Roadtrip Australië januari 2014

Plaats hier uw reisverslagen...
Plaats reactie
Gebruikersavatar
PDvD
DL1000 berijder
Berichten: 1476
Lid geworden op: wo 25-11-2009, 14:35
Mijn motor is een: Suzuki DL 1000 V-Strom
Woonplaats: Oosterhout (NB)
Contacteer:

Roadtrip Australië januari 2014

Bericht door PDvD »

Niet met de Strom... grotendeels met de auto en slechts 4 dagen op een BMW F800 GS, maar denk wel de moeite waard om hier mijn ervaring te delen....

Roadtrip Australia 2013-2014

Australië, nooit gedacht dat ik er zou komen maar toch vloog ik er heen. Voor iemand die nog nooit buiten Europa was geweest was de vlucht erheen behoorlijk dodelijk. Op Schiphol begon de ellende al doordat mijn Visum niet goed in het systeem stond. Ik was ruim van te voren aanwezig dus dat visum moest even opnieuw geregeld worden bij de British Airways balie en daar bleek dat een Nul en een letter O omgewisseld waren in mijn paspoortnummer. De reis verliep, ondanks het domme klapvee bij de landing, verder geheel perfect. Slapen deed ik niet dus de brakheid bij aankomst was ruimschoots aanwezig.

Voor onze roadtrip zou beginnen verbleef ik eerst anderhalve week bij Richard en Melissa thuis in Sydney, waar ook Chantal zijn zus verbleef. We vierden kerstmis thuis en Boxing day met Australische BBQ bij een collega van Melissa. BBQ will never be the same!!! Zelden zag ik zulke bergen vlees op 1 BBQ verdwijnen. We bezochten het centrum van Sydney met het Opera House, de Apple store en de Botanische tuinen. We brachten een bezoekje aan Taronga Zoo vanwaar je een schitterend uitzicht over de stad hebt. Daarnaast zie je hier de beesten die in Australië in leven, en meer, ook alvast een keer in gevangenschap. De meesten kom je echter niet (levend) tegen in het wild, maar liggen lekker langs de kant van de weg te slapen. Ook bezochten we het natuurgebied “Blue Mountains” welke zo heten omdat er boven dit woud een lichtblauwe damp hangt van de vele eucalyptus bomen die er staan. De 3 bekende stenen “Three Sisters” werden door alles en iedereen op de foto gezet. De Chinezen die hun hele vakantie vastleggen met de iPad waren hier ook ruimschoots vertegenwoordigd.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Het kerstcadeautje van Melissa was een surfles op Cronula Beach. Oftewel het beste kerstcadeau dat ik ooit gehad heb! Natuurlijk ging het voor geen meter en was ik al blij als ik 5 seconden kon blijven staan. Het had erg veel weg van leren snowboarden wat in het begin ook nooit lukt. Maar gaaf, en voor herhaling vatbaar was het zeer zeker!

Afbeelding

Oudjaar in Sydney kun je op diverse plaatsen vieren maar 1 plek is de beste. En laten wij hier nou net eens kaartjes voor hebben. Om 4 uur ’s middags pakten we de trein naar het centrum van Sydney. Daar aangekomen heerste er al een gezonde spanning in de stad. Alleen met kaartjes kon je bepaalde zones in. Het “klootjesvolk” lag vanaf 7 uur ‘s ochtends op straat, mocht geen alcohol drinken en kon niet naar het toilet. Voor ons was er een pad tussen de mensenmenigte afgezet met hekken zodat wij vrolijk naar de Opera bar, onder het Opera House, konden lopen. Daar aangekomen was het toch nog even wachten eer we naar binnen konden en bij binnenkomst hadden we snel een tafeltje veroverd. Dat de biertjes 9 dollar per stuk kosten dat boeide niet zo. We stonden op de beste locatie waar je op dat moment ook maar ter wereld kon staan. De biertjes, en de hapjes gingen er goed in en om 12 uur waren we ooggetuige van de mooiste vuurwerkshow ter wereld. Aan alles komt een eind en zat en gelukkig reden we met de trein weer terug naar huis.

Afbeelding


2 januari 2014 – Roadtrip dag 1

De Mazda BT50 3.2 TD 4WD welke omgedoopt was in de “I don’t give a Fuck Truck” werd ingeladen voor de roadtrip. De eerste 2 dagen van onze trip zouden we hiermee naar Melbourne rijden. De routes had ik thuis in Nederland al goed voorbereid en in mijn Garmin gezet.

Na het verlaten van de drukte van Sydney reden we bijna gelijk een regenwoud in. Rondom de auto gonsde het van de Cigalles (zo heten die beesten in Frankrijk en ik zou niet weten hoe je ze in andere talen noemt). We stopten de auto om wat kiekjes te maken. Echter bij het openen van de deuren van de auto bleek hoe erg de herrie echt was die de beestjes maakten. Dit deed gewoon zeer aan mijn oren!

Afbeelding

Afbeelding

Eindelijk waren we bij de oceaan aangekomen en het uitzicht was geweldig mooi. In de verte zagen we de Grand Pacific Drive liggen welke we zouden gaan rijden. Dit is een soort van brug langs de rotskust welke in de oceaan is gelegd. We maakten een kleine wandeling bovenlangs de kliffen en zagen nu eindelijk de herrieschoppers goed zitten in de bomen. Het aantal Cigalles was gelukkig iets minder dan in het regenwoud zelf, maar nog steeds waren ze in grote getalen aanwezig.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Na de Grand Pacific Drive zag Richard een bordje Jervis Bay staan. Een National park wat ik, aangezien het doodlopend was, niet opgenomen had in de route. Dit scheen toch wel de moeite waard te zijn en we weken dus af van de route om dit National Park te bezoeken. Na de gebruikelijke entree betaald te hebben reden we de weg door het park af naar Murray Beach. Dit was echt zo’n idyllisch strandje zoals je alleen in films ziet. Natuurlijk werden we gelijk in het Nederlands aangesproken door een meisje wat als Au Pair gewerkt had. Na ons bezoekje aan Murray Beach reden we door naar de ruïne van de oude vuurtoren. Oud is maar relatief aangezien het land nog geen 250 jaar geleden ontdekt is. De ruïne bleek te zijn ontstaan omdat men zelf de oude vuurtoren had neergehaald en de stenen had laten liggen. Dit was gebeurd omdat de vuurtoren voor de scheepvaart op de verkeerde plek was gebouwd. De nieuwe vuurtoren stond een paar kilometer verderop langs de kust en omdat 2 vuurtorens erg verwarrend zouden zijn hadden ze deze maar afgebroken en de restanten laten liggen. We reden terug door het park en zowaar zagen we daar dan levende kangoeroes langs de weg zitten. Het aantal kadavers dat we gezien hadden langs de weg was al niet telbaar meer dus twee levende exemplaren, en nog langs de weg ook, dat was uniek.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Na het verlaten van het park reden we terug naar de Princess Highway welke geheel door zou lopen tot aan Melbourne. In een klein stadje stopten we bij de lokale bakker om daar een Australian Pie te kopen. Dit is een soort van dicht pasteibroodje wat gevuld is met warm vlees. In de bakkerij werd ons gelijk in het Nederlands verteld welke het lekkerste was. Dan ben je aan de andere kant van de wereld en dan kom je de ene Nederlander na de ander tegen. Ach, geef ze eens ongelijk want alles wat ik tot nu toe van Australië gezien had was echt schitterend.

