. Van heinde en verre waren de geweldige mensen gekomen om mij te ontvangen in mijn thuisstad! De omhelzingen vlogen voor de zoveelste keer in het rond en de kinders vonden hun plekje op het zadel van de Strom.
Vol geluk zag ik de geweldige mensen weer die ik zo had gemist. De jongens waren heerlijk aan het ravotten op en rond de motor en al genietend van hun klauterkunsten babbelden we met elkaar. Eindelijk was het moment gekomen, de #Ride4Fay was bijna ten einde. Vele foto’s (waarvoor enorme dank) werden er genomen en ik kon mijn geluk niet op. Langzaam kwam de realisatie dat dit het langverwachte moment was en dat het niet beter kon worden als dit. Ik plaagde de knullen met het knopje om de motor te starten en na een tijdje was Luuk zijn angst voor het per ongeluk wegrijden kwijt. Met z’n handen over de oren, een brede lach op zijn gezicht en de helm op de kop wist hij met z’n voet het gas open te draaien en zat hij schaterlachend te trillen op het zachte zadel. De toerenbegrenzer draaide overuren en ik moest meerdere malen zijn been weghalen om een ontplofte motor te voorkomen. Met de grootste lol ravotten we met elkaar en was iedereen lekker z’n dingetje aan het doen. De pionnen van de rijscholen stonden al klaar en ik besloot om samen met Steven eens de proef op de som te nemen en met volle bepakking te gaan slalommen. In het T-shirtje stapte ik vrolijk op het beest en begonnen we met de eerste uitwijkoefening. Verbaasd over de souplesse van het zware monster zwabberde ze sierlijk tussen de kleine oranje pionnetjes in. Met het gas vol open trok ik bijzonderenswaardig de Strom even kort op het achterwiel waarna ik brullend van genot het gas weer wat terugnam. Bij het zoveelste rondje werd er naar me gefloten en zag ik Niek, de voorzitter van Fonds Gezond Geboren, lachend zijn auto uitstappen. Na wat tegenslagen en files was ik ontzettend blij dat hij het gered had en reed ik met een grote glimlach de mensen tegemoet.
Met een ferme handdruk en een grote glimlach werd ik welkom thuis geheten en zette ik de Strom op de bok. De knullen zaten binnen de kortste keren weer op het zadel terwijl ik even bijpraatte met Niek. Gezellig namen we de laatste dingetjes door waarna we even wat foto’s namen van het logo van de Ride4Fay en het logo van Fonds Gezond Geboren, die op de auto stond. De hele groep werd vastgelegd en apetrots stond ik ertussen te glunderen. Dankbaar voor het fantastische ontvangst begroette ik één voor één de toppers waarna zij het ruime sop kozen en al zwaaiend de A4 weer op draaiden.
Ik bleef met mijn ouders, de knullen en mijn allerbeste vriendin over en we besloten de reis af te sluiten door achter elkaar aan naar huis te rijden. Ik volgde de sticker van de Ride4Fay die op de achterruit geplakt zat, de laatste kilometers naar huis. Met in het vooruitzicht de knuffels van de katten, de geur van het thuis, het heerlijke maal en het zitten op de bank tikten de laatste meters weg en draaiden we de straat in. De heerlijke klinkers verwelkomden het rubber van mijn banden en ik parkeerde de trouwe Strom op haar vertrouwde, lege plekje. Het moment was daar. Voor de laatste keer draaide ik de sleutel om, zette ik de Strom op de jiffy en gaf ik haar een knuffel en klopje op de tank. Ik pakte mijn sleutels en stak de huissleutel in het slot van de voordeur. 6 halve draaien later voelde ik de deur open zwaaien en zette ik de voet op de mat. De heerlijk vertrouwde geur kwam mij tegemoet en dolblij stapte ik de hal in. Ik besloot eerst maar eens de gemiste beesten te omarmen en liep stap voor stap de tredes van de trap op. De deur nog niet geopend te hebben, hoorde ik de katten al miauwen en ik draaide aan de klink. Ik wandelde het laminaat van de huiskamer op en nam plaats op de stoel waarna de nieuwsgierige kitties om me heen draaiden. Na een paar minuutjes knuffelen met de beestjes moest de Strom nog even ontmanteld worden en liep ik voldaan weer naar beneden. Een foto van de kilometerstand was de laatste van deze reis en met een dubbel gevoel herstelde ik de tripteller naar 0.