We vervolgden onze weg door honderden kilometers regenwoud, het Biamanga National Park en het Bournda National Park en kwamen aan het eind van de middag in het kustplaatsje Eden aan. Hier hadden we een hotel besproken dat ook gelijk als lokale kroeg/restaurant fungeerde. De kamer stelde niet veel voor, maar de kosten waren dan ook zo goed als nihil. Na de nodige Carlton Draught’s en een lekker stukje lamsvlees was het tijd te gaan slapen.


3 januari 2014 – Roadtrip dag 2

Een ontbijt konden we niet krijgen in het hotel. Aan de overkant van de straat zat echter een coffeeshop waar we een flinke emmer koffie en een Blueberrie Muffin scoorden. Hier konden we de komende uren wel op teren. We vervolgden de Princess Highway weer door honderden kilometers regenwoud. De honger begon langzaamaan te komen dus toen we eindelijk een tentje zagen wat zoals gebruikelijk hier tegelijk fungeerde als restaurant, lokale kroeg en supermarkt werd de “I don’t give a fuck truck” aan de kant gezet zodat we wat te eten konden scoren met een kop koffie. Ook hier verkochten ze Australian Pie’s welke ik dus nam. Deze dingen zijn echt heerlijk! Boven de stellingkast welke de lokale supermarkt moest voorstellen hing een groot bord “Dutch and Australian Groceries” met daarnaast een foto van een kangoeroe op klompen.

Afbeelding

Afbeelding

We vervolgden de weg naar Melbourne. Het hotel, wat midden in het centrum gelegen was, was snel gevonden. Na de spullen op de kamer gedumpt te hebben belde Yoni, het broertje van mijn schoonzusje, of we er al waren. Ja dus. Hij was al een paar maanden aan het backpacken in Australië en nu we toch op dezelfde plek waren konden we net zo goed een biertje gaan doen.
Richard en ik wandelden onder de wolkenkrabbers van Melbourne door naar Flinders Hostel waar Yoni zou verblijven. Daar aangekomen bleek er in het hostel een bar te zitten met terras. Een terras is iets wat ze eigenlijk niet kennen in deze grote stad. Erg leuk om dus buiten biertjes te drinken met uitzicht op de straat. Tussen de biertjes door nuttigden we een burrito bij de naastgelegen Mexicaanse fastfoodketen. We wandelden met z’n drietjes naar een andere bar om daar met enkele vriendinnen van Yoni verder door te gaan met biertjes drinken. We wensten Yoni nog een fijne avond en een fijne vakantie en daarna reden we met de taxi terug naar ons hotel. Om half 2 ’s nachts doken we eindelijk onze bedjes in.

4 januari 2014 – Roadtrip dag 3

Ook in dit hotel hadden we geen ontbijt gereserveerd. Het zou vast mogelijk geweest zijn maar geen van ons beiden heeft ’s ochtends behoefte aan een zware maaltijd. Daarnaast waren we nog lichtelijk brakjes van de vele biertjes de avond ervoor. De “I don’t give a fuck truck” stond onder het hotel in de parkeergarage dus we konden gelijk vertrekken. Deze keer was onze eindbestemming het vliegveld van Melbourne. Daar was motorverhuurbedrijf “Offtrack Motorcycles Rentals” gevestigd. Hier had Richard 2 exemplaren van de BMW F800 GS geregeld. Dit was het enige motorverhuurbedrijf dat het toestond om op gravelwegen en verder offroad te gaan met de motoren. Alle andere motorverhuurbedrijven stonden slechts toe dat slechts 1% van de rit onverhard mocht zijn. De keuze voor dit verhuurbedrijf was dus niet zo moeilijk.

Afbeelding

Mijn Zumo had de geest gegeven maar gelukkig had Richard op 1 van de GS’en een Zumo 350 geregeld waar ik al een geheugenkaartje met routes voor geprepareerd had. Onze bagage tasten we over in de koffers, fatsoenlijke stalen bovenladers, die aan de motoren hingen. De “I don’t give a fuck truck” kreeg 4 dagen rust in de parkeergarage van het vliegveld.

De eigenaar van het verhuurbedrijf was echt een motorgek. Hij vertelde ons dat de F800GS een goede keus was geweest om te huren. Met deze kon je, volgens hem, namelijk offroad veel beter springen dan met de R1200GS die hij ook had staan. De motoren waren beiden exemplaren van februari 2013 met net 6000 kilometer op de teller. Na een kleine uitleg over alle opties die op deze BMW’s zaten (Tractie control, ABS, elektrisch instelbare vering, handvatverwarming) konden we dan eindelijk vertrekken. Het links rijden ging bij mij gelijk goed en aan de BMW was ik zo gewend. Alleen heel snel had ik al een houten kont, dit ondanks dat ik toch wel degelijk de schop onder mijn kont mistte die ik op mijn Strom kreeg bij het opendraaien van de gaskraan. Net voorbij Melbourne stopten we even bij een Mac Donalds om een ontbijtje naar binnen te werken zodat we toch weer iets in onze maag hadden.

Met een redelijk gevulde maag reden we verder over de snelweg. Dit was het saaie gedeelte van de
route die ik voor vandaag gepland had staan. We moesten immers eerst om Melbourne en alle omliggende steden heen rijden eer wij bij het geplande hoogtepunt van de dag uit zouden komen: De Great Ocean Road. Deze weg scheen zo mooi en bochtig te zijn dat je ‘m als motorrijder wel gereden moest hebben. Echter het begin van de weg tot aan Torquay was 1 grote file. Gelukkig was de “I don’t give a fuck truck” omgeruild voor stel BMW’s en dus konden we de file netjes passeren. Wel extra oppassen want in Australië krijgen mensen nog rijles van hun ouders en krijg je je rijbewijs bij wijze van spreken nog bij een pakje boter. Daarnaast rijdt bijna iedereen er in een auto met een V8 mèt spoiler, en dan meestal ook nog eens in een foute sportief ogende kleur.

Na de drukte bij Torquai zagen we het Split Point Lighthouse staan. Een voor Australische begrippen oude vuurtoren uit 1891! Van hieruit hadden we ons eerste uitzicht over de Atlantische kust langs de Great Ocean Road. En ja nu al was dit het mooiste stuk kustlijn wat ik ooit gezien had.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

We vervolgden onze route langs de Great Ocean Road. Doordat het vakantieseizoen was in Australië, wat daar dus gekoppeld is aan kerst en oud en nieuw, was het erg druk op de weg. Hard doorrijden zat er dus niet in, maar dat was ook niet nodig omdat de uitzichten over de kust zo mooi waren dat we die ook wilde bekijken.

In Kennet River zouden wilde koala’s in de bomen zitten. En bij het inrijden van het straatje waar enkele Gum trees stonden rook je ze al. Ik zag water uit een boom omlaag komen, echter het was geen water maar een koala die zat te pissen. Deze beesten hangen de hele dag een beetje lamlendig, en verdoofd van het kauwen op de verdovende stoffen uit de bladeren, in de bomen. Ze slapen de hele dag en worden af en toe wakker om hun ontlasting te laten lopen. Het rook er dus erg lekker, maar we hadden deze beestjes in het wild gespot. Dat kon ook weer afgevinkt worden van het lijstje.

Afbeelding

Afbeelding

In Appolo bay stopten we om een pizza, welke veel te groot bleek te zijn, naar binnen te werken als zijnde lunch. Appolo bay was verder een normaal Australisch toeristisch kustplaatsje waar weinig spannends te zien viel.

Na Appolo Bay reden we het Great Otway National Park in. Dit was ook nog steeds Great Ocean Road, echter een stuk wat door een regenwoud heen liep. Op het moment dat ik een foto wilde maken begon het dat dus ook te doen… regenen. De temperatuur schoot omlaag en ik was blij met de handvatverwarming op de BMW. De binnenvoering van mijn zomerse doorwaaipak had ik thuis (in Nederland) gelaten, het zou immers zomer zijn in Australië, en binnen de kortste keren was ik geheel doorweekt. Na een erg fris ritje begon het flink te waaien. Ondanks dat dit ook weer voor redelijk wat afkoeling zorgde, droogde mijn pak hier wel weer door op.

Afbeelding

Een van de hoogtepunten aan de Great Ocean Road zijn de 12 Apostles. Dit zijn negen (want een is er al ingestort, en 12 omdat Jezus er schijnbaar wel 12 had… lekker logisch) rotsen van kalkzandsteen in de oceaan voor de kust. Bij de eerste van de 12 Apostles, verruilde ik mijn natte shirtjes voor enkele droge exemplaren wat het rijden een stuk aangenamer diende te maken. De rotsformaties waren echt geweldig mooi zo voor de kustlijn. Een erg toeristisch punt, maar zeker de moeite waard, wat dus ook weer Chinezen met iPads aantrok.

Afbeelding

Afbeelding

Natuurlijk begon het na het wegrijden van de parking bij de 12 Apostles weer te regenen en mijn droge shirtjes waren weer nat. Het was gelukkig nog maar 75 kilometer tot aan volgende stop in Warnambool waar we op zouden kunnen warmen.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=EfiFJHCb1FU[/youtubehd]

Het overnachtingsadres bleek een echt backpackers hostel. De gemiddelde backpacker in dit hostel had veel weg van de koala’s die we onderweg tegen waren gekomen: lui, lamlendig, passief om over de geur maar niet te spreken. In de algemene ruimte meurde het naar goedkope curry. Gelukkig was het er wel warm en was het bier wat er verkocht werd koud! Toen we vroegen waar een restaurantje was werden we al vreemd aangekeken. De meeste bezoekers hier leefden schijnbaar met het budget van 50 cent per dag voor voedsel dus wij vielen gelijk uit de toom. Na een korte wandeling door Warnambool kwamen we aan bij een snackbarretje waar we een Burger with a LOT namen. Oftewel een grote hamburger met veel meuk erop zoals kaas, een gebakken ei , tomaat en sla. Ondanks dat we onze trip op een BMW G(ay)(as)S deden namen we niet het aangeplakte toepasselijke ijsje (Golden Gaytime) maar een milkshake. Na nog enkele biertjes in het hostel, tussen de zatte veel te jonge Australische meiden, was het tijd te gaan slapen.

Afbeelding


5 januari 2014 – Roadtrip dag 4

Rond een uur of 3 werden we beiden wakker van de herrie buiten. Er stond een groepje backpackers herrie te maken op de parkeerplaats welke grensde aan onze kamer. Dit duurde zo lang dat Richard besloot ze te verzoeken aub ergens anders te gaan staan. Vijf van de zes deden dat ook maar eentje dacht zo slim te zijn de discussie aan te gaan. Het was zaterdag, en hij was al 3 maanden woonachting in dit hostel, dus hij mocht herrie maken vond hij zelf. De discussie duurde maar en duurde maar en ook ik ging maar eens een kijkje nemen. Toen de arrogante stinkende backpacker uiteindelijk doorhad dat hij beter weg kon gaan als hij het er heel van af wilde brengen konden we weer gaan slapen.

Als ontbijt dronken we een kopje koffie en aten een mueslireep. Dit was al luxe want de gemiddelde bewoner van dit hostel teerde op Chocopops zonder melk of op een boterham, van het type dat wij nog niet als tostibrood gebruiken met een dun laagje boter. Ieder z’n eigen manier van leven, maar ik leef toch liever ietsje luxer.

Na alle meuk aan de motoren gehangen te hebben konden we weer verder rijden over de Princess Highway. In de verte zagen we een aantal windmolens staan, dus misschien was het leuk daar even te kijken bij de kust. Bij de kust konden we niet komen. Er was wel een uizichtplateau gemaakt (50 cm hoger dan het weiland) wat uitzicht bood over de Cordington Windfarm. Totaal niet spannend want het zijn slechts 14 windmolens die je vanaf een paar kilometer afstand kon bekijken. Het was echter een mooi punt om even de beentjes te strekken en wat gekke foto’s te maken van enkele hooibalen in het weiland.