Spanbandje voor spanbandje ontdeed ik het monster van haar bepakking en zette ik alles op de grond. Vlot was de eerst zo zware en brede Strom getranformeerd in een smalle, smerige motorfiets. Met de lieve buren die gedag kwamen zeggen en een gezellige babbel met onze lieve vriendin, sjouwden we de tassen en koffers naar boven waar ik uitgeput op de bank in elkaar stortte. Paps was al begonnen aan de langverwachte maaltijd en de geur van kippenpoten, bloemkool en aardappeltjes dreven mijn neus langs terwijl ik volop genoot van de katten, die een vlieg gevonden hadden en dus panisch achter het arme ding aanrenden. Samen met mijn lieve beste vriendin rookte ik een nel op het balkonnetje waarna ik een glas heerlijk Hollandse melk tot mij nam. De tafel was gedekt en ik ging op mijn plekje zitten waar ik met smart wachtte op mijn lievelingskostje. Ik zag de pannen richting de tafel gaan en vol euforie schepte ik mijn bord vol.
Na een toost begonnen we aan de heerlijke maaltijd en al snel was mijn maag gevuld. Nagenietend haalden we wat herinneringen op en bespraken we de leukste dingen van de reis. Na een peukje besloot ik alvast de was naar boven te brengen en, nadat ik de roltassen in de badkamer had gedeponeerd, draaide ik de deurkrik van m’n kamer naar beneden. Geschrokken liep ik een volledig getransformeerde kamer in. De muren waren witter als ooit en het geweldige spandoek hing, alsof het zo hoorde, op het precies passende plekje. Ik draaide me om en spotte een muur vol foto’s van de reis en een kastje met daarop een nieuwe lamp, gave beeldjes en een foto van mij met oma. Volledig verbouwereerd keek ik rond in de opgeknapte kamer en stond ik 10 minuten met een brok in de keel te kijken naar de fantastische verzameling foto’s. Het digitale fotolijstje op de kachel toonde de vele foto’s die ik gedeeld heb en het nieuwe dekbedovertrek trok mij aan als een wesp op honing. Het aantrekkingsvermogen van het bed wist ik te overwinnen en ik kleedde me om.
Eenmaal beneden aangekomen omhelsde ik dankbaar mijn fantastische ouders en begon ik spullen te rapen. De telefoon was ondertussen ontploft van alle lieve berichtjes dus ik nam even tijd het één en ander te lezen en beantwoorden. Nadat ik dit gedaan had kwam ik mijn afspraak na en belde ik Stephan op. Nog voordat ik had opgehangen was hij al op de motor gesprongen en was hij onderweg naar mij. We hadden afgesproken de dag af te sluiten met de lang verwachte en zwaar verdiende poetsbeurt van de Strom. Binnen een paar minuten hoorde ik het gebrul van de ’98 R1 en stond meneer voor me. Trots liet ik de kamer zien waarna we richting wasboxen vertrokken.
Vele pogingen om geld te wisselen later konden we eindelijk richting Tanthof waar ik de motor in de box zette. Twee van mijn beste maten stonden me op te wachten en na een omhelzing babbelden we over de reis. Het moment was daar en ik schoof het eerste muntje in de automaat. De spuitmond begon te sproeien en ik richtte naar de neus van de smerige Strom. Na een half uurtje poetsen was exact de helft van de motor schoon “achtig” en maakte ik wat foto’s van de verschillen. Ondertussen kwam ook een andere vriend aan en wederom vlogen de omhelzingen en het vrolijke gepraat in het rond. Hierna spoot ik ook de andere helft schoon en was het ondertussen al donker geworden. Uitgeput van een lange drukke dag besloot ik het poetsen maar even voor later te bewaren en ging ik lekker even zitten op één van de picknickbankjes. Met Stoof babbelde ik er lekker op los en al snel was het 22:30 uur.
Beiden gesloopt van de lange dag sprongen we op de motoren en reden we luid brullend richting het huis van Stoof. Over de A4 reed ik het beest droog en al snel kwamen we aan in Rijswijk. Onder het genot van cola’tje en een waterpijp keken we naar Dumb and Dumber. We verhuisden naar het balkon waar ik uiteraard door de stoel zakte! Luidkeels lachten we de hele flat bij elkaar en bleef ik lekker zitten op de half verzakte stoel.
Nu is het klaar. Tientallen uren typen. Vele verassingen. 4 weken rijden.
Maanden voorbereiden. 9125.5 kilometers vol tegenslagen, regen, kou, afzien, eenzaamheid, doch genot, geluk, euforie, trots, mazzel en liefde.
Ik ben dolblij dat ik zonder grote defecten en tegenslagen de reis heb kunnen volbrengen. Ik ben zo verschrikkelijk dankbaar voor alle steun en liefde die ik ontvangen heb!
Ik ben apetrots op de prestatie, de Strom en de donaties. Ik ben uitgeput, kijk uit naar mijn warme bedje. Iedere kilometer was het waard, iedere druppel neem ik voor lief. En voor de laatste keer mag ik zeggen:
ALL FOR YOU LOVELY FAY
Gebruikersavatar
Stroompje
Forum-moderator - DL1000 berijder
Berichten: 5093
Lid geworden op: vr 27-08-2004, 14:37
Mijn motor is een: Suzuki V-Strom 1050 XT (M1-2021)
Woonplaats: Lunteren.