Afbeelding

Na Portland lieten we de Princess Highway even links liggen en de Garmin op Richard’s BMW stuurde ons Lower Glenelg National Park in. Ineens was alles weer een stuk groener en bochtiger. Ook hier weer volop “slapende” kangoeroes in de berm. Helaas begon het weer te regenen en aangezien we ook moesten tanken stopten we in Nelson. Er zat bij het tankstation ook een klein restaurantje waar we maar even bleven zitten en wat te eten bestelden. De pompoensoep die ik kreeg was de meest melige die ik ooit op had. De toast met eieren en spek was echter wel lekker.

Afbeelding

Afbeelding

De regen bleef maar aanhouden en we moesten iets verzinnen om droog te blijven. Een vuilniszak onder het motorpak zou helpen. De dame achter de balie van het tankstation, waar we dus nog steeds waren, kwam met 2 poncho’s aan zetten. Niet ideaal onder een motorpak (want er overheen wappert te erg), maar alle beetjes helpen en beter dan een vuilniszak.

In de stromende regen reden we verder en ik had het echt koud. In Mount Gambier stopten we bij een doe het zelf zaak. Het Regende nog steeds volop, misschien dat die een warme fleece oid zouden hebben. Niet dus. Echter toen we naar buiten liepen was daar onze vriend weer, de zon!

Onze horloges hadden we eigenlijk een half uur terug moeten zetten. De staat South Australia is een van de weinige plekken op de wereld waar de tijdzone een half uur verschuift. Ik liet de mijne lekker staan voor die ene dag, ook de klok op de GS liet ik lekker wat ie was.

We reden verder over de Princess Highway en net zoals op de vakanties vroeger met mijn ouders stopten we even bij het langs de weg gelegen kerkhof: het Millicent Lawn Cemetery. Even de beentjes strekken en langzaam aan opdrogen in het zonnetje terwijl we tussen de graven door wandelden. Kijkend naar de data op de graven lagen hier de eerste geïmmigreerde bewoners van dit gebied. Voor Australische begrippen erg oud, voor een Europeaan niets speciaals.

Afbeelding

De rest van de route was een typische Australische recht doorgaande weg waar de locals met 140+ in hun utes overheen reden. De dode kangoeroes en wombats waren dan ook in geruime getale aanwezig. Even voor onze eindbestemming, Beachport, wilde ik nog even met de GS het strand op. Het water hier had een echt tropisch groen-blauwe kleur waardoor alles ineens een heel stuk meer op zomer leek.

Afbeelding

Afbeelding

De motoren parkeerden we voor het hotel dat we gereserveerd hadden en we dumpten de spullen op onze kamer. Het was nog vroeg en het gebied net achter Beachport zou enkele duinmeren bevatten met leuke gravelpaden er omheen. Even een stukje rijden zonder koffers dus. Het verharde gedeelte door de duinen was geweldig mooi en bochtig en er waren echt schitterende uitzichten over de kust heen. Toen de gravel begon konden we net het strand niet oprijden. Toch moesten we even het strand op lopen voor wat kiekjes.

Afbeelding

Afbeelding

We reden door over de gravelwegen en stopten bij een meer, Lake George genaamd, met zwarte zwanen en pelikanen. Iets eerder hadden we al gezien dat men aan het crossen was met crossmotoren op een zandvlakte. Bij een slapende kangoeroe in de berm reden we een smal padje op welke ons zou leiden naar deze zandvlakte. Dit bleek een leegstaand meer te zijn. Een ideale locatie om de GS’jes eens uit te proberen. Aan de rand van het meer ging alles perfect, echter hoe verder je het meer in reed, en des te minder lang het dus droog stond, en des te glibberiger het er dus werd. Onder het laagje opgedroogd zand lag nog een flinke laag slijk. De tractiecontrole op de GS deed flink z’n best maar het achterwiel bleef lekker alle kanten uitzwieberen. Via de rand van het meer reden we door naar de crossmotoren die daar ook bezig waren. Het bleken extreem lichtgewicht en mini crossmotoren te zijn met daarop kinderen van 4 tot 7 jaar! De vader die erbij stond vond dat als zijn kinderen konden fietsen ze ook maar gelijk op een crossmotor konden stappen. Een van de aanwezige moeders had natuurlijk weer Nederlandse voorouders. We zouden eens een keer geen Nederlanders tegen komen. Nadat de GS van Richard gerepareerd was met twee torx bouten die de vader van de kinderen bij had, het spatboard was losgetrild aan de voorkant, reden we weer terug naar het hotel.

Afbeelding

Afbeelding

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=BuRIAO2mgCU[/youtubehd]

Voor het hotel in Beachport lag een pier. We dachten “we lopen wel even naar het einde ervan”. De pier bleek echter 772 meter lang te zijn! In het verleden was deze zelfs 1120 meter lang geweest. Een lekkere winderige wandeling was het zeker. De biertjes die er op volgden in de bar van het hotel waren zeker verdiend dus.

Afbeelding

Na nog een biertje in de bar van een ander hotel gedaan te hebben, geflipperd te hebben op de AC DC flipperkast en natuurlijk weer een Australiër tegen te zijn gekomen met Nederlandse voorouders was het tijd om te gaan slapen.


6 januari 2014 – Roadtrip dag 5

Ons ontbijt bestand uit een kop oploskoffie op de hotelkamer en een mueslireep. We hadden voorlopig toch nog geen honger. Het eerste gedeelte van de route bestond uit lange recht doorgaande wegen. In Penola stopten we voor een ontbijtje: heerlijke gepocheerde eieren met Hollandaisesaus!
We vervolgeden onze weg door bossen. Zwermen van honderden kaketoes vlogen in de rondte. Erg indrukwekkend en geheel anders dan wat we eerder gezien hadden. In tegenstelling tot wat we op de Princess Highway en de Great Ocean Road gezien hadden was hier niets meer dat duidde op toerisme en bezienswaardigheden. Alles was heel erg uitgestrekt en de dorpjes die we passeerden waren erg klein. In het dorpje Harrow was het weer tijd om te lunchen. Heel veel was er niet te krijgen maar een broodje kipburger vulde mijn maag weer.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=wvirHByn7r0[/youtubehd]

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

De wegen bleven redelijk recht doorgaand dus besloten we maar even af te wijken van de route. Nog steeds recht doorgaand maar dan gravelpaden. De Garmin zou ons vanzelf wel terugsturen naar de juiste route…. dachten we. Aan het einde van een gravelpad moesten we volgens de Garmin links afslaan. Dit was echter een en al hoogstaand gras wat afgezet was met een gaashek. Misschien dat dit 200 jaar geleden een zandpad geweest was, nu was er dus niets meer wat hier op duidde. We besloten dan maar om het gaashek te openen en door het grasland te gaan rijden. De GS bleek hier echt supergoed in en af en toe knalde er een kei tegen de bodemplaat van de GS, had het maar geen bodemplaat moeten worden. Na een aantal kilometer door het hoge gras gereden te hebben kwamen we eindelijk weer op een zandpad uit welke we vervolgden tot Garmin de route weer over een verharde weg opgepikt had.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=Wdci1Iz0T6c[/youtubehd]

Afbeelding

Afbeelding

Niet veel later zagen we het bordje Grampians Motor Museum staan. Dit gaf ten eerste aan dat we bijna in de Grampians waren, onze eindbestemming, maar ook een attractie die we even wilden bezoeken. We weken dus weer af van de route en reden wederom een gravelpad op. Na een paar kilometer stof happen waren we bij de ingang van het Motor Museum. Dit bleek echter de ingang van een landgoed te zijn. De poort was open dus reden we het landgoed op. Aangekomen bij de garage van het landgoed, welke dus het museum was, stonden we voor een gesloten deur. Wel hing er een briefje dat we bij afwezigheid moesten aanbellen bij het woonhuis. We liepen naar de Villa die iets verderop stond en een man van achter in de 80 deed open. Hij leidde ons rond in zijn motor museum wat dus sloeg op gemotoriseerd. Hij vertelde ons vol passie over alle voertuigen die hij had staan. Van een zeldzame BMW 326 uit 1936 tot aan een Indian motorfiets, maar ook stond er een Vespa en amfibie tankvoertuig. 1 druk op de knop en alles startte gelijk! Veel toeristen kreeg hij niet over de vloer, dit omdat de laatste 5 kilometer naar zijn museum toe onverhard is. Weinig verhuurbedrijven staan het toe dat je jezelf met een gehuurde auto of motorfiets op zulke paden begeeft. Vandaar ook dat onze keus gevallen was op Offtrackmotorcycles welke dit alleen maar aanmoedigde. Na gedag gezegd te hebben bij het museum reden we de Grampians in.

Afbeelding

Afbeelding

Het offroad rijden had al een behoorlijk hoge funfactor met de GS, echter de weg die nu volgde was dat zeer zeker ook. Een waar bochtenwalhalla lag voor ons! Geen honderd meter rechte weg en dat afgewisseld met geweldige uitzichten. En dit was nog maar het begin. Bij de Mackenzie Falls sloegen we af en parkeerden de motoren op het parkeerterrein. De Grampians is een erg bekend groot en mooi natuurgebied dus hier was het weer meer gericht op toeristen. Op het wandelpad naar de watervallen zelf hoorden we dan natuurlijk gelijk mensen weer Nederlands…ho wacht… Vlaams spreken. Dit werd natuurlijk gelijk opgevolgd door onze Samson en Gert imitaties. De watervallen bleken echt de moeite van het stoppen waard te zijn.

Afbeelding

Afbeelding

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=zwFIK9klKAY[/youtubehd]

Het spelen kon weer verder gaan want de bochtige weg bleef ook na ons bezoekje aan de watervallen maar doorgaan. Richard zag een bordje wat ons naar een Reed Lookout wilde sturen. We weken dus weer even af van de route. Het uitzicht was hier geweldig mooi en dat vonden twee Duitse dames die naar hetzelfde uitzichtpunt waren gereden ook, deze hadden echter meer interesse in ons dan in het uitzicht zelf.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=xb6R2cvj1_g[/youtubehd]

We reden de berg weer af naar onze eindbestemming Halls Gap. De weg bleef maar kronkelen en het afgelopen uur had ik nog een honderd meter recht doorgaande weg gezien. Het was even zoeken maar iets buiten Halls Gap lag het door ons gereserveerde Hostel.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=_djgO5Sr8u4[/youtubehd]

Na onze spullen maar gedropt te hebben besloten we maar terug te lopen naar Halls Gap, wat zo’n 2 kilometer lopen was, om daar een hapje te gaan eten. Inmiddels waren de kangoeroes uit de bossen te voorschijn gekomen en de velden rondom Halls Gap stonden vol met tientallen van deze wilde beesten. Eentje meer of minder maakt niet uit dus bestelde ik bij het enige geopende restaurant een heerlijk stukje kangoeroevlees. Dit ging er goed in net zoals de twee biertjes die we dronken bij het eten. Na het eten wilden we nog even naar de kroeg gaan welke naast het restaurant zat. Deze bleek echter al gesloten te zijn. De overige restaurants in het dorpje mochten geen alcohol schenken als je er niets bij at. En vol zaten we al. Had ik nu mijn telefoonnummer maar aan de Duitse dames gegeven… die hadden vast iets te drinken gehad.

Na een flinke wandeling langs de donkere weg terug naar het Hostel bleek daar alleen een pak warme zoete witte wijn aanwezig te zijn. Achtergelaten door een andere reiziger. Na een glaasje van deze meuk besloten we maar te gaan slapen.

Afbeelding

Afbeelding


7 januari 2014 – Roadtrip dag 6

Het was nog vroeg, heel erg vroeg, toen onze wekker ging. Dit was de laatste dag op de motoren en tevens de langste motoretappe met redelijk wat onverharde wegen er in verwerkt. De motoren zouden om 5 uur ’s middags terug moeten zijn dus we hadden al besloten het laatste stuk af te snijden.

De zon begon net op te komen en wij zaten al op de motor. De eerste twintig kilometer van de route was gewoon een nette geasfalteerde weg. Ondanks dat het er erg mooi rijden was verlieten we de Grampians Road en sloegen een kleiner weggetje in. Niet veel later had Richard de eerste kangoeroe al voor zijn motor. Deze beesten zijn zo dom dat als ze je aan zien komen ze ineens voor je willen springen. De kangoeroe in kwestie hield aan dit incidentje waarschijnlijk een erg pijnlijke staart over. Met de waarschuwing dat de kangoeroes hier suïcidaal zijn in ons achterhoofd vervolgden we onze route.