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door Stroompje »

woooow wat een lap tekst.....die bewaar ik ff voor later :duim: Nu de foto´s nog voor de plaatjes kijkers :schater:
edit: ooooh die staan op FB :mrgreen:
Greetings, Heleen. :arrow: Smiling all the way :-)}
Gebruikersavatar
Eikie
EX- V-Strom berijder
Berichten: 7810
Lid geworden op: zo 25-11-2012, 23:12
Mijn motor is een: Honda CRF1000A dè Africa Twin
Woonplaats: Oud Beijerland

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door Eikie »

Daar ga ik op een regenachtige dag eens lekker voor zitten. Noorwegen, in één woord geweldig.
Groeten, René
It was only when I bought a motorbike that I found out that adrenaline is brown.
V-Strom 2011 DL650A GS Honda CRF1000A dè Africa Twin
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

Stroompje schreef:woooow wat een lap tekst.....die bewaar ik ff voor later :duim: Nu de foto´s nog voor de plaatjes kijkers :schater:
edit: ooooh die staan op FB :mrgreen:
hahaha jaja, zijn aardig wat woordjes! Foto's staan inderdaad op Facebook. Helaas niet handig genoeg om te plaatsen en daarbuiten zijn het er zo'n 450 stuks :D :D
VstromPowerrr

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door VstromPowerrr »

Eikie schreef:Daar ga ik op een regenachtige dag eens lekker voor zitten. Noorwegen, in één woord geweldig.
Daar zijn de regenachtige dagen voor! Werkelijk adembenemend, niet normaal! :D
Gebruikersavatar
Emile
DL1000 berijder
Berichten: 518
Lid geworden op: zo 01-02-2015, 19:17
Mijn motor is een: V-Strom 1050 XT
Woonplaats: Utrecht
Contacteer:

Re: Ride4Fay, 4 weken, 9125.5km, solo door Noorwegen

Bericht door Emile »

Jammer dat de youtube video het niet meer doet (copyright claim door de gebruikte muziek).

Is de video nog ergens te zien?

Tip: Je kan op Youtube checken op de titel van een nummer of je deze mag gebruiken zonder restricties.
Mijn motorroutes, video's en andere nuttige info: http://www.bumabuma.nl/motor
Plaats reactie