Afbeelding

Op het stuk dat volgde zaten weer tientallen kangoeroes langs de weg en enkelingen wisten ons keer op keer de stuipen op het lijf te jagen door net voor onze motoren over te steken. Het wegdek was inmiddels veranderd in rode gravel, ons tempo bleef echter hetzelfde, en dan was het best schrikken als er zo’n beest voor je neus over steekt. Voordeel van deze rijstijl was wel dat de aankomsttijd op de Garmin behoorlijk af begon te nemen. Al snel hadden we besloten de route gewoon uit te gaan rijden en niks af te snijden. Na een flink aantal kilometers over gravel, zand, keien en graswegen kwamen we aan bij Mount Buangor State park. Het Google wagentje was hier niet overal geweest en dat was niet zonder reden. De laag steentjes welke als weg diende was iets dikker dan normaal. De tractie control greep ook dan ook continu in wat het rijden erg leuk maakte op deze paupere ondergrond. Na een behoorlijk aantal kilometers door het woud gereden te hebben wilde de Garmin ons een weggetje insturen wat er niet bleek te zijn. Zo stronteigenwijs als we zijn reden we de jungle in tussen de bomen en de varens door. De GS gaf geen krimp maar na een paar honderd meter was er echt geen doorkomen meer aan. We hadden onze kettingzagen en bosmaaiers thuisgelaten dus was het slimmer maar om te keren. Terug op pad pikte de Garmin de route vanzelf weer op.

Afbeelding

De gravelwegen volgden elkaar in rap tempo op. Suïcidale kangoeroes waren veranderd in suïcidale hondjes die vanuit een erf plots voor de motoren sprongen. Gelukkig raakten we deze geen van allen. Als toetje voor de aankomt in Melbourne was het Lerderberg State Park opgenomen in de route. Dit was nog een aantal kilometer lekker sturen over mooie bochtige wegen. Hierna volgde de snelweg naar Melbourne waar we de motoren inleverden bij het verhuurbedrijf.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=9yJvJmRzZUo[/youtubehd]

Met de “I don’t give a Fuck Truck” haalden we Chantal op bij het vliegveld , zij was vanuit Sydney hier heen gevlogen om vervolgens van hieruit naar Nederland terug vliegen. We reden weer het centrum in naar het hotel waar we eerder deze week ook overnacht hadden. In de avond deden we weer wat biertjes met Yoni die nog steeds in Melbourne was. We gomgen wel iets vroeger naar bed dan de vorige keer in Melbourne om de volgende dag weer fris op pad te kunnen met de “I don’t give a Fuck Truck”.


8 januari 2014 – Roadtrip dag 7

Na een ontbijtje bij de Mac Donalds in Melbourne zeiden we Chantal gedag. Zij zou nog een paar daagjes in Melbourne blijven. Mijn Garmin was overleden en de tweede Garmin was een gehuurd exemplaar. We zouden dus op de ouderwetse manier verder moeten navigeren. Al hoewel, in plaats van een ouderwetse kaart navigeerde ik op de iPad op plaatsnamen welke we vervolgens in de iPhone invoerde. Dit maakte het geheel toch weer iets moderner. Zo konden we, ondanks dat het met de auto was, toch alle leuke weggetjes rijden die we wilden.

Het eerste Plaatsje dat we ingevoerd hadden was Healesville. Dit lag net buiten Melbourne en hier zou de omgeving weer groen beginnen te worden. We hadden inmiddels al weer even in de “I don’t give a Fuck Truck” gezeten dus bij de Selovers Lookout, welke uitzicht bood op het Maroondah Reservoir, stopen we even om de pootjes te strekken en wat foto’s te nemen van dit stuwmeer.

Afbeelding

Dit bleek echter maar een klein stuwmeertje te zijn vergeleken met het meer wat er op volgde. De route die we namen ging onder het Lake Eildon langs. Dit stuwmeer is op z’n langst 70 km lang en de weggetjes die er om heen lopen zijn nou niet bepaald recht te nemen. Bochten, bochten en nog eens bochten. Vergelijkbaar met het weggetje tussen Tossa de mar en St. Feliu de Guixols, maar dan zaten de bochten nog dichter op elkaar en was het 61 km lang. Ik ben nog nooit in mijn leven wagenziek geweest, maar dit begon er aardig op te lijken. Ik was dan ook blij toen de weg eindelijk afgelopen was.

In het plaatsje Mansfield, wat aan de rand van de Australian Alps ligt, pauzeerden we bij het Hotel Delatite waar we lunchten. Een straat verderop zat een Liquor store. Terwijl Richard bij de “I don’t give a Fuck Truck” en de spullen bleef liep ik daar heen om een doosje bier voor in de avond te halen. Toen ik in de drive-in een doosje, want kratjes kennen ze niet, Carlton Draught wilde pakken werd er gelijk naar me geroepen “wil je een koude hebben”. Natuurlijk, in de middle of fucking nowhere wonen ook Nederlanders. De beste man woonde al een jaar of 30 in Australië en runde de lokale drankwinkel. Met een doos koud bier op de achterbank, goed ingepakt met handdoeken zodat de zon er weinig invloed op zou hebben, vervolgden we onze trip.

De wegen waren erg mooi en al redelijk op tijd kwamen we in de buurt van het plaatsje Bright waar we op de lokale camping een backpackers hok gehuurd hadden. Net voor Bright lag de afslag naar Mount Buffalo. Dit zou een wintersportresort zijn. We besloten dus de weg omhoog te rijden. Boven op de berg was het inderdaad schitterend. Een erg mooi meertje wat naast een mininatuurcamping geheel verlaten erbij lag. Aan de andere kant op de berg lag het verlaten skiresort, of wat er van over was. Dit was al een behoorlijk aantal jaartjes gesloten aangezien de boel failliet was gegaan. Alles was dus afgezet, echter ons deerde dit niet echt. Stallen, zwembad, hotel, gebouwen, alles was verlaten en gammel aan het worden. Tegenover het resort lag een uitzichtpunt wat een uitzicht bood op het dal. De rots waar we op stonden ging na het hekje gelijk honderden meters de diepte in. Naast ons was er niemand in het verlaten dorpje of op de berg te bekennen. Tot daar een fietsster aan kwam gereden. De berg, met zeer strak asfalt, was nu vooral bekend bij wielrenners. Deze fietsster bleek natuurlijk ook weer een Nederlandse te zijn.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Na de fietsster veel plezier gewenst te hebben dreef Richard de “I don’t give e Fuck Truck” op tot de max om zo snel mogelijk beneden aan de berg te staan. Best grappig als een auto van 2500 kilo aan de achterkant uitbreekt in de bochten.

De camping in Bright werd gerund door een groep bejaarden die dit waarschijnlijk al vanaf hun jeugd deden. Het hok dat we gehuurd hadden had veel weg van een barak. Twee bedjes stonden er en meer kon er niet in. De rest van de camping was bevolkt met paragliders. Daar leende deze omgeving zich schijnbaar perfect voor. We reden naar het dorpje om bij de lokale Thai te eten, wat erg goed was en eenmaal op de camping besloten we in de gemeenschappelijke ruimte daar onze biertjes maar te drinken. Een erg saaie bedoeling was het er. De muren hingen vol met bordjes die groepen bezoekers/schoolklassen achtergelaten hadden. Deze gingen terug tot aan het begin van de jaren 50 uit de vorige eeuw. Aan onderhoud was vanaf die tijd niets gedaan, en zo rook het er ook. Na enkele biertjes in dit muffe hok gedronken te hebben was het tijd te gaan slapen.


9 januari 2014 – Roadtrip dag 8

Ontbijten was op deze camping goed mogelijk. Grote honger hadden we niet dus vroegen we de keukenbrigade welke bestond uit 85 plussers om 2 tosti’s. Alleen zoals zij dat konden schalmde plots de naam RICHAAAAAAAARD!!!!! Over het campingterrein. Dit was het teken dat onze tosti’s klaar waren en Richard ze op kon komen halen. Lekker in het zonnetje aten we deze op. We werden lekker gemaakt door de verhalen van de parasailers die ook zaten te ontbijten. Als ik ooit de mogelijkheid krijg wil ik dat zeker ook een keer gaan doen.

Afbeelding

We vertrokken van de camping en iets buiten Bright kwamen we het plaatsje Germantown tegen. Naast Nederlanders zitten er dus ook veel Duitsers in Australië. We vervolgden de Great Alpine Road door de Australische Alpen heen en reden zo ook door Mount Hotham. Het hoogst gelegen skidorp van Australië. Erg hoog was het niet want de top ligt op 1862 meter hoogte wat vergeleken met de dorpen in de Franse Alpen natuurlijk peanuts is. Boven de boomgrens zouden we niet komen, alhoewel die boomgrens ver te zoeken was. De meeste bomen in deze omgeving waren weggebrand door de vele bosbranden die er geheerst hadden. Gebieden van tientallen kilometers lang waren weggebrand. Alleen de witte kale stammen van de Gumtrees bleven staan.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Na het plaatsje Omeo reden we en State Forest (zonder naam) in. Het begin was mooi verhard, dit hield echter al snel op en het werd al snel een grote stoffige bende buiten. In hetzelfde tempo als dat we over de verharde wegen reden, reden we nu kriskras tientallen kilometers door de jungle heen. De weg was best indrukwekkend, om over de stofwolk die we creëerden maar te zwijgen. De GoPro werd geïnstalleerd om ook dit ritje vast te leggen.

[youtubehd]http://www.youtube.com/watch?v=aipgqQyMaUM[/youtubehd]

Afbeelding

Na dit pad kwamen we aan bij het gehucht Corryong waar we bij het eerste tankstation dat we zagen stopten om gelijk maar wat te eten. De eigenaresse smeerde een verse sandwich voor ons en bij het afrekenen merkten we dat we geheel buiten het toeristische gebied waren.
We sloegen de Alpine Road op welke door het Kosciuszko National Park heen loopt (ja, dat is goed geschreven). Wederom een erg mooi natuurpark, en weer net ietsje anders dan de rest. Dit park ging over in de Snowy Mountains waar we bij het plaatsje Thredbo de pistes zagen liggen waar, ondanks dat het hier zomer was, nog sneeuw op de toppen lag.

Afbeelding

Via Jindabyne reden we naar het plaatsje Cooma waar we al lang grappen over maakten. Of het Coomazuipen zou worden wisten we nog niet…. We kwamen aan bij het Hostel, welke gerund werd door een uiterst vriendelijke dame. De kamer was ondanks de geur en het feit dat er al 50 jaar niets aan gebeurt was okay voor liefhebbers van legionella. Al onze spullen die in de achterbak van de truck lagen waren bedekt onder een dikke laag stof. De afdekklep hield wel iets tegen maar stof dus niet, en dat hadden we deze dag heel veel gezien. De biertjes die we bij hadden waren gelukkig nog wel koud genoeg om te drinken en de kamer had een koelkastje waar we de rest van de flesjes in lieten afkoelen.

In het dorpje Cooma zelf bleek erg weinig te beleven. We aten bij de lokale Chinees, welke gerund werd door een dame wiens vader natuurlijk weer een Nederlander bleek te zijn. De enige chinees in het restaurant werkte waarschijnlijk in de keuken. De sizzling plate was echter superlekker en een bleek niet genoeg om onze honger te stillen dus werd er maar een tweede bij besteld.
In het lokale hotel, waar wij dus niet verbleven, nuttigden we nog wat biertjes aan de bar, welke met uitzondering van enkele dames achter de bar geheel gevuld was met mannen, waarschijnlijk bouwvakkers die hier in het zomerseizoen de boel opknappen. Het enige interessante aan de bar was dan ook dat er op het sportkanaal dat op stond een jaren 90 Superbikes race herhaald werd. De bar sloot iets na negen dus echt Coomazuipen zou het niet worden. We lagen dus netjes op in bed.


10 januari 2014 – Roadtrip dag 9

We vertrokken lekker vroeg vanuit Cooma. Ons ontbijtje haalden we bij de Mac Donalds en aten dit al rijdend op. De weg door Deua National Park was maar voor korte duur verhard en al snel zaten we op een redelijk mulle ondergrond. Richard zette de auto aan de kant om even over te schakelen naar 4WD. Dit scheelde al een hele hoop in de wegligging. Het pad waar we de komende tientallen kilometers over zouden rijden was geheel verlaten. In plaats van de standaard walibi’s en grijze kangoeroes zagen we hier plots een rode kangoeroe rondhupsen in de berm. Iets verder liep er een mierenegel over de weg. Een soort kruising tussen een miereneter en een egel. Het beest liep langzaam de bosjes in en rolde zichzelf op en dacht zichzelf zo verstopt te hebben.

Afbeelding

De rest van de weg tot aan Braidwood was weer een stoffige bende. In Braidwood namen we de weg naar Goulburn. Hier was het een stuk drukker omdat we in de buurt van de hoofdstad Canberra begonnen te komen. Eenmaal in Goulburn stonden er een aantal oude treinstellen langs de weg. We draaiden de “I don’t give a Fuck Truck” en besloten een kijkje te nemen. Het bleek een spoorwegmuseum te zijn.

In het spoorwegmuseum kregen we een rondleiding langs alle oude treinstellen door een gepensioneerde oud medewerker van de spoorwegen. De man die al ver in de 70 was kon over ieder treinstel een heel verhaal vertellen. Zijn leeftijdsgenoten knapten de treinen op die er stonden. Zo was er ook een posttrein waar Richard, als oud PTT medewerker, natuurlijk op de foto moest. De eerste brief, die er voor de sier waren weggelegd, die ik pakte, om even voor de gein te kijken wat er op stond, was er een afkomstig uit Nederland. Toeval….

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

In Goulburn aten we nog een hapje en hierna namen we de snelweg terug naar Sydney. Thuisgekomen in East Hills werd de “I don’t give a Fuck Truck” gelijk uitgewassen. De roadtrip was nu echt afgelopen.


De laatste dag Sydney….

Het was zaterdag en op zondag zou ik terugvliegen naar Nederland. Samen met Richard en Melissa namen we de trein naar het centrum om daar het pontje naar Manly Beach te pakken. Echt een aanrader omdat je van het veerpontje een heel mooi uitzicht op de stad hebt. Manly Beach is een redelijk hip strand waar ik mijn ogen weer uitkeek aan al het schoons dat daar rondliep. Eenmaal terug in Sydney liepen we naar Chinatown om daar te Dim Summen. Als afsluiter op de dag werd er nog een afzakkertje gedronken in Darling Harbour. Nu was de vakantie echt bijna voorbij.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Op de dag die volgde werd ik netjes door Richard en Melissa naar het vliegveld gebracht. De vlucht was, ondanks dat ik weer geen oog dicht deed goed te doen. Ik zat op het meest vreselijke punt waar je maar kan zitten. De middelste rij, in het midden. Gelukkig wel tussen een Franse Snowboarder en een Noorse motorrijder in dus gespreksstof genoeg.

Eenmaal thuis besloot ik om half 1 ’s middags even een uurtje of wat te gaan liggen. Om 12 uur ’s nachts schoot ik wakker. Na een uurtje internetten besloot ik maar weer te gaan liggen en ik viel gelukkig weer gelijk in slaap. Na 17 uur slaap was daar weer de harde realiteit…. WERKEN…

Richard en Melissa, heel erg bedankt voor de gastvrijheid!!!

Ohja… wat iedereen wil weten natuurlijk. Wat ik van de BMW vond. Een erg fijne motorfiets met een ietwat ongelukkig gekozen naam. De afwerking ervan is super en hier valt echt niets op aan te merken. Alles doet wat het belooft te doen! Op de openbare weg stuurt de motor, zelfs met het 21 inch voorwiel, superlekker. Offroad heb je van dit grote voorwiel weer heel veel profijt. Deze motor is echt gemaakt voor de avontuurlijke motorreiziger die geregeld het onverharde pad opzoekt! Alle elektrische snufjes die er op zitten geven ook erg veel gemak. Bij BMW zijn ze gelukkig zo slim geweest, sinds kort, over te stappen op bediening van richtingaanwijzers zoals dit op alle andere motoren ook het geval is. De standaard handvatverwarming, ja die hebben we zeker nodig gehad, laat zich heel gemakkelijk bedienen. Ook de ABS en ook zeker de Tractiecontrole doen waar ze voor gemaakt zijn. Dit geeft op het onverharde erg veel vertrouwen in de motorfiets. Het ruitje zit er op voor de sier want daar heb je niets aan. Het zadel is als een houten plank, of ik heb gewoon te weinig zitvlees. Het blokje heeft voldoende vermogen en een erg braaf karakter. Ik miste zelf alleen de schop onder mijn kont als ik gas gaf. Verder een topfiets!
http://www.motorvision.nl
I love the smell of burning rubber in the morning
Gebruikersavatar
Wullebolle
DL1000 berijder
Berichten: 1379
Lid geworden op: za 02-05-2009, 18:33
Mijn motor is een: DL1000, 2008.
Woonplaats: Belgische kust

Re: Roadtrip Australië januari 2014

Bericht door Wullebolle »

Tof verslag :worship:
Veel foto's van dingen die ik in 2009 ook heb gezien ... sweet memories.
Good on ya mate :bye:
Spooky Action At A Distance !
Gebruikersavatar
Eikie
EX- V-Strom berijder
Berichten: 7810
Lid geworden op: zo 25-11-2012, 23:12
Mijn motor is een: Honda CRF1000A dè Africa Twin
Woonplaats: Oud Beijerland

Re: Roadtrip Australië januari 2014

Bericht door Eikie »

Geweldig :duim:

Weer een bestemming op mijn verlanglijstje. Bedankt voor het delen. Heerlijk leesvoer tijdens de dweilpauzes :o)
Groeten, René
It was only when I bought a motorbike that I found out that adrenaline is brown.
V-Strom 2011 DL650A GS Honda CRF1000A dè Africa Twin
Gebruikersavatar
Frank
V-Strom 1050 berijder
Berichten: 4206
Lid geworden op: di 01-07-2008, 15:03
Mijn motor is een: Suzuki V-Strom 1050DE M3 (2023)
Woonplaats: Hengelo (OV)
Contacteer:

Re: Roadtrip Australië januari 2014

Bericht door Frank »

:duim: Top weer, Pim! ;)
Groetjes,
Frank
Suzuki V-Strom DL1000 2008 K8 | Suzuki DL1000 2014 L4 | Suzuki V-Strom 1000 2017 L8 | Suzuki V-STROM 1050XT 2020 M0
Suzuki V-STROM 1050DE 2023 M3 | Adventure Pack | Garmin Zumo XT | Viofo MT1 Dashcam | Dunlop TRAILMAX MIXTOUR |
Mantis

Re: Roadtrip Australië januari 2014

Bericht door Mantis »

schitterend! Ben er zelf een aantal jaren geleden ook voor 2 maanden geweest, spijtig genoeg niet me de motor, maar met 'de bus' rondgetrokken.
En die beestjes die herrie maken: zangcicaden :)
Gebruikersavatar
PDvD
DL1000 berijder
Berichten: 1476
Lid geworden op: wo 25-11-2009, 14:35
Mijn motor is een: Suzuki DL 1000 V-Strom
Woonplaats: Oosterhout (NB)
Contacteer:

Re: Roadtrip Australië januari 2014

Bericht door PDvD »

Thnx! Weer wat geleerd. Mocht iemand hier ooit die kant uit willen gaan de beste plek om te huren als je offroad wilt (geen stroms): http://offtrackmotorcycles.com.au/
http://www.motorvision.nl
I love the smell of burning rubber in the morning
Plaats reactie